GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 419

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 419

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

m magazine 21 Turkse en Spaanse tyrannen, die de Christenen hun vrijheid met geweld ontnemen, zullen dat voor God te verantwoorden hebben. Fel vaart ds. Udemans uit tegen de Spanjaarden en Portugezen „of andere wreede menschen". Aan hen mogen de Nederlanders geen slaven verkopen, omdat die „tyrannie bedrijven over hare zielen ende lichamen... menscheiickerwijse zijn sy dan bedorven naer ziele ende naer lichame, als sy in hare handen komen... De koopmanschap die in het Pausdom, met namen onder de Spaengiaerden ende Portugijsen, met de zielen, ende lichamen der menschen, niet alleene van Indiaensche slaven, maar ook Mooren, ja van vrome Christenen, die den Paus voor haer hooft niet en willen bekennen, gedreven wordt, is een vervloekte ende Anti-christelicke kramerie, die sy voor Godt noch voor redelicke Menschen, noyt en sullen konnen verantwoorden." De pot-en-ketel discussie begon dus al vroeg. De adviezen van ds. Udemans spruiten in niet geringe mate voort uit een behoefte om iets te ontwikkelen wat zich radicaal onderscheidde van de paapse praktijken. Het belangrijkste verschil was wellicht z'n eis, dat bekeerde slaven na zeven jaar dienden te worden vrijgelaten. Geen twijfel bestaat er bij de vaderen van Dordt over het menszijn van de zwarte. Hij moet worden bekeerd en dan als broeder aanvaard. Sporen van deze opvatting treft men in die tijd ook in de vroege Kaap-kolonie. Van racisme is dan nog geen sprake. Gemengde huwelijken komen voor. Slaven, die zich bekeerden tot de gereformeerde religie dienden te worden vrijgelaten. Maar juist deze opvatting had een fataal effect. Bestreden werd de opvatting niet, maar wel had deze tot gevolg, dat activiteiten van zendelingen als bedreigend werden ervaren door de slavenhouders. Zowel in Zuid-Afrika als in Suriname ondervonden Hernhutters tegenwerking. Voorts verschoof het criterium christen-heiden als scheidslijn tussen vrije en slaaf meer en meer naar die van blank-zwart. Het ergste was wellicht de daaropvolgende neiging om het menszijn van zwarten in twijfel te gaan trekken, 'n Surinaamse

ordonantie van 1804 duidt slaven aan als „c^eze voorwerpen". In Zuid-Afrika raakte de aanduiding „schepsel" in zwang. Na het besluit in 1635 van de Staten-Generaal om de slavenhandel aan te moedigen, neemt het bedrijf in korte tijd een grote vlucht en valt er in de Nederlandse kerken in de 17e en 18e eeuw een opvallend stilzwijgen over het onderwerp. Het bedrijf speelde zich af ver van het bed van de meeste Nederlanders; in tegenstelling tot Engeland (Liverpool) kenden de Nederlanden geen slavenmarkten. Met name Zeeland (Vlissingen en Middelburg) speelde een grote rol in de uitzending van slavenschepen. Wat drong er door van het gruwelijk bedrijf tussen Afrika en Amerika? Vanuit de „Camer op de Maze" openbaart zich in 1726 in een periode waarin het de handel slecht gaat - enige ongerustheid over het achterwege blijven van zendingsarbei'd onder de slaven. Aan de West-Indische Compagnie wordt in overweging gegeven „off ter verkrygingh van den zeegen van Godt-Almagtigh over trafique, zeevaert en commercie van deeze Compagnie, niet hoognoodig waaren dat serieuselijk gedagt wierde op de voortplantingh van de waare gereformeerde religie, in het overbrengen van het ligt des Evangeiiums onder de verre affgeleege volkeren in de Westindien ende plaatsen, waerop de voorsegde Compagnie handel drijft mitsgaders daer deselve colonien heefft, offte andere etablissementen insonderheyt met relatie tot de swarten off zogenaamde negros slaaven." Als een ander symptoom van onzekerheid zou mogen worden beschouwd de verdachte populariteit, die in 1742 de neger-predikant J. E. J. Capiteyn in de Republiek verwerft wanneer deze het „Staatkundig-godgeleerd onderzoekschrift over de Slavernij" publiceert,„a/s niet strijdig tegen de Christelijke Vrijheid". In 15 maanden beleeft het geschrift vier drukken. In vele Hollandse hulskamers komt een gravure te hangen van „de Moor uit Africa", die de slavernij verdedigde. Het kwam de bewindhebbers van de West-Indische Compagnie voor, dat zij in ds. Capiteyn de juiste man hadden gevonden, die de geestelijke verzorging van zwarten kon behartigen zonder gevaren voor de slavenhandel. Hij werd daarop door de Compagnie als predikant naar het slavenfort Elmina op de Afrikaanse westkust gestuurd. Capiteyn deed z'n best. Zo vertaalde hij het eerste Gebod„/Ar6en de Heer Uvj God, enz... in „Ik ben Jan Compón, enz.", want de Compagnie was uiteraard almachtig. Ook schrapte hij In het vierde Gebod de mededeeling dat op de Sabbatdag ook dienstknechten en dienstmaagden niet mochten werken. Capiteyn zond z'n vertaling ter goedkeuring aan de Compagnie en dat leverde geen moeilijkheden op. Wel ontstonden problemen toen een exemplaar van het bij Jacobus de Beunje in Leiden in 1744 gedrukte boekje in handen viel van de Classis Amsterdam. Capiteyn werd gemaand een betere vertaling te leveren, maar daarvan is niets terechtgekomen. L. C. Vrijman o.a. beschrijft dit stukje vaderlandse kerkgesch iedenis in z'n in 1937 gepubliceerde„S/av^en/ïa/ers en slavenhandel." Van Capiteyns predikantschap in Elmina kwam

zieifli^ enfie naer Hchame, alftfp fn ftace

/ X I V. Tronwc fliven>infoi>dcrheyc die TTorae Chriftenen worden , moeten ccrlijckbdoont, ende naer fekeren tijdt van Jaren vry gelaten worden, op datfe niet nufmoedigh en worden, ende des te beter tot hetChriften-gcloove mogen geiockt worden. WMt ÏKOI \a02bm (p onfe Brotders JmlÜtb Onéfimus. Phi-

IcSOK eii&e öergalöOT moeten fp l>an/

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 419

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's