GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 101

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 101

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magazine II

„Motivatie grotendeels een centenkwestie en gedeeltelijk inspraak"

hoofduitvoerders in; zes uitvoerders en drie ervaren medewerkers. Meest leidinggevenden dus. Geen wonder dat de raad werkelijk een belangrijke invloed op de gang van zaken in het bedrijf kan hebben. De vraag rijst, of op deze wijze sprake kan zijn van medezeggenschap voor alle werknemers. Het bestuur van de onderneming en de heer R. Breman zeggen op vragen van de onderzoekers dat deze situatie door de mensen zelf gewild is: iedereen kan kandidaat zijn, maar in de praktijk stelt het personeel voornamelijk mensen uit de leiding kandidaat en stemt hen ook. Die zijn beter op de hoogte; ze zijn bij veel mensen bekend en voor veel mensen te bereiken. Dit in tegenstelling tot de meeste arbeiders die elkaar vaak nauwelijks kennen. „Dit laatste", aldus de onderzoekers, ,,is een belangrijk punt. De aard van hel werk brengt met zich mee, dat de mensen in kleine groepjes verspreid over het land werken en daardoor weinig in contact komen met hun collega's elders in het bedrijf. Dit wordt nog eens versterkt door het feit, dat veel mensen niet in Genemuiden wonen". Het bestuur vindt de vrij eenzijdige samenstelling van de ondernemingsraad geen bezwaar, want de vergaderingen zijn openbaar en de leiding en de raadsleden zijn gemakkelijk te bereiken voor de mensen: ieder kan zijn problemen op tafel krijgen. De mensen in het bedrijf bevestigen dit beeld in grote lijnen maar zien het toch niet als ideaal. Aan de ene kant wordt weinig animo gesignaleerd om in de ondernemingsraad te gaan zitten (bijna de helft antwoordt:

,,nee, waarschijnlijk niet" op 'n vraag of hij kandidaat zou willen zijn voor de ondernemingsraad) maar aan de anderëkant is de belangstelling voor wat de ondernemingsraad doet, redelijk groot (ruim 66 procent zegt persoonlijk veel belangstelling te hebben; dertig procent zegt: „ wel wat").

Méér belangstelling De werknemers signaleren ook, dat het met de samenstelling van de raad beter gaat dan vroeger. De eerste keer was het moeilijk om ook maar éèn kandidaat voor de raad te vinden (,,je moet eerst naar de vakbonden om je te laten scholen en dan pas in de ondernemingsraad", zo merkte een werknemer op). Als een van de redenen voor deze toenemende belangstelling wordt genoemd, dat hoe langer hoe meer mensen 't nieuwe systeem ,,zien zitten". In het begin was men voornamelijk geïnteresseerd vanwege het financiële voordeel, maar men begint in te zien, dat de gebroeders Breman zich terugtrekken uit de dagelijkse gang van zaken in het bedrijf; ook op het werk zijn de mensen vrij zelfstandig. Niettemin vroegen de onderzoekers zich aan het eind van hun onderzoek, bij wijze van suggestie, af, of erbij voorbeeld in een kiesreglement niet zou kunnen worden vastgelegd dat een bepaald aantal raadsleden moet behoren tot het uitvoerend personeel. Het bleek al, dat de ondernemingsraad in het bedrijf een vrij belangrijke plaats inneemt en veel invloed heeft. Om te kunnen nagaan in hoeverre dit heeft geleid tot zeg-

genschap en betrokkenheid van het totale personeel, werd onderzocht hoe het staat met de band tussen raad en personeel. Dat is, met andere woorden, een vraag over de informatie die uit de ondernemingsraad naar het personeel gaat en omgekeerd. De werknemers van Breman kunnen op vier manieren aan de weet komen, wat zich in de ondernemingsraad heeft afgespeeld. Ze kunnen de vergaderingen bijwonen (maar van die mogelijkheid wordt door vrijwel niemand gebruik gemaakt); in het bedrijf in Genemuiden worden notulen opgehangen (maar niet iedereen komt daar regelmatig); naar alle werknemers wordt iedere maand een circulaire gestuurd, die behoorlijk wordt gelezen en tenslotte kan men rechtstreeks van leden van de ondernemingsraad vernemen wat er aan de orde is geweest. De werkgroepen, waarvan iemand in de raad zit (meestal de uitvoerder), horen in de busjes die hen naar het werk brengen meestal aardig wat over het gebeuren in de raad. Zulke informatie hangt sterk af van de betrokken uitvoerder. Sommige groepen klaagden erover dat ze van hun chef weinig hoorden. Groepen, die geen vertegenwoordiger hebben in de ondernemingsraad komen er nog bekaaider af. De onderzoekers suggereerden, dat misschien meer nadruk zou kunnen worden gelegd door leden van de raad en de uitvoerders op het voeren van gesprekken over de raad. Voor en na elke vergadering zou zo'n gesprek wellicht als „regel" kunnen worden gesteld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 101

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's