VU Magazine 1975 - pagina 237

Bingle: 'Die Nederlandse universiteit is so bang vir Inul studente dat hulle kan sterf). Uit publieke stukken blijkt niet wanneer en hoe VUbestuurderen voor het eerst benaderd werden door de PU voor deelname aan de conferentie. Hoe het zij, op 12 en 13 maart was prof. Coetzee op bezoek bij de Vrije Universiteit om te praten met College van Bestuur en de Commissie Internationale Samenwerking. Dat resulteerde in een advies van deze commissie aan het College van Bestuur om een groep van 6 a 10 deelnemers te sturen met de volgende opdracht: a. Geef in de conferentie zo goed mogelijk weer wat in de VU leeft, gedacht en gedaan wordt met alle bereidheid tot verantwoording en discussie. b. Informeer u over de opvattingen van andere deelnemers, wat elders gedaan wordt, wat men de^nkt en wil. c. Rapporteer over de conferentie en doe voorstellen over de toekomstige relatie van de VU ten opzichte van de andere deelnemende instellingen. Refereer daarbij in elk geval aan de mogelijkheden tot gezamenlijke reflectie en actie ten aanzien van de bijdrage die de Christelijke Universiteit kan leveren bij het oplossen van de problemen van de internationale samenleving.' Geadviseerd werd ook de Vereniging in overweging te geven een bijdrage te storten in de kas van de organisatoren ten behoeve van minder draagkrachtige deelnemers aan de conferentie. (Daartoe was inmiddels reeds besloten). Een lid van de 'commissie-Buitenland' was het er niet mee eens. Hij sprak als zijn oordeel uit, dat de VU niet aan de conferentie moest deelnemen 'omdat dit vertiullend iverkf met betrel<l<ing tot tiet VU-standpunt t.a.v. Zuid-Afrika en dit de (te leggen) contacten met de gekleurde bevolkingsgroepen niet ten goede zal komen maar deze eerder in gevaar zal brengen'. Overigens bleken ook de andere leden niet reserveloos enthousiast voor de door Potchefstroom geplande conferentie. Met name ook het thema van de conferentie 'De reformatorische inrichtingen voor hoger onderwijs als bolwerk in het Koninkrijk Gods nu en in de toekomst' kwam over als een uitnodiging om te congresseren met de vaderen uit de jaren twintig. Opgemerkt wordt door de commissie-Buitenland 'dat het thema en programma van de conferentie een denkwereld presenteert die niet (meer) gemeengoed is binnen de VU. Met name een term als bolwerk duidt op een afgeslotenheid, welke lijnrecht staat tegenover de openheid binnen de samenleving, die de VU-doelstelling impliceert.' Opgemerkt werd voorts in het advies dat het internationaal forum van christelijk hoger onderwijs een uitdaging aan de VU is om duidelijk te maken wat verstaan wordt onder de uitgangspunten en 'de doelstelling' van de VU en op welke wijze deze (behoren te) functioneren. 'Daarnaast is het een unieke gelegenheid om deze opvattingen te toetsen aan die van de andere deelnemers'. Tenslotte werd gewezen op de mogelijkheid die de conferentie bood om tot een standpunt te komen over internationale samenwerking (toekomstige relatie van de VU ten opzichte van de andere instellingen). 'De Commissie Buitenlandse Betrekkingen is zich ervan bewust dat de VU een proces doormaakt waarin de eigen identiteit opnieuw vorm moet vinden na

een verandering die het meest getypeerd wordt in de nieuw geformuleerde doelstelling van de VU. Deelname aan deze conferentie kan een belangrijke rol spelen in het expliciteren van deze identiteit.' Het College van Bestuur bleek er globaal net zo over te denken als de meerderheid van de commissieBuitenland. En zo werd de rector van de PU 25 april een brief gestuurd, waarin de komst van een VUdelegatie werd aangekondigd. De Universiteitsraad werd in kennis gesteld van het besluit. De discussie in de Universiteitsraad tien dagen later kwam dan ook, 'als mosterd na de maaltijd'. Het College van Bestuur liet de Universiteitsraad ook nog weten: 'In de afgelopen jaren heeft de Potchefstroomse Universiteit voor Christelijk Hoger Onderwijs de VU herhaaldelijk voorgesteld dat een dergelijke conferentie belegd zou worden en wel door de VU. Hoewel de VU hierop niet afwijzend heeft gereageerd, zijn van VU-zijde toch geen initiatieven ontplooid, zodat de Potchefstroomse Universiteit thans zelf als initiatiefnemer meende te moeten optreden. Mede gezien deze voorgeschiedenis en ook gezien de samenstelling van de conferentie zien wij in het feit dat de conferentie door en in Potchefstroom belegd is, geen reden om er van VU-zijde niet aan deel te nemen, in deze deelneming kan onzes inziens geen 'fellow-travelling' t.a.v. apartheid gezien worden'.

Zuid Afrika aan de leiding 'In sekere sin neem Suid-Afrika die leiding op internasionale vlak hiermee oor', schreef B. J. Van der Walt (directeur van het Instituut vir Bevordering van die Calvinisme aan de Potchefstroomse Universiteit) in het februarinummer '75 van het Zuidafrikaanse calvinistische maandblad 'Woord en Daad'. 'Ons kan met reg trots wees op die feit dat ons hier in die 'uithoek van die wereld' weer die bande kan saamsnoer en die internasionale samenwerking van geesgenote op dreef bring'. Voorzover zijn kennis strekte, meende Van der Walt dat 40 jaar geleden het laatste internationale calvinistische congres in Amsterdam was gehouden. Sindsdien waren er nog wel contacten geweest, maar 'van 'n noemenswaardige wêreldwye aksie was daar egter ook geen sprake nie'. Inderdaad zijn er volgens sommige opvattingen slechts twee Calvinistische Internationales geweest (Londen 1932 en Amsterdam 1934). Andere calvinisten beschouwen echter Geneve (1936) als het derde congres en Edinburgh (1938) als het vierde, want - zoals gemeld - rumoer is er altijd geweest rond deze congressen; verschil van mening is er zelfs over de vraag hoeveel er geweest zijn. De Zuidafrikaanse calvinisten hebben, zo leert de geschiedenis, van meetaf een grote belangstelling gehad voor het idee van een Calvinistische Internationale. Zes-en-veertig jaar geleden toonden zij zich reeds het meest actief voor de verwezenlijking van dit idee.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen