GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 276

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 276

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

VÜ magame 10

West-europees atheïsme (bespreking van „Christendom op de tocht")

door prof. dr. J. van der Hoeven

Dit is eigenlijk een dramatisch boek. Eigenlijk — want dat ligt er zeker niet dik op; eerder doet de presentatie soms ietwat „droog" aan. Maar de dramatiek van het gebeuren zelf, waarover het boek handelt, treft daardoor te meer. De serieuze lezer wordt er door aan het denken gezet, grondiger dan door pakkende verbale vondsten. (Wat dat betreft zou de hoofdtitel een tikje misleidend kunnen zijn en is de ondertitel meer adequaat). Een degelijke studie over een onderwerp, of liever: een proces, dat zo'n studie volop verdient. Begrippen als „atheïsme" en „secularisatie" mogen voor bijna iedereen een soort directe, ruwe duidelijkheid hebben, sommigen zelfs voor in de mond liggen, het wordt met die begrippen pas menens, als we gaan zien hoe het met de zaak is toegegaan, en ook: hoe het proces zich httiikunnen voordoen en doorzetten. O ok dat kan niet het allerlaatste zijn, en daarover wil ik aan het slot nog iets zeggen; maar onmisbaar is dat inzicht in elk geval.

Redenen genoeg om in VU-magazine aandacht voor dit boek te vragen. Van bijkomend belang is het feit dat dr. Boon enige binding met de VU — of omgekeerd — heeft gekregen: hij geeft sinds vorig jaar leiding aan het zgn. leerhuis, een bijeenkomst van mensen uit diverse geledingen, die de behoefte hebben zich opnieuw in te laten met de Bijbelse kernwoorden, hun spankracht en uitstraling. Inderdaad een gelukkig initiatief van (enkele personen uit) de werkgroepDoelstelling; niet spectaculair, zeker niet, maar beslist leer-zaam en, op langere termijn, indringend(hoop ik). Terug naar het boek. Het drama bestaat hierin: opkomst en ontplooiing van het Westerse atheïsme vormen een hoofdstuk uit de geschiedenis van het Westerse christendom (p. 6). Dat is tevens de eerste hoofdstelling die de auteur uitvoerig adstrueert. Hij ontkent overigens niet dat er vormen van atheïsme zijn ontstaan buiten de confrontatie met het christendom. Ook heeft hij wel degelijk oog voor ..de onverschilligheid die ontelbaren in hun levenshouding aan de dag leggen, wat betreft het geloven in of het vragen naar God", het zgn. praktisch atheïsme. Maar de aandacht wordt gericht op het ontstaan, in het gekerstende West-Europa, van een levens- en wereldbeschouwing waarin elk Godsgeloof

welbewust en gemotiveerd wordt afgewezen (p. 6). Terzijde kun je hierbij even de vraag stellen, of niet bij de vormers en woordvoerders van deze levensbeschouwing zelf aan hun redeneringen al een zeker praktisch atheïsme ten grondslag lag: een daadwerkelijk voorbijgaan aan luisteren naar en handelen volgens de levende woorden van God. Maar in elk geval blijven die redeneringen, vanwege de terugwerkende kracht op hun eigen doen en laten en vanwege de macht van hun woord in de samenleving, belangrijk genoeg om serieus onderzocht en aangehoord te worden. Stellig ook is de concentratie van de studie op dit aspect van de zaak relevant genoeg voor mensen die werken aan en/of betrokken zijn bij een universiteit, en wel een die, hoe dan ook, nog een teken is van dat ooit gekerstende West-Europa, maar tevens dagelijks te doen heeft met een niet gering aantal mensen die zelf de ontkerstening hebben doorgemaakt of nog doormaken. Dat de schrijver zich, noodgedwongen, beperkt heeft tot de terreinen van wijsbegeerte, natuurwetenschap en geschiedenisbeschouwing, doet aan de actualiteit van zijn werk geen afbreuk. Hij komt er eerlijk voor uit, minder goed thuis te zijn in de geschiedenis van de West-Europese maatschappij en economie. Wat de politieke aspecten betreft.

had hij voldoende materiaal, maar de omvang van een verkoopbaar boek liet hem slechts hier en daar een korte vingerwijzing toe, — overigens trefzeker op wonde plekken gericht. Ik wil maar zeggen: laat niemand hierin een aanleiding vinden om het boek ongelezen te laten. De eeuw van de Verlichting, waarin de ..esprit critique" hoogtij vierde en waarin het allemaal loskwam, heeft nu eenmaal haar krachtigste invloed doen gelden via wijsbegeerte, wetenschap en geschiedenisbeschouwing. Het is ook niet toevallig dat in onze tijd de Frankfurters hun brede gehoor hebben gekregen via dezelfde media en uitgaande van wat zij hebben aangeduid als ,,de dialectiek van de Verlichting". De tweede hoofdstelling, niet los van de eerste, is dat de geschiedenis van opkomst en ontwikkelingvan het West-Europese atheïsme het christendom verbiedt dit verschijnsel te bezien en te bespreken in termen van natuurrampofnoodlot. Wat er uitspringt, is integendeel een krachtige uitdaging tot zelfbezinning en zelfkritiek (p. 9 en de laatste blz., 232 (e.v.) „De weg, die de westeurope^ se esprit critique, dwars door 't gebied van de religie tot in 't atheïsme heeft afgelegd, lijkt wel geplaveid met de tekortkomingen van 't christendom." (233). Heel wat van de kritiek op christendom en religie blijkt op de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 276

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's