GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 114

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 114

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 ^ magazine 24

Molukse opstandelingen (links) komen zich onder de w i t t e vlag overgeven en leveren hun w a p e n s in.•Rechts; de 6-jarige Jean Lubbert van den Berg w o r d t t o e v e r t r o u w d aan Nederlandse marine-officieren (Uit collectie VerHuell, Maritiem M u s e u m , Rotterdam)

ouderloos kind, dat omtrent zes jaren oud scheen, bij mij aan boord, en gaf het, bij mijne terugkomst op Java, aan zijne bloedverwanten over." In Nederland groeide Jean Lubbert op. In 1875 beschrijft hij in „Herinneringen mijner jeugd" 't gebeurde. Men w i l hem in dat jaar in de adelstand verheffen, maar het siert de betrokkene dat hij dit weigert. Wel vraagt en krijgt hij toestemming om als herinnering aan het gebeurde zich voortaan,, \/an den Berg van Saparoea" te mogen noemen. Ettelijke nakomelingen van Jean Lubbert dragen thans deze naam. Een van hen, C. J. G. L van den Berg van Saparoea — deze is dan gepensioneerd ritmeester der Huzaren — zal in 1 946 nog een studie publiceren om de nagedachtenis zijn overgrootvader te verdedigen tegen de vele beschuldig ingen uit de vorige eeuw dat diens beleid de oorzaak van de opstand zou zijn geweest. Uit dit boekje het volgende citaat: „De Resident, als vertegenwoordiger var» het Gouvernement, en allen, die het daarmede hielden, moesten gedood worden, aangezien men zich nu eenmaal met,, de Compagnie" in oorlog beschouwde, omdat men zich wilde bevrijden van het, zij het minder zwaar dan in den Compagniestijd, maar toch altijd nog drukkende Nederlandschejuk." Aan deze erkenning was men zeker in de vorige eeuw nog niet toe, vandaar dat de beschuldigingen over de tafel vliegen wie nu eigenlijk fouten had gemaakt. Van den Berg wordt als de zondebok aangewezen, maar ook de commissarissen Van Middelkoop en Engelhard. Deze beschuldigen onderling elkaar en samen „Batavia". Daar wijst men weer met de beschuldigende vinger naar Ne-

derland, waar de oorzaak van alles zou liggen. Maar heel weinig serieus wordt genomen wat van de zijde der opstandelingen zelf naar voren werd gebracht. En als dat gebeurde, dan overheerst het verwijt naar de Britten, die met hun ,,vrijzinnige" bestuur de Molukkers losbandig zouden hebben gemaakt. Zo het rapport van schout-bijnacht Buijskens over de rolvan de Britten bij de terugkeer der Nederlanders: „ een ieder was daarover ontevreden, en dat men de ingezetenen vervolgens op alle mogelijke wijzen van het verwagt wordende Nederlandse gezag afkeerig heeft trachten te maken, geloof ik voor mij zeker en welvoornamelijk door aan hun alle knevelarijen der vorige Gouverneurs en Residenten te herinneren en te voorspellen dat de voor hun zoo gunstige disposition betrekkelijk de schoolmeesters, heerendiensten, rekwisitien, etc. dadelijk op den ouden voet zouden worden teruggebragt, dat zij in stede van klinkende munt weder papier zouden moeten ontvangen, dat hunne kinderen weder naar Java als soldaten met geweld zouden worden mede genomen, hun verders beklagende over het harde juk, dat zij andermaal zouden moeten dragen," enz. De schout-bij-nacht had in ieder geval kennis genomen van de grieven van de Molukkers. Die indruk maakt in het geheel niet de latere vice-admiraal Boelen, die een leidende rol speelde bij het onderdrukken van de opstand. Als h ij voor zijn ogen ziet afspelen hoe zwaar de christendorpen getuchtigd worden voor hun deelname aan het verzet, (de kampongs werden afgebrand met alle bezittingen, behalve de vaartuigen. Deze waren voor de Ternataanse enTidorese hulptroepen), heeft hij behoefte 'n

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 114

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's