GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 274

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 274

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

^magazines

archipel representatief kabinet te formeren (de christen-Ambonees Leimena wordt minister). Verdeeldheid is er in het republikeinse kamp of men deze Nederlandse tegenzet moet slikken of niet. Patty behoort tot degenen, die zich fel verzetten tegen Sjahrirs neigingen de Nederlanders maar wat toe te geven. In een brief op 2 mei 1946 probeert minister Logemann aan de Koningin uit te leggen, hoe de Indonesische nationalisten de zaak zien. ,,Wat de plaats betreft, die de republiek in het geheel van Indonesië zou kunnen innemen, is men in nationalistische kring overtuigd, dat zij ook in de Buitengewesten op wellicht geringe uitzondering na - waarbij men uiteraard vooral denkt aan Ambon algemeen zou worden aanvaard, indien men gelegenheid had mn ook daar vrijelijk propaganda voor haar te voeren en haar organisatie in te richten. Trouwens, omdat de republiek gevoeld wordt als de vormgeving van het Indonesisch nationalisme, ligt het voor de hand, dat zij in beginsel aanspraak maakt op geheel Indonesië als haar territoir. Men erkent echter, dat op het ogenblik haar gezag de facto beperkt is en vandaar de bereidheid om vooralsnog genoegen te nemen met een plaats als onderdeel van heel Indonesië." De brief wordt geschreven na de onderhandelingen op de Hoge Veluwe, april '46. Uit de notulen van deze bespreking blijkt een grote mate van vertrouwen aan Indonesische kant, dat de Nederlanders zich

vergissen ten aanzien van het veronderstelde deelstaatverlangen in de archipel. Als de Indonesiërs vrij mogen kiezen, zal de door de Nederlanders bedachte federatieve structuur geen kans maken, verwacht men. Zo vraag mr. Soewandi of hij de opmerkingen van de Nederlandse minister aldus mag begrijpen ,,ciat de federatieve vorm niet een principieel karakter draagt en een einddoel vormt, doch veeleer beschouwd moet worden als een weg tot een verderliggend doel. Zou blijken, dat geheel Indonesië zich onder de republiek wil scharen, dan zou Nederland zich daartegen niet verzetten? Deze vraag wordt bevestigend beantwoord, waarop wordt opgemerkt, dat deze vorm dus alleen gekozen is om dwang op gebiedsdelen, die recht hebben op bepaling van eigen toekomst te voorkomen. In zoverre is de zaak principieel namelijk als garantie." Uit tal van andere documenten blijkt dat Nederland daarbij niet alleen, maar toch vooral ook Ambon als argument noemt. Een héél volk is loyaal aan Nederland en tegen de republiek, is de Nederlandse mening. Een genuanceerder beeld schetst de Ambonese KNIL-kapitein Tahya (MWO-drager uit de strijd tegen de Japanners en adjudant van generaal Spoor) tijdens de Hoge Veluwe-besprekingen. Hij blijkt beter geïnformeerd. Het verslag meldt dat hij ,,na alles wat op Java gebeurd is vanwege de republiek" (de rampokkerijen jegens Ambonezen) er in Am-

bon, de Minahassaen Timor,,we/ degelijk twijfel bestaat, aangaande de gezindheid van de republiek tegenover deze bevolkingsgroepen en haar vermogen om haar goede bedoelingen t.a.v. de minoriteiten ook met gezag te realiseren. Daarom geeft men er in die streken de voorkeur aan de Rijksconferentie af te wachten en zou men er bepaald bezwaar tegen hebben, indien thans zonder eigen medewerking een te nauw verband (Indonesisch staatsverband) zou worden gelegd". Dat klinkt voorzichtiger, maar hij is dichter bij de waarheid dan de Nederlanders denken. Ook het vervolg van het verslag over Tahya's mededelingen op de Hoge Veluwe is vermeldenswaard. , ,Spreker wijst er intussen op dat vooral bij de intellectuelen onder de Molukse groepen wel de overtuiging bestaat dat het gewenst is aan te sturen op een zo nauw mogelijk verband." Kortom: het Moluks intellect zou méér geporteerd zijn voor het idee van een eenheidsstaat. Zonder twijfel doelde Tahya op de vele Molukse Jntellectuelen op Java die de lijn doortrokken van de vroegere Sarekat Ambon. Kans om hun opvattingen te propageren op de Ambonse eilanden kregen deze Molukse intellectuelen niet, evenmin als vroeger Patty daarmee mocht doorgaan van de Nederlandse autoriteiten. Toch wordt wel iets ondernomen vanuit het kantoor van de Molukse gouverneur Latuharharry. Met een paar slechte, van de Japanners overgenomen scheepjes probeert men expedities naar de Molukken te zenden om de bevolking te winnen voor de vrijheidsstrijd. Slechts een ervan bereikt Boeroe. Een diorama in het Legermuseum in E)jakarta herinnert aan dit gebeuren. In een rapport van het Ned. bewind aan minister Logemann over de periode 13-20 april '46 wordt gemeld: ,, Te Namlea op Boeroe is een prauw geland met gewapende extremisten, die onder het gebruik van valse leuzen de bevolking tegen het Nederlandse gezag opruiden. Het gezag wordt hersteld door troepen uit Ambon, waarbij geringe tegenstand werd ondervonden en 40 arrestaties werden verricht."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 274

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's