GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 303

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 303

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Fuagadne 37

Toen tegen het einde van de 19e eeuw, mede door toedoen van het evolutiegeloof, de onbelemmerde voortgang van economische en technologische groei in het westen zelfs tot een onvermijdelijke noodzaak werd, die alles en iedereen tot een voortdurende aanpassing dwong, kon zich dat aanvankelijke patroon natuurlijk alleen nog maar verder versterken. Maar het onvermijdelijk gevolg daarvan is wel geweest, dat die eigen vrije economische lotsbepaling er sindsdien steeds schrieler en nauwer omlijnd is komen uit te zien. Ondernemingen behoeven volgens onze nieuwe omwegethiek zich niet alleen met vragen van barmhartigheid en ethiek te bemoeien, maar zij behoren het ook niet te doen. Wanneer zij aan hun wettelijke verplichtingen hebben voldaan, behoort het zo goedkoop mogelijk produceren en het zo snel mogelijk groeien hun enige zorg te zijn. Want voor vragen van sociale rechtvaardigheid, van zorg voor de consument, en van een verantwoorde omgang met het milieu hebben we andere instanties in de samenleving. Aan hen is die zorg gedelegeerd en wel zo afdoende, dat het alleen tot verwarring aanleiding zou geven wanneer ondernemingen zich met die vragen rechtstreeks zouden gaan bemoeien. Zoals schoenmakers die zich horen te houden bij hun eigen leest, moeten zij vooral niet meer doen dan wat van hen in hun functie van efficiënte producenten voor de markt wordt gevraagd. Dat zijn de grenzen van hun eigen „vrije" lotsbepaling. En wanneer ze er buiten gaan, is de samenleving nog wel zo ingericht, dat ze — via de nog steeds aanwezige concurrentie — daarvoor een zware economische prijs te betalen krijgen. Bij de vraag of dit een gewenste situatie is, behoeft intussen niet lang te worden stilgestaan. Deze normatieve opsplitsing van de samenleving verarmt het leven, omdat ons leven nu eenmaal alleen maar zinvol wordt in het gelijktijdig kunnen reageren op alle normen die ons zijn gesteld. Maar bovendien kan zij niet anders dan een topzware samenleving in het leven roepen; een samenleving waarbij vooral onoplosbare problemen ontstaan voor die instanties — zoals de overheid — die tot taak hebben het gehele systeem nog achteraf tot normatief-acceptabele uitkomsten te leiden. Ze roept vervolgens ook een verstoord mensbeeld op. Ze kweekt

namelijk een persoonlijke levensinstelling die niet verder doet zien dan naar het directe eigen belang, en die rebelleert tegen elk appèl dat op de verantwoordelijkheid voor anderen gedaan wordt. Maar er is ook nog meer dan dit alleen; ook elke vorm van ontsluiting lijkt door zo'n gesloten maatschappijstructuur van meet af aan te worden gebarricadeerd. Laten we ons voor wat dit laatste betreft b.v. eens de positie indenken van een bedrijf, waarin inderdaad consequent zou worden gepoogd reeds nu een simultane realisatie van economische, sociale, ethische en rechtvaardigheidsnormen na te streven, en waarin de techniek voluit dienstbaar is gemaakt aan 'n zinvolle menselijke arbeid. Zo'n bedrijf zal bij voorbeeld bij al zijn productieplannen zeker willen zijn van de vermijding van schadelijk milieu-overlast op de omgeving, en zal ze zo nodig niet uitvoeren. Het zal zijn productietechnologie zo kiezen, dat jachtig, afstompend werk is uitgesloten, dat creativiteit in het werk mogelijk is, en dat de bereidheid tot persoonlijke samenwerking en tot groepswerk in de arbeid wordt gestimuleerd. Het zal tijd en zorg besteden aan de vraag, met welke produkten de consumenten het beste zijn gediend en zich ook afvra-

gen uit wat voor soort landen de grondstoffen voor de eigen produktie worden aangetrokken. Maar het zal duidelijk zijn dat zo'n bedrijf nauwelijks reële overlevingskansen zou hebben in onze samenleving. Want een eigen milieuzorg, die verder gaat dan het wettelijk minimum, kost geld. En elke produktietechnologie, die de stijging van de arbeidsproduktiviteit vermindert, brengt de concurrent onmiddellijk in het voordeel. En het toetsen van de relaties met consument en leveranciers naar hun maatschappelijke zin zou elk bedrijf aan de rand van het bankroet kunnen brengen. Zo duwt 'n samenlevingsorde, die vragen van milieubeheer, recht en sociale ethiek „functioneel" heeft gedelegeerd aan andere „instanties" dan de onderneming zelf, een onderneming die vanuit haar eigen opvatting wel aan die vragen zou willen toekomen, hardhandig terug tot haar eigen „afgeplatte" functie: het er tegen minimale geUkosten uitwerpen van een door de markt gewenste ononderbroken goederenstroom. Want dat is nu eenmaal de „zin" van het ondernemen in een /«nne/samenleving. Ontsluiting van de westerse samenleving, kan daarom niet alleen een zaak blijven van een zich verzetten tegen een bestaan de tunnel-\'/.9/>. Het zal vroeg of laat — en waarschijnlijk vroeg — ook in botsing komen met de inmiddels gegroeide tunnel-realiteit, en met de daarin volledig passende oeverloze functionele delegatie. Het dak van de tunnel met als 't ware naar boven open. Niet alleen een cultuur, maar ook 'n bestaande samenlevingsorde moet wijziging ondergaan. En wel met name in deze zin, dat bepaalde verantwoordelijkheden, die tot nu toe vrijwel alleen en uitsluitend werden uitgeoefend via de omweg van de ,,samenleving als geheel" en haar „instanties" ten minste ten dele moeten worden teruggeplant naar de sfeer waarin zij oorspronkelijk thuishoren. Niet zelden zal dat de veelkleurige sfeer zijn van de kleinere menselijke gemeenschappen en samenlevingsverhoudingen; de sfeer van 't eigen gezin, van de eigen woonbuurt, van de eigen werksituatie, waarin men tesamen met anderen op 'n voor ieder nog overzienbare wijze kan verkeren. In die menselijke samenlevingsvormen zal, met behoud van de eigen specifieke aard en kleur van die vor-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 303

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's