GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 331

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 331

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

l ^ magame 21 Afval De ernstigste problemen van de kernenergie liggen echter in andere gevaren voor ons leefmilieu. De door kernenergiecentrales geproduceerde hoeveelheid radioactief afval is weliswaar veel kleiner dan de vergelijkbare hoeveelheid afval van conventionele centrales, de problemen en gevaren zijn echter vele malen groter. Het geproduceerde hoog-radioactieve afval is vooralsnog • ;en onoplosbare en onaanvaardbare belasting van ons leefmilieu. Hoe lang w e dit levensgevaarlijke spul, dat /ele duizenden jaren actief blijft, nog naar België (Mol) kunnen afvoeren is een open vraag. In het kernenergietijdperk worden w e als Nederland niet alleen afhankelijk van de invoer van uranium uit andere landen (vooral Amerika en Rusland) die misschien te zijner tijd een UPEC (Uranium Producing and Exporting Countries) kunnen gaan vormen, ook worden w e afhankelijk van bereidwillige landen die zo gek zijn ons van dit levensgevaarlijke goedje te verlossen en zelf met de problemen komen te zitten. Dat ondertussen ook nog grote hoeveelheden lager radioactief afval in de zee worden gedumpt, wordt maar al te vaak verzwegen en vergeten. De afhankelijkheid en de gevaren worden uiteraard groter naarmate w e meer kerncentrales gaan gebruiken. De andere gevaren die de kernenergie met zich meebrengt zullen we hier niet gaan behandelen omdat een grondige behandeling hiervan te ver zou voeren. Bovendien mogen problemen als „diefstal en bewailing van plutonium" er\ „de kans op ernstige ongelukken met een centrale" e.d. bekend worden verondersteld gezien de vele discussies op dit gebied.

Stromingsbronnen Wie ten slotte de invloed op het milieu gaat bekijken van stromingsbronnen als de zon en de wind, stuit op een enorm gebrek aan kennis op dit gebied. Stromingsbronnen zijn bronnen van energie waarvan geen voorraden zijn op tegeven, omdat ze elk jaar en elke dag opnieuw in een onafgebroken stroom naar de wereld toevloeien. De energiedie de zonons levert heeft in vroeger tijden onder bijzondere omstandigheden onze voorraden fossiele brandstoffen opgebouwd. Het is echter ook mogelijk deze energiebronnen direct te benutten door er, soms door middel van ingewikkelde technieken, warmte, electriciteit en brandstof aan te onttrekken. Dat het gebruik van deze stromingsbronnen invloed op ons milieu zal hebben is een algemeen verwachtezaak, echter hoe groot die invloed zal zijn is onbekend. Als er bij voorbeeld bij een gecentraliseerde energievoorziening op grote schaal gebruik gemaakt gaat worden van deze stromingsbronnen en er dus noodzakelijkerwijs energie van het ene gebied naar het andere getransporteerd moet worden, zullen er klimatologische veranderingen op kunnen treden. Zo zullen, waarschijnlijk niet ongestraft grote zonne-energieboerderijen in de Sahara in de energiebehoeften van de geïndustrialiseerde landen kunnen voorzien.

Nogmaals: het gebruik van elke energiebron (ook deze stromingsbronnen) zal invloed op hetmilieu hebben en beperking van het energieverbruik is daarom dus noodzakelijk. Het gebruik van deze stromingsbronnen valt echter verreweg te prefereren boven dat van fossiele bronnen, gezien hun relatief schone karakter. De ontwikkeling hiervan moet dan ook sterk gestimuleerd worden.

Conclusies Uit het voorafgaande moge blijken dat het energiebeleid van de geïndustrialiseerde landen, waaronder Nederland, zeker veranderingen behoeft. De opkomst van de onderontwikkelde landen zal het wereldenergieverbruik al zo sterk doen toenemen en de grenzen, die het milieu en de voorraden stellen, zo snel dichterbij doen komen, datdegeïndustrialiseerde landen zich wel zullen móeten beperken in hun energieverbruik. En dat houdt niet in een teruggaan van een jaarlijkse groei van 8,5% naar 5 of 4 %, maar een absolute stop in deze groei en in de toekomst middels verbeterde technieken en rendementen een teruggang in het absolute verbruik. Het is nogal drastisch zo een conclusie te trekken: onze maatschappij met al zijn facetten is immers zo energie-afhankelijk dat een wijziging in het energieverbruik wel eens een aanzienlijke verandering van haar maatschappelijke en sociale structuren nodig zou kunnen hebben. Onze huidige woon-werksituatie met al z'n forensenverkeer, onze gecentraliseerde en dus kwetsbare energievoorziening, onze compacte stedebouw waardoor de recreatie mijlenver gezocht gezocht moet worden en niet in het minst onze op expansie gebaseerde economie, het zijn factoren die bijdragen tot ons huidig energieprobleem. In dit verband moet zeker vermeld worden dat sommigen zelfs van energieverslaafdheid (Casimir) spreken die onze persoonlijke vrijheid beperkt, onze tijd doet verkwisten en zelfs tot beperkingen van onze vrijheid in politieke en bestuurlijke zin leidt.

Research nodig Naast deze uitdaging om maatschappelijke, sociale en economische structuren te vinden die een beperking in het energieverbruik mogelijk maken, blijft echter het energieprobleem technisch gezien om een oplossing vragen: eens raakt de fossiele koek op, of het nu over 30 of 100 jaar is. Een grote inspanning van de geïndustrialiseerde wereld op het gebied van energieresearch zal in de toekomstige jaren nodig zijn om uit de nu al bekende alternatieven (waaronder de kernenergie) een verantwoorde keus mogelijk maken. Er is met de als noodzakelijk aangetoonde beperkingen in de groei van het energieverbruik geen enkele reden te bedenken die een overhaaste invoering van kernenergie rechtvaardigt, of het zou de gedane investeringen moeten betreffen; echter is voor dit laatste niet een oplossing te bedenken gezien de grote gevaren die kernenergie op dit moment nog veroorzaakt. Een energiebeleid voor de komende ja ren zal gekenmerkt dienen te worden door deze twee zaken 1 beperking van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 331

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's