GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 186

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 186

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

\ffl magame 8

tal van ondernemingsraden die een aantal jaren ervaring hebben opgedaan, hun werkzaamheden per jaar gaan programmeren en er voor zorgen dat de belangrijkste onderwerpen de hoogste agendapunten worden. Men is helemaal af van het kruimelwerk, omdat men al heel gauw heeft ontdekt, dat het daar niet om begonnen is en dat je daar in verdrinkt. Goede ondernemingsraden behandelen de zaken waar het echt op aan komt: het jaarverslag de jaarplannen, de meer-jaren budgetten, de hoofdlijnen van het investeringsbeleid en het sociale beleid worden grondig besproken. Dat zijn geen kinderachtige onderwerpen meer. Naar mijn vaste overtuiging zal er, naarmate het meer die kant uitgaat, bij de achterban van de ondernemingsraden, meer belangstelling gaan groeien. In het verleden gingen de ondernemingsraden daar vaak stuk aan: ze werden doodgevroren door hun achterban. Dat krijg je wanneer ze zich niet met wezenlijke zaken bezighouden. Ik vind toch wel, dat we de afgelopen tien jaar een geweldige ontwikkeling hebben doorgemaakt.

Arbeid-kapitaal Op een vraag hoe in zijn opvatting van verantwoordelijkheid de bedrijfsleiding moet worden gezien, stelde prof. Van Zuthem voorop, geen moeite te hebben met een eigen verwoordelijkheid en een navenante invloed voor de leiding. Verantwoording achteraf is altijd mogelijk. Bovendien zei hij zich te kunnen voorstellen dat in de toekomst de ondernemingsleiding wordt benoemd door werknemers. Van Zuthem: Op het ogenblik is het zo, dat naast de werknemers, ook de kapitaalverschaffers, de investeerders belang hebben bij een goede leiding. In het christelijk-sociaal denken leeft daarom heel sterk — en naar mijn mening terecht — de gedachte over de gemeenschappelijkheid van kapitaal en arbeid, die moet uitmonden in een zekere gelijkheid in de verdeling van de bevoegdheden. Er zijn andere vormen denkbaar, al denk ik niet dat we daar al aan toe zijn. Ik kan me voorstellen dat het veranderingsproces in de onderneming, dat we nu meemaken, zal leiden tot een andere opstelling van de leiding.

H onderd jaar terug was de onderneming een kapitaalszaak; de leiding werd benoemd door de kapitaal belangen. Arbeid was een e.xterne factor die werd ingehuurd of afgestoten naar behoefte. De verandering die we nu meemaken zou een omkering kunnen inhouden van de factoren kapitaal en arbeid. Ik denk, dat we hard op weg zijn van het kapitaal een externe factor te maken. Dus kan ik me in de toekomst ondernemingsstructuren voorstellen, waarbij de onderneming als een zelfstandige eenheid kapitaal inhuurt, terwijl de factor arbeid de legiti miteitsbasis is voor de leiding. Pruijt: Met de structuurvennootschap zijn we in feite al ver in deze richting gegaan. Volgens de structuurwet wordt de raad van commissarissen niet meer benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders, maar wordt langs de weg van coöperatie aangevuld, met een beïnvloedingsrecht van aandeelhouders, ondernemingsraad, directie. De raad van commissarissen leidt dus een eigen leven en is verantwoordelijk voor de benoeming van de leiding. Bovendien verschuift in vele grote vennootschappen de verhouding van eigen en vreemde middelen. Het eigen kapitaal dat werkzaam is, is voor een groot deel dan vaak

nog afkomstig uit winstinhouding en niet van buitenaf aangetrokken. Dat alles onderstreept de ontwikkelingen die door prof. Van Zuthem zijn geschetst. Wat ik niet zie, is een direkte benoeming van de leiding door werknemers. Ik denk niet, dat de huidige structuurwet het eindstation zal zijn voor de raad van commissarissen, maar er is in ieder geval een serieuze poging ondernomen om de raden van commissarissen zodanig samengesteld te krijgen, dat die ook het vertrouwen van de werknemers hebben. Dat orgaan zou naar mijn smaak verantwoordelijk moeten blijven voor het benoemen van de leiding. Als je dat niet zou doen, zul je stuk lopen op het karakter van mensen. Dan krijg je alle ellebogenwerk en alle strooppotten zullen gehanteerd gaan worden. Bovendien denk ik aan die bedrijven, waar aan carrière-planning wordt gedaan. Dat zijn processen waar jaren mee gemoeid zijn en die broodnodig zijn om de vele leidinggevende posten in een groot bedrijf te kunnen opvullen. Die processen moeten niet verstoord worden door een direkt benoemingsrecht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 186

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's