GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 408

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 408

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magame 10

„Den Haag" is al gauw de zondebok van gemeenten of gewesten die niet écht verandering willen

kennis en ervaring, hun adviezen. Dr. Breunese: ,, Misschien moet er helemaal geen scheiding tuisen onderzoekers en adviseurs zijn. Mijn ervaring is, dat wanneer je eenjaar of drie aan een onderzoek hebt gewerkt, je ook in staat mag worden geacht een advies te jormuleren. Wellicht is de project-leider daartoe de aangewezen man."

Zwarte Piet

zich bij de onderzoeker melden als een soort ,,gesloten front", met één gezicht. Eventuele tegenstellingen moeten nu worden opges'poord. De één kan bij voorbeeld vinden dat de burger het best gediend is met een goed gesmeerd bestuursapparaat; een ander zal de machinerie een zorg zijn en bij voorbeeld menen dat de toegankelijkheid van het bestuur voor het publiek de grootste prioriteit moet hebben. — In alle voorgaande fasen is een soort uitgangspunt gebouwd, waarmee nu het ,^mpirisch-analytische" werk, het feiten verzamelen kan beginnen. Een vraag van VU-magazine of de praxeologische methode niet veel meer werk met zich meebrengt, werd door dr. Breunese ontkend. Door al het voorwerk kan nu veel gerichter worden gewerkt. - Nu pas wordt een definitief,,kennisdoel", de probleemstelling geformuleerd. Deze fase en de vorige vormen in de empirisch-analytische methode de kern van het onderzoek. De verschillen zullen duidelijk zijn. Natuurlijk was een voorlopige probleemstelling al aan de orde geweest in de allereerste fasen, maar nu heeft de onderzoeker zoveel gegevens in handen dat hij met enige zekerheid kan zeggen dat hij het goede probleem bij de kop heeft. — Er wordt uitleg gegeven, theorie gevormd. — Er worden deskundigen geraadpleegd. Dit wordt vooral uit praktisch oogpunt gedaan. „ Deskundigen" most in de ruimste zin worden opgevat. Ze kunnen in het gebied zelf zitten, of op binnenlandse zaken in Den

Haag etc. Hun mening wordt met name gevraagd met het oog op de haalbaarheid van de aanbevelingen die nog moeten komen. Het zal er in de praktijk op neer komen dat de onderzoekers met een voorlopig rapport ,,de hoer op gaan" om reacties te verzamelen. — Er worden beleidsadviezen uitgebracht. Ze zullen stevig zija onderbouwd en — wat minstens zo belangrijk is — herkenbaar zijn voor de mensen in het onderzochte gebied.

Adviseurs In zijn proefschrift had dr. Breunese zes in het verleden reeds verrichte onderzoeken a.h.w. „op de praxeologische tafel" gelegd om te bekijken in hoeverre ze daar op pasten. We gaan zijn bevindingen niet punt voor punt na, maar staan alleen even stil bij de adviseur en zijn adviezen. In de onderzochte onderzoeken was de relatie tussen onderzoek en advies niet erg duidelijk. Er is geen sprake van een hechte eenheid in die zin dat het advies automatisch uit het onderzoek voortvloeit". Iets dergelijks werd aangevoeld door de ojxlrachtgevers die, geënquêteerd door dr. Breunese te kennen gaven, vol lof te zijn over het werk van de onderzoekers, maar met de adviezen niet uit de voeten te kunnen. Meermalen werd dat toegeschreven aan het feit dat de adviseur zich onvoldoende in het gebied had vertoond. De werkwijze was dan ook, dat de onderzoekers na gedane arbeid hun bevindingen vaak op het bureau van een hoogleraar of directeur van de onderzoeks-instelHng deponeerden. Deze formuleerden dan, geschraagd door

Een andere treffende uitkomst in de enquête was, dat een grote meerderheid van de opdrachtgevers ,,Den Haag" de zwarte piet toespeelde. Men vond dat het ministerie van binnenlandse zaken geen of nauwelijks leiding gaf aan de bestuurlijke reorganisatie. Dr. Breunese vond dat die uitkomst wel wat mocht worden gerelativeerd. ,,Het is natuurlijk wel gemakkelijk een ander de schuld te geven. Er is ook wel kritiek op binnenlandse zaken mogelijk, maar het is ook zo, dat wanneer men in een gebied écht wil overgaan tot bestuurlijke reorganisatie, dan gebeurt het ook. Een mooi voorbeeld daarvan is Eindhoven waar de plannen tegen de verdrukking in en ondanks allerlei kritiek toch zijn doorgegaan. Twente is er voorbeeld van hoe men op het allerlaatste moment zo gespleten is geraakt, dat Den Haag ook niet meer weet wal men er mee aan moet. Den Haag wordt gauw de zondebok. Ook van onderzoekers, die meestaljong en boordevol mooie ideeën, hun rationele, technocratische oplossingen zien afstuiten op bezwaren van Den Haag of — wat even vaak voorkomt — op min of meer emotionele bezwaren van de mensen uit het onderzochte gebied. Wat dat laatste betreft: ik geloof dat met de methode die ik heb voorgesteld meer duidelijkheid en eerlijkheid gegarandeerd lijkt. Je kunt als onderzoeker misschien wel eventjes, maar niet lang door de opdrachtgever voor de gek worden gehouden. De opdrachtgever van zijn kant weet wat hij aan de onderzoeker heeft. In de praxeologische methode spreekt men zich van te voren met zoveel woorden uit. Het is denkbaar dat dan meteen al blijkt dat opdrachtgever en onderzoeker zo ver uil elkaar liggen in hun opvattingen over het doel van een onderzoek, dat er niet eens aan behoeft te worden begonnen. Dat spaart dan veel overbodig werk en voorkomt veel wederzijdse teleurstelling".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 408

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's