GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 239

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 239

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

voor internationaal gebruik, waarvan een 'proeve' in De Reformatie (november '25) wordt gepubliceerd. En dan is het een paar jaar stil rond dit onderwerp. De Nederlandse gereformeerden zijn onderling in een strijd verwikkeld geraakt rond dr. Geelkerken (de'Genesiskwestie'), die in 1926 zal uitlopen op een kerkscheuring (zie VU-magazine september '72: Portret van een Conflict). Hepp zelf acht het raadzaam met de organisatie van Nederlandse calvinisten te wachten 'tot de Kerkelijke kruitdamp wat meer was opgetrokken'. Theologisch wat minder zwaartillende calvinisten als Colijn, die ook voelt voor het idee van een Calvinistische Internationale, willen meer vaart achter de zaak zetten. En zo komt tegen het eind van de jaren twintig weer wat beweging in de zaak. Zuid-Afrika voegt als eerste land de daad bij het woord. In 1927 is in Nederland de Zuidafrikaanse predikant D. Postma. Hij bezoekt als afgevaardigde de gereformeerde synode van Groningen. Met prof. Hepp bepraat hij 'lang en breed' het idee van een internationale bond van calvinisten. Hij zal de zaak ter sprake brengen in Zuid-Afrika, zo belooft hij Hepp, niet alleen in z'n eigen kerk, maar onder alle gereformeerden. Uitvoerig wordt de toedracht van een en ander beschreven in 'Calvinisten op de Tweesprong' van de (vrijgemaakt) gereformeerde predikant dr. W. G. De Vries (Uitgeverij De Vuurbaak, Groningen 1974). Ds. Postma houdt woord en vormt in Zuid-Afrika een commissie (D. Postma, J. C. Van Rooy, H. Stoker en J. A. Du Plessis), die in 1928 een circulaire laat uitgaan om de Zuidafrikaanse calvinisten bijeen te trommelen. Gemeld wordt daarin 'Ook oud-minister Colijn van Nederland is entoesiasties virso'n kongres. Die plan is dan dat Kalviniste van Nederland, Amerika, Skotland, Suid-Afrika, Hongarye saam moet konfereer om die Kalvinistische lewensbeskouinge vir ons hedendaagse toestande te formuleer, beskouinge wat dan dienstig moet wees vir die eise en toestande van elk land afsonderiik.' Aan dit laatste tillen de Zuidafrikaanse calvinisten zeer zwaar, want zij hebben op raciaal terrein een levenspraktijk ontwikkeld, die weliswaar nog geen veroordelingen uitlokt van calvinisten elders in de wereld (pas ver na de tweede wereldoorlog zal dit gebeuren), maar toch hier en daar enige lichte bevreemding blijkt te wekken, althans de meest extreme vormen. Zo heeft VU-hoogleraar theologie H. H. Kuyper in 1924 begrip voor alles wat hij waarneemt (aparte kerken, dwangarbeid voor zwarten enz.) maar vreemd vindt hij het bij Zuidafrikaanse gereformeerden de opvatting aan te treffen dat er zeker een 'aparte hemelwoning voor de Kaffers' is en dat blanke zendelingen, verbonden aan zwarte gemeenten, niet in een Europese kerk mogen optreden. (Reisbrieven, 1925). In ieder geval blijkt in 1929 het calvinisme in ZuidAfrika een levensbeschouwing die slechts door blanken mag worden aangehangen. Zo zegt artikel 1 van de Constitutie van de 'Kristelik-Nasionale Bond van Kalviniste in Suidafrika', die juli 1929 in Bloemfontein wordt gesticht: 'Lidmaatschap: lid van die Bond kan word enige blanke persoon wat instem met die beginsels van die Bond en die verpligtinge van lidmaatschap aanvaar'. Artikel 9 van Beginselprogram gewaagt van 'die ge-

saamlike voogskap van die blanke rasse oor die naturelle-bevolking in Suid-Afrika' en in het program van actie wordt als doelstelling der Zuidafrikaanse calvinisten o.a. gesteld: bestrijding van de ongelijkheid van Afrikaanse en engelssprekenden 'en van poginge tot gelykstelling van die nie-blanke bevolking met die blanke' (art. 5). Helderder kon het niet gezegd. Wat de Geneefse hervormer intussen met dit streven te maken had, is niet duidelijk, maar geen blanke leek zich dat af te vragen.

Bloemfontein Broederlijk waren op het eerste nationale calvinistische congres in Zuid-Afrika bijeen leden van de Gereformeerde Kerk (Doppers), de (grote) Nederduits Gereformeerde Kerk en van de (conservatieve) Hervormde Kerk, (die alle drie nog in Zuid-Afrika bestaan). De plaats van samenkomst was Bloemfontein, waar zeventien jaar eerder (1912) ook een conferentie was gehouden van alle zwarte Zuidafrikaanse chiefs en leiders en waar de South African Native National Congress (N.N.C.) werd gesticht, die later omgezet werd in het, sinds 1960 verboden, A.N.C. Van het bestaan van deze zwarte emancipatie-organisatie is men in 1929 in Nederland nog niet of nauwelijks op de hoogte. Bezoekers van Zuid-Afrika van de VU maken er geen melding van; in Nederlandse kranten wordt er geen aandacht aan geschonken evenmin als aan zwarte protest-demonstraties tegen beknotting van hun rechten. In 1913 wordt bepaald dat zwarten geen grond mogen bezitten buiten de reservaten, 7,3% van de oppervlakte van het land. Massaal wordt geprotesteerd zonder resultaat. In 1918 breken er stakingen van zwarten uit; de leiders worden tot dwangarbeid veroordeeld. In 1919 wordt massaal geprotesteerd tegen de pasjeswetten. Deelnemers krijgen gevangenisstraf of dwangarbeid.

'Parmantiger' Al deze feiten blijven vrijwel onbekend in Nederland. Gerapporteerd wordt slechts door bezoekers dat 'de Kaffer' steeds 'parmantiger' wordt (H. H. Kuyper 1924) en dat deze gelijkstelling van zwart en blank wenst. De Zuidafrikaanse calvinisten blijken zeer wel bekend met het emancipatiestreven van de zwarten. In tegenstelling tot een aantal blanke liberalen (engelstalig) en communisten (vooral na 1924) willen zij echter niets weten van enige gelijkstelling van blank en zwart, zoals blijkt in Bloemfontein 1929. Men maakt er zelfs 'n calvinistisch beginsel van. De emancipatie-organisatie van de zwarten stelde zich (tot 1960-Sharpeville) op het principe van de geweldloosheid. Toch zien de Zuidafrikaanse blanken in de zwarten een 'min of meer gevaarlijke vijand'. 'Ik kan me dan ook wel begrijpen, dat een jonge Boer, overigens een beste kerel, me zeide, dat hij zo graag wilde, dat er weer eens oorlog kwam en toen ik hem vroeg of hij met de rooibaatjes (d.w.z. de Engelsen) vechten wilde, me ten antwoord gaf: nee, maar ik wilde met Kaffers vechten'. (H. H. Kuyper, Reisbrieven 1925). De Zuidafrikaanse calvinisten beijveren zich in 1929 om hun rassenvisie (geen gelijke rechten voor zwart en blank) als de zuivere calvinistische leer ingang

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 239

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's