GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 192

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 192

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wl magazine 14 heeft een doelstelling, waarin naar de grondslag wordt verwezen. De tekst daarvan luidt: ,,0euniversiteitsteltzich ten doel. overeenkomstig de grondslag der Vereniging, al haar arbeid in gehoorzaamheid aan het Evangelie van Jezus Christus te richten op het dienen van God en zijn Wereld. Van allen die tot de universitaire gemeenschap behoren, wordt verwacht dat zij naar hun vermogen in de geest van deze doelstelling tewerk gaan in het bestuur en beheer, de beoefening der wetenschap, het onderwijs, de vorming der studenten, de onderlinge verhoudingen in de universiteit en het persoonlijk en gemeenschappelijk optreden naar buiten." Om een en ander niet tot een dode letter te laten worden, bepaalde het VU-reglement (art. 1.3) tevens: 1),. Om te bevorderen dat de doelstelling der universiteit, als omschreven in artikel 1.3 werkelijk functioneert, stelt de universiteitsraad een commissie doelstelling in. 2) Samenstelling, opdracht en werkwijze van de in het vorige lid bedoelde commissie worden nader geregeld door de universiteitsraad, onder goedkeuring van het bestuur der Vereniging." Het is deze (permanente) commissie, zich noemend de werkgroep Doelstelling, die thans met een eerste discussienota op tafel gekomen is, die thans her en der in de universiteit wordt bestudeerd. De reacties vanuit de universiteit worden verzameld in een — nog te schrijven — vijfde hoofdstuk, terwijl in een zesde hoofdstuk de nadere standpuntbepaling van de werkgroep Doelstelling zal worden geformuleerd. Gevraagd is te reageren voor 1 mei. In de tweede helft van deze maand zal dan het geheel aan de universiteitsraad kunnen worden gezonden. Gedacht wordt aan een behandeling van de nota in de universiteitsraad op 1 juni van dit jaar. NOTA Wat staat er in de nota? De twee eerste hoofdstukken kunnen worden beschouwd als „ e e n inleidend principieel gedeelte". Over het ontstaan van de VU wordt het volgende opgemerkt: , , 0 e VU is uit noodzaak geboren en daarbij — in de zuiverste momenten — als een geloofszaak verstaan. Noodzaak is altijd noodzaak in een bepaalde historische situatie. In het geval van de V U : een situatie waarin de toonaangevende denkwijzen en organisaties op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en onderwijs geen ruimte lieten voor afwijkende visies en daarmee in feite een gezonde ontplooiing van deze gebieden in de weg stonden en waarbij,,andersdenkenden" zich gediscrimineerd konden voelen door de ,,vanzelfsprekende" autonomie van het wetenschappelijk kennen. Vanuit dat gegeven kan de behoefte aan „christelijke wetenschap" — ook met name in georganiseerd verband — goed worden verstaan: hier ging het o m meer dan het beschermen van één of ander gemeenschappelijk ,,belang" van een bepaalde groep, het ging o m een (zwakke, bescheiden) poging de geschade universiteit opnieuw in het oog te vatten en onder het oog te brengen, ten dienste van een gemeenschappelqke opdracht en een gemeenschappelijk perspectief." Er is, zo vervolgt de nota, sindsdien ongetwijfeld nogal wat veranderd. Gesignaleerd wordt meer zelfkritiek van de westerse wetenschapsbeoefenaren en van christelijke zijde kwam er een scherper besef van gemeenschappelijkheid tussen alle mensen, óók op het gebied van de wetenschap.

S T A T U T E N VAN COWMUNISTIÜCHE

1 .

D E

ÜE

NAAM

Z I J

N A A V

DEr<

OER

WORDT

VERDER

IS

IH

C O AIM J N i S T 1 S C H E

ÜÊZE

Q^V^E^RTUJ^G [ N G

GEEN

V ÜQ R H E T

BELETSEL

P A f T l J

TEGEN

RAAR

STAAT

VAN

NEDERLAND

P A R T I J

P A R T I J

G O DSOl ENS T l SE DE

P A r t f l J

DE

OF

P A B T I J

GENOEMD

LIOMAATSCMAP

L I DM A A T S C H AP

LEDEN

IDEOLOGlSCrtg

STATUTEN

E'CTTT'É R

JTTET

GRONDSLAGEN

vTiJ IS

VAN

TOE

VAN

"DE

M E D E flt. A N D .

P A R T I J " .

EEN

KERK

ZIJN

P A RTI J .

PROPACAMDA

GERICHT

,

TE

WEL K E MAKEN.

„Wetenschap doorlicht— op eigen methodische wijze — de werkelijkheid en voegt, in zekere zin, ook toe aan die werkelijkheid. Daaraan doen christenen en niet-christenen mee. Daar, waar christenen handelen en werken in ,,de w e tenschap" vanuit bijbels perspectief, — déér kunnen w e misschien spreken van ,.christelijke wetenschapsbeoefening" (— maar dat is dan dikwijls ongeorganiseerd). Wij allen levend op deze aarde; — werken vanuit een (vaak niet herkende) opdracht; — en trekken zo toch ook weer n/ef gescheiden op. Er is in dit alles wellicht zoiets als een bijbels g e h e i m . " Een sterk toegenomen aandacht signaleert de werkgroep voor plaats en functie van onderwijs en onderzoek binnen de samenleving. „Het toepassen van de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek bij het oplossen van de talrijke problemen, waarmee onze complexe samenleving wordt geconfronteerd, vereist bezinning op de verhouding van universiteit en maatschappij. Het in de doelstelling tot uitdrukking gebrachte ,,dienen van God en zijn w e r e l d " moet daarom ook met betrekking tot deze verhouding worden nagestreefd." Juist de doelstelling impliceert een hoge mate van aandacht voor de bevordering van maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef, waarvan de wet Wetenschappelijk Onderwijs spreekt (art. 2.2). ,,Deze bevordering van verantwoordelijkheidsbesef zal haar plaats vooral moeten vinden in onderwijs en onderzoek, ook met het oog op de keuze van geëntameerde projecten. Bij de keuze dezer projecten heeft de ,,gehoorzaamheid aan het evangelie van Jezus Christus" een kritische èn oriënterende functie, onder andere voor w a t betreft de maatschappelijke relevantie daarvan." De gestelde, gerichtheid op de noden en problemen van de samenleving in brede, zelfs wereldwijde z i n " veronderstelt een openheid voor anderen, die ook binnen de werkgemeenschap van de VU moet worden nagestreefd. De enorme groei van de universiteit met daaraan gepaard gaande functionalisering van mensen, geeft hier problemen. ,,Devraag waartoe de doelstelling ons verplicht, is: hoe houden w e het menselijk? Terecht mogen verwachtingen worden gesteld aan de wijze waarop men aandacht heeft voor en omgaat met elkaar". De nota erkent dat er bij vele werkers aan de VU een duidelijke spanning blijft bestaan tussen de dagelijkse arbeid en dat w a t in de doelstelling wordt uitgesproken. „Een spanning die van velerlei type kan zijn: van het „er geen raad mee w e t e n " of het ,,er niet langer bij stil staan (er geen probleem meer van maken)" tot het vermoeden van „er is ook geen directe relatie — maar wat dan wel? — er moet een andere conceptie van deze universiteit komen • toe." Daarnavolgt de opmerking dat het aanstellingsbeleid het sluitstuk en zeker niet het uitgangspunt moet vormen van het doelstellingsbeleid. Geconstateerd wordt dat dit punt

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 192

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's