GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 167

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 167

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

lifl magazine 33

Wie of wat zou in de huidige situatie in Zuid-Afrika kunnen optreden als veranderaar?

Om een aantal duidelijke redenen kan de Verenigde Partij vervallen als mogelijke veranderaar. Ten eerste heeft ze, door een gebrek aan duidelijke, ondubbelzinnige leiding, de steun en het vertrouwen van een aanzienlijk deel van de blanke kiezers verloren. Ten tweede heeft ze de politieke aspiraties van de zwarte gemeenschap nooit serieus genomen of geprobeerd morele steun te geven aan haar politiek. Het ontbreekt de Verenigde Partij niet alleen aan een duidelijke boodschap aan de blanke gemeenschap; ze heeft helemaal niets te zeggen aan de Afrkaanse, de gekleurde of de Indische gemeenschappen in ons land. Het is, wat betreft de Progressive Reform Party, bekend dat deze partij van meet af aan hechte en regelmatige contacten heeft onderhouden met de Afrikaanse, gekleurde en Indische gemeenschappen, meer dan enige andere blanke politieke groepering in het land. Het is de enige partij waarvan de politiek door bepaalde sectoren uit de zwarte gemeenschap vrijwillig wordt gesteund. Dit is voornamelijk te danken aan twee redenen: de dappere, onbevreesde houding die Helen Siizman over een periode van vele jaren in het parlement heeft ingenomen voor wat betreft de rechten en grieven van de zwarten. Bovendien deed de politiek van de progressieve partij recht aan het principe van directe zwarte vertegenwoordiging in het parlement. In de laatste twee jaar echter, heeft zich in de politieke opvattingen van de zwarte gemeenschap een wezenlijke verschuiving voltrokken. Steeds meer politiek-bewuste zwarten zijn, daarin voorgegaan door de jonge zwarte intellectuelen, tot de conclusie gekomen dat een beperkt stemrecht niet aan hun aspiraties tegemoet komt. Ze streven duidelijk naar een systeem waarin het ..one man one vore" geldt, met als tussenmaatregel een vorm van beperkt stemrecht, dat op iedereen van toepassing is, ongeacht huidskleur of ras.

uitgang heeft geboekt) die niet voldoende is geweest om de zwarte gemeenschap te bewijzen dat de PRP voldoende steun kan winnen onder de blanken om antwoord te kunnen geven op de groeiende politieke aspiraties en eisen van de zwarten. Zolang deze situatie voortduurt, mag de PRP niet hopen een kracht van betekenis te worden bij het tot stand brengen van sociale of politieke verandering in het land.

Natuurlijk rijst de vraag of de PRP in het snel veranderende klimaat van zwarte politieke aspiraties nog een rol van betekenis •kan spelen bij het tot stand brengen van veranderingen. De PRP staat voor het dilemma dat ze van blanken nooit enige steun van betekenis heeft gekregen en dat (hoewel ze de laatste twee jaar bemoedigende voor-

Psychologische invloed

Nationale Partij We gaan over naarde Nationale Partij. Het is een bekend feit, dat deze partij alle macht heeft die nodig is om belangrijke, zelfs fundamentele veranderingen door te voeren. Haar leiding echter wordt geconfronteerd met bepaalde, ernstige obstakels. Het eerste ligt in het feit, dat de Nationale Partij zich ertoe heeft verplicht haar politiek van gescheiden ontwikkeling uit te voeren tot in haar logische consequenties. Zelfs wanneer de Nationale Partij de rassendiscriminatie wil uitbannen (ik geloof dat ze dat serieus wil) dan kan ze dat alleen binnen het raam van de gescheiden ontwikkeling, die naar haar aard een groot aantal discriminatoire en onderdrukkende wetten vereist. Die moeten het systeem dragen. Zou men deze wetten laten vallen, dan zou men in de praktijk het principe van de gescheiden ontwikkeling moeten laten varen. Dit zou dan weer als verraad worden gezien, niet alleen door de Herstigte Nationale Partij, maar ook door een aanzienlijk aantal conservatieve aanhangers van de Nationale Partij. De partij zou daarbij de mogelijkheid scheppen voor een frontale aanval van de zijde van de oppositie-partijen. De Nationale Partij is daarmee gedwongen om zulke veranderingen niét door te voeren, óf om dit zo langzaam te doen dat geen voldoening wordt geschonken aan de aspiraties van de zwarten of aan de groeiende druk van de wereldopinie.

Het is mogelijk, dat de regering hoopt — zonder dat op het ogenblik in het openbaar te durven zeggen — dat een bereikte overeenkomst in Rhodesië die leidt tot een zwart meerderheidsbewind aldaar een psychologische invloed zal hebben op een aanzienlijk deel van de blanke gemeenschap in Zuid-

Afrika en dat ze zich voorbereidt op een dergelijke verandering in Zuid-Afrika. Het is ook mogelijk dat de regering wenst of hoopt — zonder ook dit op het ogenblik te durven zeggen — dat de pleidooien en waarschuwingen van zulke gematigde zwarte leiders als Kaunda, Nyerere en Seretse Khama een aanzienlijk aantal blanken in Zuid-Afrika tot het besef brengt, dat de politiek van gescheiden ontwikkeling niet alleen volkomen onacceptabel is voorde meerderheid van de zwarten, maar ook de veiligheid van de blanken in de toekomst ernstig zou kunnen bedreigen en dat men, wanneer men geweld wil vermijden, toe moet naar een politiek waarbij in de een of andere vorm politieke macht en economische welstand worden gedeeld. Wanneer een meerderheid van de blanke gemeenschap tot dit inzicht zou komen en wanneer de heer Vorster bereid zou zijn voorop te gaan (waarbij hij de kans zou lopen enige aanhang te verliezen bij het verwezenlijken van dit doel) dan zou de Nationale Partij zeker de belangrijkste kracht voor verandering in Zuid-Afrika zijn. Is het echter redelijk dit onder de huidige omstandigheden te verwachten? Met betrekking tot de rol van de thuislandleiders als veranderaars, moet allereerst nota worden genomen van het feit dat de thuisland-politiek aan de leiders van deze landen een publiek podium heeft gegeven, waar ze hun mening en hun kritiek kunnen geven aan de blanke gemeenschap van ZuidAfrika. In dit opzicht zou de thuisland-politiek gelegenheid voor een opvoedingsproces op gang kunnen brengen voor de blanke gemeenschap. Dit zou een rol kunnen spelen in de overdracht van macht van de blanke minderheid aan de totale bevolking van ons land. Het is echter een feit dat op het ogenblik de overgrote meerderheid van de zwarte gemeenschap niet vrijwillig het politieke leiderschap zal aanvaarden van welke thuisland-leider dan ook, behalve wanneer ze veel sterkere oppositie voeren tegen het beleid van de regering. Wanneer één of meer van deze leiders dit zou doen, dan zouden ze instrumenten kunnen zijn waarmee veranderingen van betekenis in Zuid-Afrika tot stand zouden kunnen worden gebracht.

Handel en industrie Ik denk dat geen zinnig mens zal aanvech-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 167

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's