GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 30

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 30

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

sexuele verhoudingen. Maar dat wil niet zeggen dat de lieve vrede nooit verbroken wordt. 16 Zijn er niet, sorry! 17 Nee, die zijn er niet. Sorry, \k heb echt nooit ruzie met m'n ouders (ondanks meningsverschillen). 18 Ja; we praten eigenlijk nooit over onszelf, wat ik allemaal denk en voel, maar dat komt niet omdat er ruzies of zo van zouden komen, maar misschien uit een soort angst of tegenzin, ik voor mij kan van mezelf niet voorstellen dat ik zou praten over m'n diepere gevoelens, daarover spelen denk ik nog te veel emoties een rol, ik kan met kennissen daar veel gemakkelijker over praten. 19 Geen. 20 Ja; sex, voor-echtelijke geslachtsverkeer, 'hokken' i.p.v. huwen. Mijn ouders hebben nog altijd bezwaren tegen voorechtelijk geslachtsverkeer en 'samenwonen' i.p.v. trouwen... Ik heb (vind ik zelf) een vrij goede verstandhouding met mijn ouders (we zijn het uiteraard niet altijd eens) en kan goed met ze praten. Het is zelfs mogelijk om een gesprek over seks te voeren - maar dan alleen dan moet het wel abstract blijven, ik kan (mag) eigenlijk niet laten merken dat ik niet alleen theoretiseer, maar ook een aantal van mijn opvattingen in de praktijk breng... Het is alleen op sexueel gebied dat er potentiële (grote) problemen zijn. Maar omdat we van mekaar houden, zullen we (hoop ik althans) tot een wederzijds redelijk aanvaardbare oplossing komen. 21 'Niet aanroeren' vind ik wat te sterK. Er bestaat af en toe wel de neiging om te denken - we weten van elkaar nu wel hoe we daarover denken - dat hoef ik niet nog eens nadrukkelijk aan de orde te stellen. 22 Ja; over samenwonen. 23 (Samengevat: Er is nogal wat verschil tussen de antwoorden van ouders en studenten. De ouders reageren overwegend sterk ontkennend op de vraag of er onderwerpen (gespreksterreinen) zijn die men omwille van de lieve vrede niet aanroert; 19 van de 23, terwijl dezelfde vraag slechts 7 van de 23 studenten tot 'n duidelijke ontkenning brengt. Kortom: men krijgt de indruk dat veel ouders oprecht denken dat er wat dit betreft geen moeilijkheden bestaan, terwijl ze toch wel degelijk aanwezig zijn. Twee studenten verontschuldigen zich voor het niet kunnen leveren van heibel veroorzakende gespreksstof: 'sorry'). 28

Studenten psychologen Twaalf jaar geleden begon men aan de Nederlandse universiteiten studentenpsychologen aan te stellen. Bij de VU werken er thans vier. Om hulp werd in '73 aangeklopt door 315 studenten, die met ernstige of minder ernstige problemen zaten. Is dat niet schokkend veel? 'Nee,' zegt studentenpsychologe mevr. drs. E. Veltman, 'in de geestelijke volksgezondheid wordt gerekend dat 4% van de mensen werkelijk hulp nodig heeft. Van de studenten komt ongeveer 3% bij ons.' De cijfers worden niet verstrekt om de indruk op te roepen dat het studentenleven zorgelozer zou zijn dan het leven elders in de maatschappij. Zo onbezorgd is het studentenbestaan niet meer. De tijd van de kleine universiteiten is voorbij en daarmee verdween een boel geborgenheid. Hoogleraren nodigen studenten niet meer aan hun dis. De tijd ligt ver achter ons dat hier en daar bij de VU-achterban het idee leefde dat prof. Waterink de VU-studenten hoogstpersoonlijk onder de wol stopte. Van de gezelligheidsverenigingen van weleer is niet veel meer over. Welk woord ook van toepassing is om de moderne universiteit te typeren, niet het woordje 'knus'. Het vermoeden bestaat bij de studentenpsychologen dat nog heel wat probleemgevallen hen niet bereiken. Gewaagd wordt eerder van drempelvrees om bij hen binnen te stappen dan van 'n modeverschijnsel om 'in therapie te gaan'. Overheersend is nog het idee dat het 'n tikje beschamend is om hulp bij de psycholoog te zoeken. Om werk zitten de studentenpsychologen overigens niet verlegen. Hun getal blijft 'n stuk beneden de landelijke norm van 1 psycholoog voor 2000 studenten, zeker als men rekent dat ook cursisten van de Vrije Leergangen toegang tot de dienst hebben. Behalve met individuele psycho-therapie houden de studentenpsychologen zich thans ook bezig met groepstherapieën en groepstrainingen (studenten trainen in het opvangen van andere studenten, letten op signalen dat er 'iets mis' is). En voorts denken zij mee in het geheel van het welzijnswerk van de VU.

Aarzelend reageren de studentenpsychologen mevr. drs. E. Veltman en mevr. drs. E. v. d. Flier op de vraag van VU-magazine wat voor soort problemen het meest ter sprake komt in de gesprekken met studenten. Niet dat zij daarover niets willen zeggen, maar er is geen algemeen beeld te geven. Mevr. Veltman: 't Is heel moeilijk om van ons werk te zeggen wat nu véél voorkomt. Ik zou - geloof ik - in VU-magazine niet iets schrijven als: dit of dat komt veel voor, want dan ontstaan er gemakkelijk ideeën als: o, het is heel gewoon dat ik dit heb en het is blijkbaar ongewoon als ik wat anders heb. Mensen maken van zulke uitspraken altijd iets.' - Wat is vaak 'n aanleiding om bij u binnen te stappen? 'Persoonlijke moeilijkheden, contactproblemen, homoseksualiteit, stotteren, blozen, spreekangst. Soms zijn er studiemoeilijkheden, soms niet. Persoonlijke moeilijkheden beïnvloeden soms ook de studie. - Komt ook vaak de relatie ter sprake met de ouders? 'Die komt behoorlijk wat keren voor, soms als enige probleem, maar heel vaak als 'n deel van de totale problematiek. Maar ook dat moet weer niet worden overdreven. Degenen die echt komen met: 't is een puinhoop met thuis... nee, dat zijn er toch niet zo vreselijk veel. Het kan soms zijn, dat ze zeggen: ik kan er thuis niet over praten, want 't is voor m'n ouders zo'r onbekend terrein'. - Heeft u wel eens contact met ouders? 'Laten we zeggen: in principe niet. In hoge uitzonderingsgevallen wel en dan alleen als de student er zelf volledig mee akkoord gaat. Als een ouder mij belt, dan sta ik ze uiteraard te woord, maar dan vraag ik wel meteen: hebt u uw zoon of dochter gezegd dat u mij op zou bellen? Is dat niet ge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 30

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's