GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 249

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 249

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

yn magazine 27

Waarschuwingen van theologen voor allerlei knelpunten onderschat

listen. Binnen de KVP liep deze kwestie zo hoog, dat er voor de toenmalige fractieleider drs. W. K. N. Schmelzer nauwelijks nog andere mogelijkheden overbleven — naar zijn oordeel althans — dan het kabinet-Cals ten val te brengen. Slechts weinigen in zijn eigen partij namen hem de ,,nacht van Schmelzer" echt kwalijk. Velen in de drie christendemokratische partijen hebben zich van de episode-Cals afgemaakt door te doen voorkomen alsof de toen opgetreden verdeeldheid tussen KVP, ARP en CHU maar tijdelijk was, een ongelukje, waardoor jeje bij het streven naar het hoofddoel niet van de wijs moest laten brengen. De kracht van het Beginsel zou immers wel sterk genoeg blijken om die incidentele politieke verdeeldheid te overwinnen. Natuurlijk, van partijen die zich christendemokratisch noemen mag je eigenlijk geen andere redenering verwachten. Maar het was wel een drogredenering en als men de moeite had willen nemen had men reeds toen kunnen weten dat het christelijk uitgangspunt in de KVP veel minder exclusief werd beleefd dat binnen bij voorbeeld de ARP. In de KVP was in het midden van de jaren zestig een diskussie gaande over grondslag en karakter van de partij. Vier stromingen presenteerden zich en géén van die vier stromingen benaderde het christelijk karakter van de partij op een manier zoals in de protestantse partijen gebruikelijk was. Jazeker, velen spraken o\cr,,deconfessionalisering" en o\er,,evangelische inspiratie" en dat klonk veel protestanten heel wat aangenamer in de oren dan de oude verwijzing naar het ., Kerkelijk Leergezag" en de ,,natuurlijke zedewet". Maar bijna niemand in de KVP zwoer in die dagen bij een partijvoor-christenen, waarvoor de A.R.-fractieleider mr. W. Aantjes vorig jaar in de bres sprong. En geen titel of jota werd afgedaan van wat al op het oprichtingskongres van de KVP in december 1945 was vastgelegd, namelijk ,,dat het lidmaatschap van de Partij ook voor niet-katholieken behoort te worden opengesteld." Integendeel, in het rapport Grondslag en karakter van de KVP uit 1966 werd uitdrukkelijk gesteld: „Indien echter niet-katholieken lid van de KVP kunnen worden, dan moeten zij ook deel kunnen uitmaken van de bestuursorganen van de partij, terwijl zij eveneens voor de partij zit-

ting moeten kunnen krijgen in openbare lichamen". En voor alle duidelijkheid: met die niet-katholieken had men niet slechts medechristenen, maar,.alle Nederlanders" op het oog.

Weinig exclusief Ook uit de Europese diskussie was toen al duidelijk, hoe weinig exclusief het beginsel vooral in de door het Rooms-Katholicisme geïnspireerde partijen werd ervaren, zeker indien gemeten aan de anti revolutionaire normen, leder die binnen de Europese Unie van Christen-Democraten ernst wilde maken met de bezinning op het christelijk uitgangspunt stuitte voortdurend op pogingen van anderen om aan het machtsstreven prioriteit te geven, welk machtsstreven dan vooral de inhoud kreeg van het zoeken naar samenwerking met conservatieve partijen. Aan het einde van de jaren zestig werden de tekenen nog duidelijker. De Europese Unie van Christen-Democraten bracht in mei 1970 een rapport uit, getiteld „Dekoers van de christen-demokratie in de moderne samenleving." In dit rapport wordt een lans gebroken voor ,,decorijessionalisering." Onder deconfessionalisering werd onder meer verstaan .,dat een dergelijke parlij (bedoeld zijn de gedeconfessionali-

seerde christendemokratische partijen, jvp) een tnodern en haalbaar program voorlegt, waarvoor zij aanhang verwerft niet opgrond van de expliciet christelijke signatuur, maar op grond van de intrinsieke waarde van dit program, die het aanvaardbaar maakt voor de geseculariseerde mens." Terwijl in Nederland de institutionalisering van christendemokratische samenwerking in die jaren op gang komt (1967 Groep van Achttien, 1970 gemeenschappelijk urgentieprogramma, 1971 instelling Contactraad, 1972 publikatie ,,Op weg naar een verantwoordelijke maatschappij" wordt aan deze principiële problemen nog nauwelijks aandacht geschonken. Mr. P. H. Kooijmans, de huidige staatssekretaris van Buitenlandse Zaken, signaleert dit in een slotbeschouwing in het nummer van A.R.-Staatkunde van maart 1973, dat aan de zusterpartijen in Europa is gewijd. ,,De hier gesignaleerde kwesties zijn van een zeer groot, doch helaas nog onderschat belang. Het is te hopen dat de gedachtenvorming hieromtrent ook in Nederland op iets ruimere schaal zal gaan plaatsvinden. Ook hier gaat het om de toekomst van de christelijke partij."

Theologen Onderschat zijn ook de waarschuwingen van verschillende theologen, toen zij wezen op allerlei knelpunten die zich voordoen, wanneer men probeert, christenen in po Ut icis op één lijn te brengen. In 1969 schreef H. M. Kuitert in de A. R.-Staatkunde een artikel over ,,Het spreken van de kerk", weliswaar niet toegespitst op de partijvorming, maar wel op de impasse die het gevolg is van de grote verdeeldheid tussen kerkleden over de inhoud van politieke uitspraken. Twee jaar later schrijft C. Augustijn in hetzelfde blad een artikel over,, Politiek relevante ontwikkelingen in de theologie", waarin hij aan het slot van een uiteenzetting over de zwakker wordende positie van de christelijke partijen onder meer betoogt: ,,Het besef dringt immers door dat in politicis de scheidslijn niet loopt tussen christelijk en niel-christelijk, tnaar tussen gewenst en ongewenst", een uitspraak die, gezien wat eraan voorafging, overigens niet mag worden uitgelegd als een pleidooi voor subjektieve willekeur in de politiek. -Nogscherperdruktder.k.-theoloogE. C. F.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 249

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's