GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 77

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 77

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

magaTJmeSl

binnenland en sloot nog meer verdragen. Maar een jaar daarop werd hij in 1761 in Oikusi vermoord toen hij daar een drievoudig verbond zou afsluiten tussen de Portugese gouverneur die uitgeweken was naar Kupang en de Toepassen. Vanaf dat ogenblik was de Hollandse politiek voor de volgende 150 jaar er een van onthouding. Een resident die in I88I een reis naar het binnenland maakte en een heuvel op klom vanwege het mooie uitzicht, werd beboet door de hoofden omdat hij heilige grond had betreden. Toen hij in Batavia het geld van zij n boete terug vroeg werd hij ontslagen omdat hij zich met binnenlandse aangelegenheden had bemoeid. Buiten Kupang en omgeving en Atapupu aan de noordkust dicht bij het Portugese Batugede waar een Nederlandse posthouder was en later een klein garnizoen lag, was de Nederlandse invloed nihil. In 1769 week de Gouverneur weer uit maar nu naar het oosten waar hij zich in Dili vestigde, dat sindsdien de hoofdplaats was. Zijn macht had nooit iets betekend en zou evenmin als die van de Hollanders de volgende 150 jaar iets te betekenen hebben. De Toepassen handhaafden zich slechts in Oikoesi en ook de Dominikaanse missie die de leiding had in de kerk, en een eigen belangrijke politieke rol had vervuld, was in verval. Door deze situatie kregen de Timorese vorstendommen weer gelegenheid zich te herstellen. In 1784 vluchtte een prins uit het vorstengeslacht van Sonba'i naar het binnenland toen hij merkte dat zijn voogd, het Opperhoofd in Kupang, hem wilde vermoorden. In 1847 had de toen heersende Sonba'i 60 vrouwen, d.w.z. dat hij weer relaties had met ongeveer alle Atoni en Tetun vorsten. Dit weten we van een zendeling die zelf met een kleindochter van een Atonivorst was getrouwd. Zendelingen gingen in die tijd uit als vrijgezel om „met een der docbteren des lands te huwen", waardoor hij het volk waaronder hij werken moest beter zou leren kennen. Men discrimineerde toen wel andere mensen omdat zij heidenen waren maar niet omdat zij een andere huidskleur hadden. In Zuid-Afrika is dat ook ooit eens zo geweest en de Portugezen hebben altijd deze openheid gehouden zodat er vandaag vele mensen van gemengde afkomst in

Oost-Timorzijn.

Grenzen Internationaal herstelde de macht van de Nederlanders zich na de Franse tijd langzaam; die van de Portugezen niet. Nederland beheerste de zeeën in belangrijke mate nadat de Engelsen zich hadden terug getrokken. Als gevolg hiervan werd in 1859 een verdrag gesloten tussen Nederland en Portugal waarbij Oost-Flores en de Solorarchipei werd overgedragen aan Nederland. Portugal behield Oost-Timor, Oikoesi en de enclave Noimoeti in Midden-Timor waar de Da Costa's een versterkte plaats hadden gesticht in de 17e eeuw. De grenzen bleven onduidelijk. In 1904, toen van beide zijden de belangstelling opkwam voor het daadwerkelijk besturen van het land, werd er een commissie ingesteld om de grens vast te leggen. In 1911 gaf dit nog aanleiding tot schermutsehngen. Uit Oikoesi vluchtten vele mensen die zich en masse op Nederlands grondgebied vestigden en daar ook 'n eigen district vormden. Ook in Midden-Timor waren er moeilijkheden omdat de grens dwars door de volksgemeenschappen heen liep. Vele Tetun weken uit naar de vlakte van het Zuid-Beloe, zoals het Nederlandse deel van het Tetun-gebied wordt genoemd toen een deel van hun gebied bij Nederlands-Indië kwam in ruil voor de enclave Noimoeti. Men kwam ook hier met gehele gemeenschappen van vier dorpen tegelijk die volgens de adat te zamen een eenheid vormden. Deze grenswijzigingen kregen pas in 1916 hun beslag. Beide landen, zowel Portugal als Nederland, hadden toen juist daadwerkelijk hun bestuur gevestigd in het gehele eiland. Het Portugese deel was verdeeld in negen en later in tien districten (concelhos), elk onder een „administrador". De districten waren opgedeeld in „postos" onder een „chefe de posto". Dit waren aUen Portugezen. Het Nederlandse deel van het eiland was verdeeld in vier onderafdelingen, elk onder een Nederlandse bestuursambtenaar. Daar er een internationale grens dwars over het eiland liep lag er een militair garnizoen eerst in Atapupu en later, toen de weg van Kupang tot Atapupu in de 20-er jaren was aangelegd, 25 km naar binnen in Atambua. Er lagen in 1935 zes brigades, elk van 19

karabijnen, onder een kapitein, een luitenant en een militaire arts. Dus drie officieren en verder, volgens de indeling tot 1920. Europeanen, Ambonezen — dat zijn de soldaten afkomstig uit de Molukken en uit Minahassa en hun afstammelingen — en inlanders. Na 1920 werd dat Officieren, Aanvullingstroepen en Inheemse troepen, maar de Ambonezen behielden bepaalde voorrechten. De officieren waren Europeanen — waar de Indo-Europeanen als gelijkberechtigden inbegrepen waren. De meeste onderofficieren in de hogere rangen waren dat ook. Verreweg de meeste soldaten en korporaals waren Indonesiërs en vele sergeanten eveneens.

Portugese namen I n Oost-Timor bestond het kader uitsluitend uit Portugezen. Vele soldaten kwamen uit Mozambique en zij bleven soldaten. Wel waren er Timorezen meest van gemengd bloed, die lagere rangen behaalden. Deze hadden Portugese namen, wat overigens weinig zegt over iemands positie. Die wordt niet bepaald door de zuiverheid van bloed, maar door zijn plaats in de samenleving. Wel is het zo dat iemand met een Portugese naam zijn dochters liefst een Portugese naam wil laten houden. Bij de Mestiezen is er daarom wel degelijk een beperkte huwelijkskeuze. Anders zou onze gastvrouwe, het nichtje van Don Lorenzo Diaz Viera de Godinho, vorst van Larantuka, nu gehuwd met de Timorese bupati van Noord-Midden-Timor, waar we twee dagen voor de coup in Dili uitbrak logeerden, niet zo'n typisch Portugees uiterlijk hebben. De Indonesische families met Portugese namen vormden in Larantuka eeuwenlang een gesloten gemeenschap, ook na het vertrek van de Portugezen in 1859. Als een Portugees huwde met de zuster van een vorst of hoofd van de matrilineaire Tetun dan betekende deze afstamming in de lijn van de moeder dat de vorst titel en bezit zou nalaten aan zijn zusterszoon. De Portugees die met die zuster gehuwd was legde er echter nadruk op dat het zijn zoon was. Hij gaf hem zijn naam mee. En zo zijn er heel wat hoofden met Portugese namen. Deze worden geacht Timorees te''zijn. Dit zal een reden zijn dat Tetun de voertaal is

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 77

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's