GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 332

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 332

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

\tt} magazine 22 tekenis van de Bijbelse Openbaring wordt miskend." In het subfaculteitsblaadje werd ook een lezing aangekondigd die dr. J. W. Ouweneel over het creationisme heeft gehouden in het biologisch Laboratorium van de VU op 14 maart. Prof. Van de Fliert was daar ook. Voor de Ledenraad van de VU-Vereniging op zaterdag 14 mei vertelde hij daarover iets: ,,Enkele weken geleden sprak op het Biologisch Laboratorium van de VU op uitnodiging van de Vereniging van 'biologiestudenten dr. W. J. Ouweneel over het thema „Schepping of Evolutie". Hij wilde dat op wetenschappelijke wijze in een wetenschappelijk gezelschap doen en bood ter overweging twee modellen aan. 1 . een scheppingsmodel implicerende een jonge aarde, waarin zich in haar bestaan grote catastrofale ontwikkelingen hebben voorgedaan: 2. een evolutiemodel met een zeer oude aarde en uniforme ontwikkeling zonder althans catastrofes zoals onder 1 . worden verondersteld." „Een wetenschappelijke discussie bleek niet mogelijk en het geheel verliep daardoor nogal onbevredigend voor veler besef", zei prof. v.d. Fliert over dit gebeuren. „Maar dat neemt niet weg dat de prediking van een vermeend bijbels geologisch wereldbeeld uit een kring die pretendeert bijbelgetrouwe wetenschap te beoefenen en daarvoor een hogeschool heeft gesticht in brede kring gehoor vindt van de jeugd die zich in Youth for Christ georganiseerd heeft tot ouderen als vele gereformeerde predikanten toe; dat dr. Ouweneel overal in het land volle zalen trekt waar honderden mensen in gespannen aandacht naar zijn boodschap luisteren De Evangelische Omroep heeft zich in ons land achter deze zogenaamd fundamentalistische beweging gesteld en is met behulp van o. a. een Amerikaanse oud-testamenticus de aanval op de wetenschapsbeoefening aan de Vrije Universiteit begonnen.

Causerie prof. v.d. Fliert Voor de Ledenraad van de VU-Vereniging hield prof. Van de Fliert op 14 mei de volgende causerie: ,,Wat is dan toch het verhaal dat dr. Ouweneel en zijn vooral ook Amerikaanse medestanders de aarde wil laten vertellen? Het is geen nieuw verhaal, maar een verhaal dat eeuwen geleden een zekere plaats heeft gehad in de ontwikkeling van het w e tenschappelijk denken over de aarde, namelijk dat deze nog slechts enkele duizenden jaren oud is en dat de zondvioedcatastrof e verantwoordelijk is voor bijna alle documenten en structuren in de aardkorst waaruit geologen een langdurige geschiedenis van de aarde en de aardkorst afleiden. En zo vond men vroeger fossiele olifantsbotten die men — vóór Cuvier — niet als zodanig herkende maar determineerde als botten van reuzen die volgens de Bijbel vroeger geleefd hadden. Precies hetzelfde doet men vandaag. Men vindt afdrukken van voeten die een oppervlakkige gelijkenis vertonen met die van mensen (in Krijtlagen van Texas) al zijn ze voor een deel veel groter dan normale mensenvoeten (u heeft ze voor de EO-televisie kunnen zien) en ook vandaag weer vermeldt dan de oud-testamenticus Whitcomb daarbij in zijn boek „The Genesis F\ood": Dit herinnert ons aan de tekst uit de Bijbel: In die tijd leefden er reuzen op de aarde. Wat vroeger drie eeuwen geleden gezegd werd, wordt vandaag weer gezegd en dat blijkbaar zonder enige aarzeling, — die men toch eigenlijk wel zou moeten hebben als men de geschiedenis goed had gekend. De geschiedenis waarin met Cuvier duidelijk werd dat deze zogenaamde botten van menselijke reuzen in feite olifantsbotten waren en dat ook andere voor menselijk versleten resten niets te maken hadden met mensen die bij de zondvloed waren omgekomen maar resten waren van dieren die men eerst op basis van een bepaald ontwikkelingsstadium van de biologische wetenschap betrouwbaar als zodanig kon determineren. Het was ook Cuvier die door nauwkeurige waarneming tot de conclusie kwam dat er niet één grote catastrofe in de wereldgeschiedenis was geweest, maar een aantal. Alléén de laatste daarvan werd nog geïdentificeerd met de historischezondvloedcatastrof e. Toen men echter in de loop van de 19e eeuw inzicht kreeg in de ware oorzaak van de gesteenten en fenomenen die men nog aan de bijbelse zondvloed toeschreef, namelijk de kwartaire ijstijd, bleek dat alles wat men tot dan toe aan de bijbelse zondvloed had toegeschreven daar niets mee te maken had. Zoals eens de vermeende reuzenbotten de karakteristieke structuren van olifantsbotten bleken te bezitten, zo bleken allerlei andere documenten en structuren in de aardkorst niet in overeenstemming

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 332

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's