GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 332

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 332

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Iffl magazine 22 de groei tot 0 . 0 % en zelfs een teruggang in de toekomst van het absolute verbruik en 2. intensieve research, waarmee grote bedragen gemoeid zullen zijn, naar alle mogelijke alternatieven. Laten w e met deze uitgangspunten voor ogen eens gaan bekijken in hoeverre minister Lubbers in z'n energienota, die in september 1974 is uitgebracht, aan deze twee essentiële voorwaarden is tegemoetgekomen.

Nieuw beleid Rond het uitkomen van de energienota in september '74 is nogal het een en ander te doen geweest. Nadat een groep van 6 adviseurs enkele concepten voor de nota had samengesteld, resulterend in een uiteindelijk advies inzake een nieuw energiebeleid aan minister Lubbers, w e r d op verzoek van zowel minister Trip als m i nister Lubbers een „Bezinningsnota" geschreven door enkele leden van de adviesgroep die het met de gedane voorstellen niet eens waren. Deze Bezinningsnota week op enkele punten zeer sterk af van het door de adviesgroep ingediende concept, met name waar het de groeibeperking en de invoering van kernenergie betrof. Zoals een vergelijking tussen het laatste concept en de uiteindelijke nota laat zien, is vooral in het hoofdstuk kernenergie van de nota het nodige gewijzigd. Een duidelijk voorzichtiger gekozen behandeling van de gevaren en de toezegging tot de installatie van een drietal commissies zijn w e l de belangrijkste veranderingen. Deze comm issies kregen tot taak elk voor zich een aantal specifieke problemen (zoals reactorveiligheid, risico-analyse en volksgezondheid) te bestuderen. Ook de briefwisseling tussen Den Uyl en Lubbers zullen velen zich nog kunnen herinneren. Hierin werd voornamelijkgetwist over de datum waarop met de bouw van de eerste centrale zou worden begonnen en het enige dat duidelijk werd was dat Lubbers duidelijk voor een zeer korte termijn had gekozen. Een aantal van de reeds genoemde moeilijkheden zal opduiken bij de behandeling van enkele facetten uit deze nota. We hebben gekozen voor de behandeling van slechts drie onderwerpen uit de nota, ten eerste vanwege de overzichtelijkheid en beperkte ruimte in dit artikel en ten tweede omdat deze drie elementen ongetwijfeld een grote rol gaan spelen bij de op korte termijn te verwachten kamerdebatten. Bovendien is uit de door ons getrokken conclusies inzake een nieuw energiebeleid al gebleken dat elk van deze drie elementen een essentiële plaats dient in te nemen in een toekomstig energiebeleid. Achtereenvolgens zal in dit artikel besproken worden;

Aan deze doelstelling zitten nogal w a t kanten. Iets concreter ziet de minister een beleid tot 1985 dat op bezuiniging van het totaal energieverbruik gericht is. Kijken w e naar ons groeipercentage van 8,5 % per jaar vóór de oliecrisis, hetgeen een verdubbeling van ons energieverbuik binnen 8 jaar impliceert, dan zien w e , dat voor Europese maatstaven dit groeipercentage erg hoog is: het Europees energieverbruik groeide nl, met ca. 4,5 % oftewel een verdubbeling iedere 1 6 jaar. De minister stelt nu voor om het groeipercentage in Nederland tot 4,5 % gem iddeld over de jaren ' 7 3 - ' 8 0 terug te brengen en tot 2,2 % gemiddeld over de periode '80-'85. Na 1985 zou volgens de minister een verdere daling zeer wel mogelijk zijn, echter de uitwerking van deze gedachte ontbreekt ten enemale. En juist als we, gezien het milieu, tot een beperking in energieverbruik moeten overgaan zijn lange termijnmaatregelen onontbeerlijk. Wat de periode '73-'85 betreft lijken de nieuwe groeipercentages een enorme verbetering in de situatie zoals die zich de afgelopen jaren voordeed. Als w e echter naar het effect van deze maatregelen kijken, dan zien w e dai het absolute verbruik nog schrikbarend toeneemt. Een toename van 50 % tot 1985 is het gevolg van wat de minister voorstelt. In de nota wordt deze toename verdedigd door te schermen met cijfers gebaseerd op een continuering vgn de groei van 8,5 % zoals die de laatste jaren was. Er wordt dan gegoocheld met fantastische „besparingspercentages" ó\e met dit nieuwe beleid worden verkregen. Inderdaad zijn de zo geproduceerde verschillen groot, echter ook de minister ziet wel in dat een doorgaande groei van 8,5 % niet haalbaar is gezien de al eerder genoemde beperkingen van milieu, voorraden en afhankelijkheid. De eerste twee spreken na het voorafgaande voor zichzelf. Laten w e eens naar die afhankelijkheid kijken. Uit de tabel blijkt dat w e in 1985 volgens de minister tweemaal zoveel olie gaan gebruiken als w e in 1973 deden. Met andere woorden, procentueel betekent dit dan dat w e an

TOTAAL ENERGIEVERBRUIK BINNENLAND 1973 1980 1985

c. de alternatieve energiebronnen.

min t.o.e. min t.o.e. min t.o.e.

1 AFHANKELIJKHEID VAN AARDOLIE

a. de beperking van de groei b. de uitbouwvan het kernenergiepotentieel

64,6 87,7 97,7

1973 1980 1985

verbruik totaal

afh. olie in %

afh. olie absoluut

64,6 87,7 97.7

45,5 % 50,9 % 61 %

29,4 44,6 59,6

Beperking groei Was in het verleden de doelstelling van het er\eTQ\e\/eTbw'ik: „De gewaarborgde voorziening van iedere vraag naar energie tegen de laagst mogelijke kosten met vrije keus voor de verbruikers", in de nota luidt de nieuwe doelstelling: „Een gewaarborgde voorziening van de vraag naar energie die uit een zo efficiënt mogelijk gebruik resulteert, tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten; vraag en aanbod dienen te passen in een op meer evenwicht gericht systeem van internationale arbeids- en inkomensverdeling en moeten zijn afgewogen tegen de eisen die de ecologische inpasbaarheid, de veiligheiden de werkgelegenheidssituatie stellen".

AFHANKELIJKHEID VAN AARDGAS

1973 1980 1985

verbruik totaal

afh. in %

afh . absoluut

64,6 87,7 97,7

50 % 43 % 29,6 %

32,3 37,7 28,9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 332

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's