GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 137

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 137

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wl magazine 3

Onderzoek naar studenten en hun onderwijs

Enige onrust op college kan examen-resultaat bevorderen

De belangstelling van dr. .1. Dronkers voor onderwijsvraagstukken stamt nog uit zijn studententijd. Niet alleen de studierichting die hij had gekozen (sociologie en sociaals psychologie) maar vooral ook zijn werk m de studentenorganisaties wezen hem in die richting. Het waren dejaren(begin van de jaren zestig) waarin detoenmaligi. SRVLi pleitte voor een afdeling onderwijsresearch aan de Vli en voorde instelling van onderwijs-commissies. Na het beëindigen van zijn studie, werd dr. Dronkers wetenschappelijk medewerker voor de onderwijsvernieuwing aan de subfaculteit sociaal-culturele wetenschappen. Een van de zaken waarmee hij zich ir die functie bezighield was het proiec onderwijs. Al experimenterend werd het duidelijk, datertal van pedagogische en didactische theorieën bestaan, maar dat dic voornamelijk betrekking hebben op hei lager- en middelbaar onderwijs. Dc.werklna"yi\x\ het universitaire onderwijs was nog weinig doorvorst. Met zijn proefschriftten ook al in eerder gepubliceerd werk) wilde dr. Dronkers iets m e e r h e l d c heid brengen in de vraag: wat gebeurt er

tussen studenten en het universitair onderwijs in het eerste jaar'? Of. wat trivialer gesteld: hoe komt het dal de ene student slaagt en de ander zak'." Uit het verhaal dat hiernaast begint en waarin slechts een paaraspecten uit hel proefschrift naarvoren kunnen komen, blijkt dat niet alleen de verstandelijke vermogens van de student een rol spelen. Ziin aanpassingsvermogen is eveneens van groot belang. Op een vraag van VU-magazine welke betekenis het proefschrift zou k unnen hebben voor het universitaire onderwijs, zei dr. Dronkers. dat men de komende jaren voor de vraag staat hoe de propedetise moet worden ingericht. H ii hoopte dat zijn proefschrift kan helpen bij hel nemen van een aantal beslissingen die in het kader van de herprogrammering (die in 197X.79 klaar moet zijn) nodig zijn. ,,Hel kan helani^rijk zijn hiihei iieven van onderwijs, de .studenten de kans te h/eden zieh aan te sluiten, dat ze hijvoorheeld hii hel onderwijs iit werkgroej^en tevens in de iieleijenheid worden fsesteld vrienden te maken, 'lot een doeent die zijn studenten in de propedeuse zoveel mogelijk wil mee geven en daartoe grote hooreolleges organiseert zou ik willen zeggen: geef wat minder eollege. voor kleinere groepen .•itiidenten. Doorheter te begrijpen wat er tijdens de propedeuse gebeurt, kunnen misschien een paar fouten worden vermeden, al is hel wel moeilijk om van achter de schrijftafel aan te geven hoe oi wat precies". Dr. Dronkers. die vanaf 1973 stafmedewerkerwas van hel College van Bestuur heeft inmiddels de VU verlaten. Hij is per 1 april naardeStichting interuniversitair Instituut voor Sociaalwetenschappelijk Onderzoek (SISWO) gegaan.

ledere aankomende student (en zijn ouders, niet te vergeten) zal hevig geinteres seerd zijn in de vraag of hij zijn eerste jaar wel of niet tot een goed einde zai brengen: of hij zal zakken of slagen. Du hamvraag leeft allang niet meer alleen bij hém. De universiteiten zeil — en ,,dus" de wetenschap — hebben er d( laatste jaren in alle hevigheid mee te maken gekregen. Voor tal van studie-richtingen was de toeloop zo groot, dat er beperkingen moesten worden gesteld (numerus fixus). .4ls je moet beperken, sta je voor de vraag: wie wel. wie niet en vooral ook: waarom wel. waarom niet? Zulke vragen zijn vaak uitgelegd in de richting van: wie heeft de meeste kans te zullen slagen: hoe komt dat" Om hel maar meteen te zeggen: die laatste vraag heelt men. ondanks ijverig speurwerk, nog niet kunnen beantwooidci Sterker nog. dr. ,1. Dronkers. die vorige maand aan de V'L promoveerde op het proefschrift: ..Studenten en hun onderwijs" (uitgave: H. D. 1 icenk Willink b \ . (ironingen) gal in een gesprek met VIJmagazine te kennen, dat dergelijke vragen in hun algemeenheid niet te beantwoorden zijn. Het is helemaal met gezegd, dat het zogenaamde ,.studiehoofd". die met de beste einde.vamencijlers in zijn zak de middelbare school uit- en de universiteit binnenstapt, daar als hel ware ..automatisch", wat hjj ook gaal studeren, verdere successen zal boeken. In de discussies rond het toelatingsbeleid hebben de eind-examencijters een flinke rol gespeeld. Men sloeg elkaar met de cijfers om de oren (onderzoekcijfers ditmaal) en als de één had aangetoond dal er wel degelijk verband bestond tussen eind-examencijfers en succes in de studie, toonde een ander aan. dat die relatie er soms wel. soms niet is. Dat hing af van de studierichting. Men was weer even xei.

Openingen In zijn proefschriti probeerde dr. Dronkers ,,nieuwe openingen te vinden voor het onderzoek naar het functioneren van hel universitaire onderwij.s". Openingen, meervoud. Want men is niet alleen komen vast te zitten met het onderzoek naar eind-examenciifers en studie-resultaten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 137

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's