GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 197

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 197

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

yH magaune 19 geen enkele reglementaire vorm instemmen, die onder de tegenwoordige omstandigheden 't voor communisten mogelijk maakt aan bestuurlijke arbeid deel te nemen. Een verwant standpunt lijkt ingenomen in een door pim. 70 hoogleraren, lectoren en wetenschappelijke medewerkers ondertekende „Verklaring", waarin o.a. te lezen staat,. Wij kunnen niet aanvaarden, dat leden van de CPN en sympathisanten die de doeleinden van de partij dienen, functies in besturen van (sub)fakulteit en Universiteit zouden bekleden..." {óe restvan dBzm:„en voor vaste aanstellingen in onderwijsposities in aanmerking zouden komen", slaat op 'n situatie, diezich niet voordeed of kanvoordoen). De VUSO, 'n studentenorganisatie die drie van de studentenzetets inde Universiteitsraad bezet, is het in grote lijnen eens met dit standpunt, dat geformuleerd werd door een initiatiefcomite, waarvan deel uitmaken de hoogleraren S. D. Fokkema (psychologie), G. Kuiper Hzn. (sociologie), P. L Dijk (rechten) F. van Faassen (geneeskunde), L F. Muiswinkel en C. Wytzes (economie). Betwijfeld moet echter worden of dit meest radicale standpunt tegenover Waarheid-aanprijzende en mogelijk CPN-lid zijnde studenten, gedeeld zal worden door de meerderheidvandeVU-gemeenschap, die weliswaar afwijzend staat tegenover het communisme, maar mogelijk toch niet zover wil gaan dat men de geaccepteerde spelregels van de universiteitsdemocratie zal willen terugdraaien. Dit nog los van de vraag of zulks technisch w e l te verwezenlijken zou zijn en of een met een dergelijk streven gepaard gaande onrust de VU niet voor werkelijk grote problemen zou plaatsen. Voorlopig lijkt de grote meerderheid van de VU-gemeenschap w e i nig geestdrift voor polariserende strevingen op te brengen, ongeacht of die uit marxistisch gezinde hoek ko-

men dan wel uit fel anti-communistische. Afgewacht moet worden in hoeverre de groep verontruste wetenschappers (Fokkema c.s.) parallel aan de houdmg van prof. G. Kuypers, zullen weigeren deel uit te maken van commissies en andere lichamen, waarin ook„5'e///s?e" studenten voorkomen. Op die mogelijkheid wordt gezinspeeld in de volgende passage in de Verklaring: „ Ten slotte willen wij er met nadruk op wijzen, dat de toelating van personen bedoeld in de punten 6 en 7 tot posities aan de Vrije Universiteit ons voor het onoplosbare practische probleem zou stellen om met mensen van een totaal andere gebondenheid dan de onze vruchtbaar samen te werken aan de verwezenlijking van de doelstelling der Vrije Universiteit " Indien de groep een minderheid blijft, zou dat een probleem kunnen opleveren, maar hoe zwaar een meerderheid van de VU daaraan dan zal tillen, is onzeker. Tot een halsoverkop terugdraaien van de regiementen met de bedoeling CPN-ers en Waarheidaanbevelers te weren, zal het in ieder geval niet komen, zo bleek dinsdagavond 2 0 april in het NOS-journaai. Drs. H. J . Brinkman, lid van het College van Bestuur — reagerend op protesten van de Bond van Wetenschappelijke Arbeiders — vertelde daarin dat het bestuur een dialoog wil met mensen, die zich op het standpunt stellen dat het lidmaatschap van de CPN wèl verenigbaar is met bestuurder zijn van de VU. Als start van de te voeren dialoog, vroeg het College van Bestuur aan prof. dr. J. Blauw en prof. dr. J. Verkuyl hun gedachten over deze zaak op papier te zetten (zie pagina's 3 en 5 van VU-magazin). Drs. Brinkman: „/4/s we die discussie hebben gevoerd... gaan we eens kijken of de huidige reglementaire bepalingen wel of niet gewijzigd zouden moeten worden."

Rumoer om dispensatieweigering Bracht de CPN-kwestie voorjaar 1 967 beroering aan de VU, de belangstelling voor het functioneren van de doelstelling werd begin april nog eens extra aangewakkerd omdatvoorhet eerst doorhetbestuurvan de Vereniging geweigerd werd dispensatie te verlenen aan een voorgedragen kandidaat, die de doelstelling niet kon ondertekenen. Defaculteitsraad sprak in een open brief aan de Vereniging prompt haar verontwaardiging over de genomen beslissing uit, een pamflet werd verspreid „Doelstelling misbruikt; Vereniging houdt benoeming aan mediese faculteit tegen", en een studentendeputatie vroeg een gesprek aan met het bestuur van de Vereniging. Het kwam donderdag 15 april zelfs een tot een kort bezettinkje van twee kamers van de Vereniging in het gebouwvan de VU, ,,een prik-actie" van medische studenten, verenigd in het aktiecomité „Dispensatie nu". Voorzitter mr. D. Schut had een kort gesprek met de bezettende studenten. Over het geval zélf kon hij niets zeggen. Het bestuur stond op het standpunt dat eerst de betrokkene zelf ingelicht zou moeten worden over de motieven van de dispensatie-weigering. Het bestuur had om een dergelijk gesprek verzocht, maar de betrokkene had daarop nog niet gereageerd. Wel ontkende mr. Schut met kracht dat de dispensatieweigering iets te maken had de „kritische" instelling, die de betrokkene als secretaris van het faculteitsbestuur aan de dag zou hebben gelegd. „Dat hij een progressieve instelling had, zie ik nu pas, uituw papieren", zei de heer Schut.

Hoezitdatmetdedispensatieregeling? Verenigingsvoorzitter mr. D. Schut verwees VU-magazine daarvoor naar prof. dr. G. J. Sizoo, erelid van het bestuur, die het bestuur adviseert in dispensatie-aangelegenheden. Over het geval zelf weigerde prof. Sizoo te spreken. Hij betreurde het dat de faculteitsraad de zaak in de publiciteit had bebracht. „Met naam en toenaam". Naar de mening van prof. Sizoo was door de faculteitsraad niet de vereiste zorgvuldigheid ten opzichte van de betrokkene in acht genomen. „ A a n dergelijke zaken zitten uiteraard ook persoonlijkeaspecten." Na aandrang van VU-magazine bleek prof. Sizoo wèl bereid in algemene zin iets te zeggen over het functioneren van de dispensatie-regeling. Hoe is de situatie? Het VUreglement bepaalt: ,, Van ieder die toetreedt tot het college van bestuur of een (sub)fakulteitsbestuur, alsmede ieder die een benoeming aanvaardt als hoogleraar, lektor, docent, bibliothekaris, wetenschappelijk medewerker in vaste dienst of die een andere leidinggevende funktie gaat bekleden wordt een schriftelijke of mondelinge verklaring van instemming met de doelstelling der universiteit verwacht." (art. 1.5.1.) Maar een w e t v a n Meden en Perzen isdit niet. „ H e t bestuur van de Vereniging kan het in artikel 1 . 5 . 1 . , 2 en 3 bepaalde buiten toepassing verklaren ten opzichte van iemand, die bezwaar maakt tegen het afleggen van een verklaring ais daar bedoeld." (art. 1.6.1.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 197

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's