VU Magazine 1976 - pagina 330

magazine 20 die overigens verwees naar het werk van dr. Van der Vijver ais PU-docent". PU-commentaar: „Die eerste deel staan vir rekening van die VU-delegasie. Die laaste sin skep die indruk asof ons in die geheel vereenselwig met die werk van Van der Vijver. Dat daar wel kommer by ons bestaan oor die noodsaak vir buitengewone matreëls is nie rede om dit te dink nie, ook nie om af te lei dat ons teen die geaffekteerd verklaring is niet. Opmerking: Die PU-delegaise het ook na prof. Van der Vijver se werk verwys as 'n voorbeeld van die vryheid wat aan dosente gelaat word om krities op te tree". Geen commentaar leverde het volgende zinnetje uit hetVU-verslag. „De VU-delegatie heeft ervoor gepleit dat het gesprek tussen vertegenwoordigers van de PU en dr. C. F. Beyers Naudé èn andere leden van het Cl zal worden voortgezet, en ziet ter zake mogelijkheden op grond van het gesprek op 4 maart 1976 tussen de PU-delegatie, de VU-delegatie en dr. Beyers Naudé". Wèl commentaar lokte het volgende stuk uit het VUverslag: „Het stemt tot voldoening dat het Legrange-rapport door alle leden van de PU-delegatie verworpen wordt. Als het al begrijpelijk (dat is niet: rechtvaardigbaar) is dat in de kring van nationalistische Afrikaners doen en laten van de regering niet erg kritisch gevolgd worden, het is onbegrijpelijk dat ook academici onder hen zelfs geen kennis van het rapport hebben genomen. Met belangstelling kan uitgezien worden naar de kritiek die vanuit de PU alsnog op dit rapport naar voren zal worden gebracht, nu men er kennis van heeft genomen". PU-commentaar: „Kyk wat ons vroeër oor Le Grange-rapportgesê het". VU-verslag: „Mede tegen de achtergrond van onkunde m.b.t. het Legrange-rapport zullen ook de heftige PUreacties en het PU-onbegrip t.o.v. het VU-besluit in 1975 om dr. C. F. Beyers Naudé in de I.K.G.-delegatie op te nemen gezien moeten worden. Het had en heeft weinig zin terzake nog na te kaarten. Men is er aan de PU kennelijk — nog — niet in geslaagd de eigen bezwaren tegen het Cl (het opereren op kerkelijk terrein naast de kerken; werkwijze van het Cl; het naar PU-oordeel utopisch karakter van oplossingen van Zuidafrikaanse problemen die het Cl voorstaat (one man one vote); de theologische verschillen, de voorlichting die het Cl in het buitenland over ZuidAfrika geeft, het optreden van dr. Beyers Naudé toen hij meer dan 10 jaar geleden de Broederbond verliet) scherp te onderscheiden van het soort bezwaren dat — al of niet terecht — in het Legrange-rapport is gehanteerd. Bovendien heeft men zich — tot nu toe — kennelijk in onvoldoende mate gerealiseerd dat op dergelijke gronden overheidssancties gerechtvaardigd kunnen worden. In feite is men aldus wel zeer op een hellend vlak gekomen, met een gevaarlijke verzwakking van juridisch normbesef. Een opmerkelijke uitzondering (?) in dit opzicht wordt gevormd door prof. dr. J. D, Van der Vijver, wiens werk in de VU met aandacht gevolgd behoort te worden, en die aan de PU mogelijkheden heeft om van zijn opvattingen blijk te geven. Het is niet goed

mogelijk om te bepalen in hoeverre zij, met name onder zijn oudere collega's, invloed hebben. In de informatie uitwisseling tussen de PU en de VU zullen staatsveiligheidswetgeving en -beleid grote aandacht moeten blijven behouden". PU-commentaar: ,,Dit is op rekening van die VU-delegasie om ons voor te stel as onkrities en selfs onbelangstellend oor ons eie regering. En dan kom die verbasende opmerking oor Beyers Naudé en die I.K.G.-delegasie. Ons het hom haarfyn geken voordat u nog van sy bestaan geweet het en ons sou hom in elk geval nie by daardie konferensie ontvang het nie omdat hy daar geen bydrae kon lewer nie. En dan die verbasende nl. om ons van gebrek aan oordeel te beskuldig omdat ons nie hulle Naudé-kultus wil aanhang nie! Dis hierdie soort houding wat alle verbande vorentoe in gevaar kan stel. Wat ons betref moet hierdie saak beoordeel word teen 'n agtergrond wat die Nederlanders nie kan begryp nie, maar 'n kritiese bespreking is ook nie beperk tot prof. Van der Vijver se boek nie". In de wandelgangeil R. C. E. Kapteyn, P' Kuyper, J . C. Coet zee. D. C. Mulderei H. J . Brinkman

In de wandelgang) D . C . Mulder.R.C Kapteyn, H. J . Brin man, S. C. W. Du venage. J . C. Coet zee (vermoede)ijkl staat met de rug n: de fotograaf i

I n de mmndelgang( P. Kuyper (links) ei P. J . Coetzee

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen