GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 392

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 392

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

i ^ magadne 38

Groeien In 1973 startte de kersverse ministervan Financiën Duisenberg met een krachtige aanpak van de hardnekkig aanhoudende stijging van de werkloosheid. Geheel volgens het recept van Keynes (opvoering van de konsumptie van overheid en onderdanen) voerde hij een expansief beleid, dat gepaard ging met miljarden-injek ties in de economie. Maar het geld voor deze operaties moest ergens vandaan komen. En de overheid ging zich in de schulden steken. Niet zo weinig ook. In de Keynesiaanse leer was het geen enkel probleem al vast een stukje van de verwachte economische groei p p te souperen. Want in een periode van herstel kan de overheid het gat weerdichten dooreen verhoging van de belastingen. Groei was m.a.w. een voorwaarde om uit de problemen te komen. Maar Duisenberg had een te grote wissel op 's Rijks Schatkist getrokken. In de zomer van 1975 draaiden de computers van het CPB op volle toeren. Noeste cijferaars fluisterden hem in. dat de rijke jaren zestig voorbij waren. De klad zat er in. de economische groei ging teruglopen. De verwachte terugkeer van het geld naar de schatkist bleef onder de maat. Om toch nog wat te redden zou de bankbiljettenpers aangezwengeld moeten worden. Ten einde de overheidstekorten te financieren. En daar zat Duisenberg. voor het blok. Vergroting van de geldhoeveelheid zou betekenen dat de inflatie een gierend tempo zou gaan aannemen en de prijzen de pan uit zou doen rijzen. Alleen maar stijgende kosten voor het bedrijfsleven en een snel kelderende werkgelegenheid zouden de gevolgen zijn. Het door Keynes aangedragen instrumentarium faalde. De immer teruglopende groeiverwachting, in de herfst van 1975 nog 4.3 9?. maar in februari 1976 ongeveer 3 9r noopte de minister van Financiën ertoe zijn kollega-bewindslieden een somber beeld voor te houden. ..Als we niets doen", aldus Duisenberg. ..dus hij ongewijzigd beleid, zonder nieuwe dingen aan te pakken, alleen maar uitvoeren wat in de pen zit om de autonome ontwikkelingen van de sociale verzekeringen volgen is die groei nog niet eens genoeg om dat alletn aal te kunnen betalen. " (Hl

Met het model van Tjan en De Hartog in de achterzak werd in juli 1975 de koers omgegooid. Duisenberg ging ook naar de arbeidskosten kijken.

Beleid De regering had. zoals blijkt uit de samenstellende faktoren van de arbeidskosten (netto loon + belastingen + sociale verzekeringspremie + pensioenpremie) een aantal beleidsalternatieven in handen: — daling van de belastingen, m.a.w. een verlaging van het inkomen van de overheid door een verlaging van de behoefte aan gelden dus daling van de uitgaven. — daling van de sociale verzekeringspremie door bezuinigingen in de gezondheidszorg en vermindering van de uitkeringen aan niet-aktieven — daling van de besteedbare lonen. De keuze viel op een kombinatie van mogelijkheden. De beruchte en beroemde ..1 ^ r f o r m " en een nullijn rolden uit de bus. De groei van de koliektieve sektor dient afgeremd te worden, aldus de minister, zodat in 1980 een bezuiniging van ca. 10 miljard gerealiseerd kan worden. Om dit te bereiken mag de kollektieve sector met niet meer dan 1 % per jaar groeien. In cijfers: Bij ongewijzigd beleid heeft in 1980 de kollektieve sektor (belastingen + sociale premies een aandeel van 55 Cf + 4 x l .75 (.7, = 62 9^ (huidige deel van het nationaal inkomen dat opgeslokt wordt door de kollektieve sektor pi us voor dekomendevierjaareen groei van 1.75% per jaar) in het nationaal inkomen. Bij de toepassing van de..l '^-norm" komen we uit op 55 9t + 4 X 1 9f = 59 9r beslag van de kollektieve sektor. Het verschil tussen beide percentages is precies gelijk aan het bedrag dat de regering wil bezuinigen. Om het zeer te verdelen over de verschillende ministeries werd een interdepartementale kommissie van top-ambtenaren in het leven geroepen die. onder voorzitterschap van dedirekteurgeneraal sociale voorzieningen van Sociale

Zaken. Lamers. het schraapwerk mocht gaan verrichten. De tweede poot van het voorgenomen regeringsbeleid werd gevonden in een afremming van de loonstijging. Dat was ongeveer de boodschap van de miljoenennota 1976. Een kontroversiële boodschap die economen in de pen deed klimmen.

Hoogleraren Daar was dan allereerst de Tilburgse economieprofessor Stevers. die vrijwel direkt na het bekend worden van de regeringsplannen zijn gedachten in De Volkskrant ontvouwde. De strukturele werkloosheid, zegt Stevers. is veroorzaakt door een gestage groei van de kollektieve voorzieningen. Om dat allemaal te kunnen financieren is de premieen belastingdruk de afgelopen jaren sterk gestegen. Je kunt dan op je vingers uittellen dat extra-looneisen niet lang op zich laten wachten. Voor een deel konden deze doorberekend worden in de prijzen en voor een deel niet. Gevolg is een verkrapping van de winstruimte. Bestaande arbeidsplaatsen gaan verloren en minder nieuwe worden g ^ schapen. Het uitgangspunt voor ekonomisch herstel moet gezocht worden in een drastische verlaging van de loonkosten. ..Let wel een verlaging. Niet voldoende kan beklemtoond worden dat niet volstaan kan worden met een geringere dan men van plan was en ook niet met een konstant blijven'. aldus Stevers. De sociale partners ('werkgevers, vakbewegingen regering) moeten rond de tafel gaan zitten en praten over een programma dat de kollektieve lasten in de komende jaren aanzienlijk moet laten dalen. Stevers' suggestie is dat er een bezuiniging van zo'n 15 miljard uit de bus moet komen, aanzienlijk meer dan de regering wil. Er zitten toch nog wel wat haken en ogen in deze manier van werkloosheidsbestrijding. Stevers gaat er vanuit, dat de werkgevers de gestegen loonkosten maar voor een deel kunnen doorberekenen in de prijzen van hun produkten. Zouden ze alles doorberekenen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 392

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's