GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 376

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 376

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

[II

,: •• ''^

t[ I i] I p i; ! il

1 ^ magazine 22 werkelijkheid van God. Hetzelfde is echter ook te formuleren vanuit w a t men het „minimum" zou kunnen noemen, het hier en nu, het nulpunt. In het eerste geval staat er bijvoorbeeld: „God komt tot ons in Woord en Sacrament". Maar de tweede benadering ziet mensen die zeggen dat ze de preek maar moeilijk kunnen meemaken en dat het avondmaal tegenvalt. Of: „we verliezen onszelf in de aanbidding", terwijl veel mensen ermee zitten en er w e l eens over w i l l e n praten, omdat ze niet (meer) zo goed weten w a t bidden is. Omdat ze niet zo goed meer weten w i e God is. Of: „het smeedt ons samen tot een gemeenschap", maar die gemeenschap wordt nu juist zo vaak gemist. Of: „de samenkomst is een toerusting voor de dienst in het gewone leven", terwijl de maatschappelijke betrokkenheid voor allerlei mensen op het verlanglijstje bovenaan staat. Beleving van het verbond? Sprekend en w i n n e n d teken naar buiten toe? Oritmoeting met het eeuwige Wezen? Trouw tot de gemeente komen? Vele zeggen dat ze nu juist niét beleven w a t ze verwachten, dat er géén werfkracht te bespeuren is, dat ontmoeting iets tijdens de kerkdienst gebeurt trekt mensen aan en het anders is dan ze doorgaans meemaken, dat ze (al lang) geeft hun kennelijk zoveel mee, dat ze erna weer verder kunnen. Althans: dat isde bedoeling! niet meer komen, dat... Al gaat het over dezelfde taak, „maximum" en „minimum" wijzen op een totaal verschillende benadering. Om misverstanden te voorkomen: beide vormen van benadering zijn nodig. Het „maximum", omdat de kerkdienst gelukkig heel wat meer is dan w a t alle kerkmensen er samen van kunnen maken, zodat die kerkdienst zijn waarde ook niet hoeft te ontlenen aan w a t mensen ervan terecht brengen. Dat „maximum" houdt de moed erin, maar het „minimum" is nodig om diezelfde vragen vanuit de realiteit aan te vatten. Een onderzoek doet dat laatste heel opzettelijk. Daarom kunnen „praktisch- theologische kanttekeningen" ook niet opeens weer helemaal aan de andere kant inzetten, bij het „maximum", alsof daarmee alle feitelijke resultaten van het onderzoek verwerkt zijn. Die zouden op die manier niet benut, maar integendeel van tafel geveegd zijn. Het is zaak dat binnen de gemeente erg goed in de gaten te houden, omdat het niet de eerste keer zou zijn dat iets dergelijks gebeurde. Juist ten aanzien van de kerkdienst zou zich dit kunnen voordoen, omdat als het over de kerkdienst gaat gemakkelijk „grote woorden" worden gebruikt. Daarom staat er boven dit stuk geen grootse definitie van „de kerkdienst", maar een minimale omschrijving: de kerkdienst is een moment tussen komen en gaan. Het is goed op de werkwoorden te letten als er iets over kerk en kerkdienst wordt gezegd, terug te vinden in alle drie voorbeelden op de vorige bladzijde (komen, saamvergaderen, samenkomen)! Uit de werkwoorden „komen" en „gaan" is een beweging af te lezen. Mensen komen bij elkaar en gaan weer naar huis. Ze concentreren zich voor een moment, d.w.z. ze treffen elkaar in een centrum. Hun trefpunt is „kerk" gaan heten, omdat het daar gaat om Chritus de Heer die zelf het centrum is. Die concentratie bindt verschillende mensen aan één en dezelfde Heer. Deze binding aan de Heer verbindt hen aan elkaar. Dat is de reden, dat ze zich nu al eeuwen lang op zondag verzamelen, om na korte tijd weer uit te waaieren. We hebben de kerkdienst „een moment' genoemd, nl. een moment tussen komen en gaan. Dat kunnen w e nu nog nauwkeuriger omschrijven. Het is het moment, dat de reden was van het komen en de voorwaarde voor het gaan. Dat w i l zeggen: w a t er

Concentratiepunt Deze getij-beweging van komen en gaan heeft zich zo ingeslepen in het leven van miljoenen mensen, dat het nog steeds terug te vinden is in het stratenplan van steden en dorpen. De kerk staat in het midden, de straten cirkelen er omheen of lopen erop uit. Kerk en kerkdienst waren zozeer concentratiepunt van het dagelijks leven, dat het kennelijk ook niet anders kon. Nu is dat voorbij. Er kan alleen nog over verteld worden in de voltooid verleden tijd. Dat neemt niet weg, dat het ooit zo is geweest, of liever: dat het ooit zo is geworden. Mensen hadden er redenen voor om het zo te bouwen. Achteraf moet het allemaal niet geïdealiseerd worden. Dan worden vroegere eeuwen te vlot betiteld als (althans wat dit betreft) „goede oude tijd". Maar het is goed er ook niet aan voorbij te gaan. De adel hing zijn wapenborden op aan de muren van de kerk. Votiefscheepjes duidden op een zeevarend volk. A m bachtslieden zorgden ervoor, dat hun gilde present was in een fraai wandschild. Heiligen zijn afgebeeld, evangelisten en apostelen. Maar ook de vier jaargetijden, de tekens van de dierenriem, wat zwavelstokken en een paar schaatsen, gebeiteld in het hout van een preekstoel. Achteraf niet idealiseren, inderdaad: het w a s niet de prestatie van de kerk" waardoor het zo ver gekomen is. Veeleer wijst dit erop, dat het leven ongedeeld was, minder versnipperd over deellevens van werk en gezin, school en kerk... Hoe het ook zij, het leven heeft eens in de kerkdienst zijn concentratiepunt gevonden. Aan de situering van het kerkgebouw op de plattegrond van onze steden kan niet meer ontleend worden, dat de kerkdienst het concentratiepunt is van het dagelijks leven. De kerk heeft minder invloed op het gebeuren in de samenleving. Zij heeft ook minder macht (een macht die ze — tussen haakjes — menig maal praktiseerde als pure dwang). Maar wat voor de feitelijke positie van de kerk geldt, geldt nog niet voor het evangelie! Voor het besef van velen vindt het leven haar ziel in het evangelie. Daar klopt het hart van het bestaan. Is dat met name ook niet uit het onderzoek gebleken? Zoekend naar de achtergronden van het oordeel over de kerkdienst, komen w e vele mensen tegen, die met de kerkdienst omhoog zitten, omdat ze niet ervaren w a t ze belangrijk vinden. Ze hechten zoveel waarde aan de kerk-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 376

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's