GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 305

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 305

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

W}nuig^zine39

omheen. Maar je hebt de opdracht en dus het recht om samen te zoeken naar die ruimte waarin je huwelijk een gemeenschap wordt, en waar de dominee niet de gehuwde celibatair is (,,ik ben wel getrouwd maar dat komt niet in mindering op mijn werk!" - wee dan het getrouwd zijn én wee dan het werk!) Hoe zou er zonder die gemeenschap in de pastorie iets terecht kunnen komen van wat je in je gemeentepastoraat opeens zo nodig het realiseren van gemeenschap wilt noemen?

Authenticiteit Je kunt zeggen: ik zal zeggen wat ik denk en zoals ik het denk; anders krijg ik er een frustratie van en dat mag mij niet gebeuren. Nou, met dat recht zul je nooit veel groeien. Je kunt ook de diepte behoefte aan authentiek gezag in de gemeente en in de samenleving ontdekken, en merken dat dat gezag meer kwetsbaar dan kwetsend is. Een worsteling om een eerlijkheid die realisering van nuchtere en behoedzame liefde is; die vergissingen maken kan en ook maakt, en het dus telkens van vergeving hebben moet en niet alleen van God maar ook van mensen die je kwetste; dat is een worsteling om een (voor!-)recht waar je niet zonder frustratie en kleerscheuren doorheen komt, maar waar je wél een beetje volwassener bij wordt. (Zoiets als een Jakobsoverwinning waar je mank bij loopt, maar de zon gaat er wel over op!).

Identiteit Je kunt je recht daarop claimen: ze slikken me maar zoals ik ben . . . nou, dan blijf je ook die je bent, zoals en in de graanschuur achtergebleven tarwekorrel zichzelf blijft, onveranderd en onveranderlijk omdat je je niet aan de aarde verliezen wilt, bang voor een beetje doorgaan, en dus steriele identiteit! Je kunt ook je recht op eigen identiteit zoeken waar het te vinden is, n.l. nooit in jezelf maar altijd in relatie in open ontmoetingen antwoord zoekend (niet altijd wetend) bij en dan anderen en dé Ander, de Goede Pastor. Zo naar ruimte zoekend vinden we hier nergens een individueel welzijnsparadijs,

maar wel, met name ook in onze predikanten werkplanning ruimte voor bevrijd spelen én bezinning. Bezinning op wat gaande is in de tijd waarin de gemeente gemeente is; ruimte voor rust, om echt de signalen van overwinning en nood. Van geloof en (ver)twijfel(ing) op te vangen uit gemeente en samenleving. En dat alles zo te laten doordringen dat je je ermee vereenzelvigen kunt, van gemeente naar God toe, en zo ruimte vindend om te luisteren ook van God naar jezelf, de gemeente, de samenleving toe. Ruimte voor meditatie op eigen identiteit-al s-relatie: relatie met de levende Heer, om van Hem uit authentiek te kunnen zijn in je relatie tot wat zqn gemeente is; de gemeente is niet jouw paradepaard, niet jouw gouden kalf, niet duplicaat van wat jij jouw identiteit vindt; ze is - liefst mét jou - lichaam van Christus! Ik zou aan dit alles nog dringend een ding willen toevoegen: in mijn werk kom ik door heel het land in vele, vele pastorieën. Als er aan een ding ontstellende behoefte bestaat, dan is het aan echte collegialiteit in plaats van de bla-bla van veel onderlinge groothouderij. Dat zullen we onderling bij elkaar mogen en moeten claimen: recht op collegiale ruimte! Als een van de voorwaarden om van nu naar straks verder te kunnen gaan als predikant(sechtparen). Collegiale ruimte waarin je jezelf hardop kunt en mag horen praten met een ander over je eigen functioneren, dat is over je gelukkingen en over je falen, over wat je boeiend en fijn vindt, én watje frustreert, je twijfel, je mislukkingen. Recht op collegiale ruimte waarin het niet meer hoeft voor te komen dat een dominee-in-nood (aan)klagen moet: een collega bidt er natuurlijk nooit met je! Recht op collegiale ruimte waarin we niet als eerste reactie op eikaarde een de ander en de ander de een probeert te , .plaatsen'', te etiketteren en dus te isoleren; waarin je niet elkaar allereerst aftast vanuit de gedachte; we zullen zijn geest eens beproeven want die zal wel weer niet uit God zijn! En als 't een ,,boze" (afwijkend van mijn ideeën) geest is dan excommuniceren we hem wel!; integendeel we vragen elkaar

recht op collegiale ruimte waarin het geduld (vrucht van de Geest) overheerst, en waarin de één behoedzaam aanmoedigend en verwachtend met de ander omgaat, overwegend: laat ik toch vooral de Geest niet uitdoven, want die kon wei eens aan het werk zijn in wat ik mijn collega daar hoor zeggen, en dat wat anders is dan ik al wist! Een ruimte van een elkaar niet loslatende ontmoeting, elkaar vasthoudend, niet omdat een nieuwe scheuring zo'n hoop gezanik geeft, maar omdat je elkaar benieuwd wilt blijven doorvragen: wat is je diepste motief? Wat is je hier echt aan gelegen terwille van de gemeente en waarom? en zo naar elkaar luisterend nieuwe én oude schatten uit elkaar tevoorschijn verwacht en gelooft. In een, wat lang woord gezegd: de predikant van nu heeft recht op vormen van een functioneel-pastoraal-collegiale ruimte om straks predikant, herder en leraar te kunnen blijven. In het genoemde deputaatschap voor collegiale werkbegeleiding wordt een poging in die richting gedaan. We willen daar niet te vroeg overdreven enthousiast over doen: het lukt niet altijd. Maar het lukt wel zo vaak en vaak zo diepgaand, dat ik wéét: wat ik u hier nu vraag, hoeft geen fantasie te zijn, het is in de praktijk al mogelijk gebleken: collegialiteit in deze zin. Tenslotte: de predikant van straks kan de predikant van nu zijn die alleen maar niet doodging, die alleen maar elk jaar eenjaar dichter bij zijn emeritaat kwam zonder zich af te vragen wat er allemaal aan de hand is, in het pastoraat, in de tijd van vandaag. Het zal zijn tijd dan wel duren. Maar hij kan ook de predikant zijn die, in de pastorie of in meer specialistisch pastoraat, steeds verder groeit, niet omdat hij het ,,ambt" romantiseerde - wie houdt dat vandaag uit? - maar omdat hij niet ophield dit recht te claimen: recht op ruimte om te dienen, recht ook op functionele, pastorale collegialiteit, om te kunnen luisteren en te kunnen uitpraten en eventueel te biechten (over dat laatste zouden we nog eens door moeten praten), zo dat je de ruimte krijgt om samen van nu naar straks te gaan."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 305

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's