GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 346

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 346

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

nJ magame 36

ris van een nationale moslimse organisatie, komt de politieke kant meer naar voren. In 1943 zou Riyadh al-Solh tegen de Moslims gezegd hebben: ,, De keus is aan jullie. Een vrije dag vrijdags of Libanese onafhankelijkheid. Wij kozen voor de onafhankelijkheid omdat wij de gevoelens van de andere helft van de Libanese bevolking niet wilden kwetsen. Wij willen echter deelname aan de regering van het latid. Vandaag is in werkelijkheid de macht geconcentreerd in één hand. B. v. 90 % van de directeuren van de centrale bank van Libanon zijn christenen. De eerste minister wordt niet toegestaan effectief en gelijkelijk te regeren met de president." De eisen die de islamitische organisaties stellen m.b.t. de participatie zijn: 1. De herverdeling van de parlementszetels. 2. De herverdeling van de bestuursposten tussen Moslims en Christenen. 3. De verkiezing van de president door algemene verkiezing. Gewapende Palestijnen achter een barricade in een N oord-Libanees dorp.

DeShi'ieten Het is noodzakelijk apart stil te staan bij de andere moslimse groep, nl. die der Shi'ieten. Officieel komen zij numeriek na de Soennieten, maar naar alle waarschijnlijkheid overtreffen zij de Soennieten allang in aantal. Zij voelen ziehen worden in feite politiek en sociaal achtergesteld. Meer dan 90% van hen zijn arme boeren en tabaksverbouwers, die werken onder feodale (Shi'itische) heren. Een groot aantal van de Shi'ieten wonen in het Zuiden, ook al vindt men veel van hen onder de lagere arbeidersklasse in Beirut. Zoals reeds gezegd, in het uiterste Zuiden bevinden zich ook de Palestijnen. Het is vooral het zuiden van Libanon geweest dat de laatste jaren aanvallen te verduren heeft gehad van Israël. Het Zuiden, en dus vooral de Shi'ieten, verwijt de regering niets te doen ter verdediging van hun belangen. Dit gegronde verwijt wordt tegen de regering gelanceerd tot in de politieke kabaretten toe. Nu is het vooral te danken aan hun godsdienstige leider. Imam Musa Sadr. hoofd van de hogere Shi'ietische moslimraad — hij werd enkele weken geleden tot zijn vijf en zestigste benoemd — dat de belangen van de Shi'ietische gemeenschap onder de aandacht

gekomen is van het bredere publiek én de regering. Hij is zonder enige twijfel een charismatisch begaafde figuur. In de afgelopen jaren werden onder meer twee grote massa bijeenkomsten gehouden, één in de Biqa en één in Tyrus, waarbij tientallen duizenden van zijn volgelingen aanwezig waren en die — gewapend — trouw zwoeren aan de Imam. Hij strijdt voor de rechten van, zoals hij ze noemt, de mahrumien, de bezitlozen. Men merkt bij de Shi'ieten. maar niet alleen bij hen, een grote sympathie voor het streven vande Imam. De laatste tijd tracht de Imam een belangrijke rol te spelen bij de poging het geschil tussen de Palestijnen en de Libanezen bij te leggen. Hij wordt gezien als een van de belangrijkste,,geestelijke"(en daarom tevens politieke) leiders van Libanon.

De Grieks-othodoxen De Grieks-Orthodoxen zijn het meest Arabisch van de christenen van Libanon. Hun liturgie, kerk en clerus zijn het langst gearabiseerd. Terwijl de Maronieten zich vaak met het Westen identificeren, vooral Frankrijk, zich nazaten van de Phoeniciërs noemen en zich geen Arabieren voelen, gaan

de Grieks-Orthodoxan het verst in hun identificatie met de Arabische zaak. De Grieks-Orthodoxe metropoliet van Mont-Lihan. bisschop Georges Khodr. speelt een belangrijke rol in het kerkelijke en politieke leven van Libanon. Hij heeft zich vooral in de laatste jaren vaak publiekelijk uitgesproken t.a.v. de Arabische en de Palestijnse zaak. In een rede over het ,.Arabisme"zij hij: ,,Het is in de eerste plaats van belang dat de Christenen, die op het Arabisch grondgebied wonen, er zich absoluut thuis voelen. Het ligt op hun weg een onmisbare presentie te worden om in het Arabisch getuigenis te geven van hun geloof. Het oorspronkelijke belang van het Ara bis me voor het Oosterse christendom is gelegen in het feit dat de Arabische factor een waar oecumenisch ferment in dit gebied zou kunnen vormen. A Heen als de christenen zich allen ten dienste stellet} van de bevrijding van de iriens, kunnen zij nader tot elkaar komen... Zij zouden zo bijdragen om een niet-Grieks en niet-Latijnschristendom te herscheppen, dat op zoek is naar zijn eigen identiteit en tegelijkertijd de christelijke wereld verrijken, zich ter plaatse

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 346

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's