GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 292

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 292

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

MU ntagame 26 het gebruik van een minder schadelijke sigaret — op den duur meer resultaat in deze zullen opleveren. Het is echter van het grootste belang anti-rookcampagnes, die er op gericht zijn te voorkomen dat zij die nog niet roken — de jeugd — deze slechte gewoonte ook aannemen, drastisch te intensiferen. Uit het feit dat de overheid in Nederland per jaar circa 1 miljard gulden aan accijnzen uit het tabaksverbruik opstrijkt en slechts tweehonderdduizend voor anti-rookcampagnes beschikbaar stelt, blijkt dat het volksgezondsbeleid in deze helaas ernstig tekort schiet. Angst Er is nog een andere reden die het stellen van een vroege diagnose van kanker in de weg kan staan. Dat is angst. „Nogalte vaak komt de patiënt pas ter behandeling wanneer de afvvijking (...) al in een ver stadium is voortgeschreden", zegt dr. Snow in zijn openbare les. „Te dikwijls ligt angst van de patiënt hieraan ten grondslag". En in het Cahier Biowetenschappen en Maatschappij citeert de psycholoog drs. F. S. A. M. van Dam 'n Amerikaans onderzoek waaruit blijkt, dat twintig procent van de kankerpatiënten die geconstateerd hadden dat er iets „mis" was, binnen een week de dokter raadpleegde; tweederde liet daar langer dan een maand over heen gaan, 35 procent wachtte langer dan drie maanden en 25 procent zelfs langer dan een half jaar. „ Veel betekenend is, zo schrijft Van Dam, „dat vergeleken met een halve eeuw geleden deze cijfers niet zoveel veranderd zijn, ondanks het feit dat de communicatiemiddelen (tv, film) zo verbeterd zijn". Hij vermeldt een ander onderzoek, eveneens uit Amerika, waaruit blijkt dat het begrip „kanker" negatiever wordt beoordeeld dan begrippen als zelfmoord, dood en pijn. Prof. Van Bekkum geeft een aantal redenen voor de sombere houding ten aanzien van kanker: de wijdverbreide mening dat er weinig of niets aan deze ziekte valt te doen; de sombere houding van de artsen, die overigens wel verklaarbaar is: bij hun opleiding werden zij vrijwel uitsluitend geconfronteerd met de ernstigste gevallen; tenslotte: ook succesvolle kankerspecialisten blijven altijd geconfronteerd met grote aantallen gevallen waar de behandeling faalt. Dat maakt, dat zij de patiënten niet een absolute garantie kunnen geven voor een goede afloop. Stigmatiserende werking Op een vraag van VU-magazine geeft dr. Snow te kennen dat angst voor kanker begrijpelijk is: het is een heel erge ziekte; niet alleen omdat zij veel slachtoffers eist, maar vooral ook omdat het lijden dat aan de dood voorafgaat vaak onbeschrijflijk groot is. „ Toch weten we er over het geheel genomen thans veelmeer van dan vroeger, vooral dankzij het concentreren van de behandeling in centra. Wanneer je weet hoe een ziekte verloopt en wanneer je weet dat er wél iets aan te doen is, zolang de ziekte nog plaatselijk is (dat wil zeggen: wanneer nog geen uitzaaiing via de bloedbaan heeft plaatsgevonden) dan moeten toch, via onderwijs en voorlichting, met name aan studenten en artsen, betere resultaten kunnen worden bereikt". Hij zegt het in zijn werk als „bijzonder triest" te ervaren dat er van kanker een zo sterke stigmatiserende (brandmerkende) werking uitgaat. Hoewel er duidelijke resultaten zijn bereikt bij het behandelen van kanker aan het strottehoofd (zie het begin van dit verhaal) moeten de behandelaars keer op keer ervaren, dat patiënten, ook al zijn ze vijf jaar geleden behandeld, er bij controle blijk van geven nog steeds angstig te zijn. „Kanker is zo'n stigma, dat een belangrijk percentage van deze

groep mensen, niet kan geloven dat het goed met hen is Zoiets legt een enorme druk op het werk datje doet, evenzeer op patiënten die aan kanker hebben geleden en niet te vergeten op iedere potentiële patiënt. Ik zie niet in, waarom dit probleem niet met eerlijke getallen, met open vizier, kan worden benaderd. Er zijn natuurlijk tumoren waarvan de kans op overleving slecht ligt Het spreekt vanzelf dat dan pessimisme gerechtvaardigd is, maar voor even zovele tumoren geldt dit niet. Het algehele pes sisme rondom kanker drukt sterk op de sfeer waarin deze ziekte wordt behandeld. Ik geloof ook dat het leidt tot het verschuilen van medici en patiënten achter de naam „kanker". Waarom komen patiënten vaak laat? Omdat ze denken: er is toch niets aan te doen. Dezelfde houding kom je bij artsen tegen. Het lijkt me erg belangrijk, dat de kanker-patiënt van dit stigma af komt; dat hij — en zijn arts — beter geïnformeerd worden en daardoor een wat minder sombere kijk op deze ziekte krijgen. Gelukkig wordt daar meer en meer aan gedaan. Vooral bij jongere artsen kom je vaak een meer reële houding tegen"

t ^ ^ t

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 292

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's