GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 145

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 145

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

I/O magadne 11

opmerkelijk dat er in de psychologie een zeer royale afstand bestaat tussen de waarneembare werkelijkheid en de denkbeeldige (hypothetische) constructies, zoals daar zijn: psyche, ziel. bewustzijn, geest. e.d. Welke de eigenlijke objecten van onderzoek voor de psychologen zijn. Ter overbrugging van die afstand drukt men zich. zoals bekend, in metaforen en/of gelijkenissen uit. Maar. hoe groter de afstand tussen ,,de oevers van de werkelijkheid en het imaginaire" des te wijdser de beeldspraak. Niemand heeft er moeite mee de menselijke geest op te vatten als een ..informatieverwerkend systeem" en tegelijkertijd en evenzeer als een .,eolusharp (windharp) beroerd door het lichtste zuchtje wind": Het één niet zonder het ander, zo lijkt het. Misschien dat zulk een gevarieerd overdrachtelijk taalgebruik de behoefte aan veilige geborgenheid oproept van het tijdperk dat alles alles was. Dat was dan het tijdperk van voor de wetenschap die daar immers een eind aan maakte. Intuïtief voelt elke wetenschapsbeoetenaar dan ook aan dat de afstand tussen het waarneembare en denkbeeldige teruggebracht moet worden — liefst door zijn eigen inspanning als hij zich althans met ervaringswetenschap bezig houdl. Als dat lukt is het een aanwijzing dat hij op de goede weg voortgaat.

Exacte houding Wat gezegd kan worden, kan duidelijk worden gezegd. En: Van dat waarover niet gesproken kan worden moet men zwijgen, heeft de taalfilosoof Ludwig Wittgenstein (1889-1951) gezegd. Wittgenstein probeerde duidelijk te maken dat men juist over metaphysische zaken als psyche en geest zijn mond moest houden en ten einde aan zijn dringende vingerwijzing te ontkomen gingen de psychologen elk aspect van de menselijke geest verankeren in iets stoffelijks. Zo kwam de psychologie aan haar éénduidige, enigszins geforceerde uitspraken als: creativiteit is datgene wat die en die tests meten waar we aan het begin van dit opstel op stuitten. Een voordeel van deze exacte houding is in ieder geval dat men zich bij het begrip creativiteit een min of meer uniform beeld vormt; men weet voortaan waarover men het heeft —

al is het mager waarover men het heeft, en al is de groep van ,.men' klein. nl. de insiders. Overigens, over de inhoud van de betreffende tests mag ook geen enkel mi.sverstand bestaan: over elk item moeten derhalve eveneens harde, begripsbepalende. afspraken gemaakt worden, 'levens moeten taal- en testmateriaal voor iedereen verstaanbaar en begrijpelijk zijn en blijven terwijl de wereld verandert; men kan moeilijk creativiteit meten in een test met verouderd, en uit de mode geraakt kinderspeelgoed, dat niemand meer inspireert tot enige vorm van creativiteit. Voor de psychologie is de weg schier oneindig. Daarbij, men heeft een technocratentaal geschapen die alleen voor insiders toegankelijk IS. Aan de andere kant. het woord creativiteit roept bij iedereen van onze leef- en ervaringswereld een ongeveer gelijke betekenis op. zonder dat van het desbetreffende begrip een loep-zuivere definitie gegeven hoeft te worden. We zouden er juist tegen moeten waken, dat in het spoor van Wittgenstein met taaiidioom de werkelijkheid al te zeer geweld wordt aangedaan, zeggen andere psychologen derhalve. Er is een stroming in de psychologie die de afstand tussen de psyche ot geest en de aanwijsbare verschijnselen voorlopig laat zoals deze is. Deze stroming wil slechts de allergrootste verwarring vanwege gevarieerd en wild woordgebruik voorkomen en streeft er naar beeldspraak van één en dezelfde soort te gebruiken. (Men kan hier een analogie zien met een bepaalde tak van de natuurkunde waar het golfmodel voor licht wordt gehanteerd.) De uitgangsstelling van deze nieuwe stroming in de psychologie is tegelijkertijd simpel en vaag: de wetenschapsman vat de geest van de mens op als een instrument dat iets opneemt (term één) en het op duistere wijze verwerkt (term twee). Echter, het lichaam van die geest verraadt hoe het verwerkt is (term drie). Van de drie termen is er slechts één onbekend. Welnu, op grond van vergelijkingen, bewerkingen en berekeningen tussen de eerste en de laatste term, die wel bekend zijn, komt hij wellicht iets te weten over de tweede term. Zoals gezegd, er heeft zich iets in het duister, a.h.w. in een donkere kast afgespeeld (term twee = black

box). Aan hem luidt de opdracht een kast construeren of na te bouwen zodanig dat als je term één er instopt drie er uit komt. Voor de psychologie trof het dat een dergelijke kast er reeds was: de computer. De computer is voortaan centraal komen te staan in de beeldspraak van de psychologie. D.i.. de computer staat model voor de mens. Iedereen beseft dat de mens geen computer is - net zomin als hij een eolus — of windharp is. Ik geloof te weten waarom de officiële p.sychologie impopulair is. In de bundeling van metaforen, alle op de computer betrekking hebbend, treedt de mens voortdurend en onophoudelijk naar voren als een systeem dat data opneemt en een vermogen tot informatieopslag en -uitvoer etc. heeft alsof de mens tot een bepaalde generatie computers behoort. We zeiden al: de computer staal model. Wellicht vergeet de psychologie wel eens te zeggen dat hel model -~ hier hei computermodel met al zijn eigenschappen slechts een afgietsel, een matrijs of een ding is. dat nooit blijvend met het origineel gelijk gesteld zal worden. Ht)c dan ook. toen ik zelf 1(J jaar geleden afstudeerde en de informatietheorie in was. werd de geest van de mens min of meer als een telecommunicatiesysteem mei (de)coderingsvermogen opgevat en nu is de opvatting dat deze benadering verouderd is. Ik herhaal: Een model is slechts een model, d.w.z. het is niet echt. d.w.z. het is, althans voor de psychologie, niet de te bestuderen' werkelijkheid. '\ ussen haakjes en in de gauwigheid: een model wordt gebruikt om theorieën te testen die wel op de psychologische werkelijkheid slaan en ook om onderstellingen uit te proberen waarop nieuwe theorieën gebaseerd zijn. In de psychologie kiest men een model — dat helemaal geen computer hoeft te zijn — vanwege het simpele feu dat enkele eigenschappen of elementen eigen aan het model overeenkomen me( (een combinatie van) slechts enkele menselijke eigenschappen die in feite de aandacht van de psycholoog hebben. Zo zullen sommige relatief eenvoudige menselijke eigenschappen dikwijls, maar andere relatief complexe eigenschappen nooit ..in de machine gestopt worden". Wat die laatste betreft, denk alleen maar aan de wijze

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 145

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's