GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 393

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 393

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

IA magazine 39

Hulpverlener of ondernemer? Is de manier waarop dokters betaald worden van invloed op de relatie artspatiënt? , ,Moeilijk onderwerp, hoor", zegt prof. Van Aalderen. Er blijkt eigenlijk weinig onderzoek naar gedaan. Zijdelings speelt het mee in een onderzoek van een van de medewerkers van het Huisartseninstituut van de VU. Geprobeerd wordt een beeld te krijgen van het verwijzingsgedrag van de huisartsen (verwijzing naar specialisten). ,,Een gecompliceerd gebeuren" zegt prof. Van Aalderen, over de verwijzingspraktijk. ,,Er gebeuren in de relatie arts-patiënt zoveel irrationele dingen". En welke onbewuste motieven spelen mee bij de arts? Hij schetst de situatie van een jonge arts, die pas begint, die zich diep in de schulden heeft gestoken om een praktijk over te nemen en die - naar men mag aannemen - niet gaarne riskeert dat de patiënten bij hem weglopen. Wat doe je dan als een patiënt er op staat naar een specialist te worden verwezen, ook al vind je het zelf niet nodig? En moetje doorgaan met allerlei kostbare onderzoeken als je weet dat de patiënt meer gebaat zou zijn bij een bezinning op z'n levensomstandigheden (relaties, werk). Prof. Van Aalderen: ,,Het vraagt moed van iemand om open naar z'n eigen situatie te durven kijken en zich af te vragen: kan ik wel zo doorleven? Het vraagt ook moed van de huisarts om die waarheid aan te roeren. Het klaaggedrag van de patiënt heeft soms de functie om weg te houden de waarheid dat het in z'n leven niet lekker gaat". Er zijn trouwens ook patiënten die een verwijsbrie^e naar de specialist vragen omdat ze voor specialistische hulp verzekerd zijn en niet voor de hulp van de huisarts. Men vindt het vervelend, maar zegt het soms ronduit. De ideaal-situatie is dat de arts in wat hij doet en laat zich uitsluitend laat leiden door het belang van de patiënt.

maar prof. Van Aalderen kan zich toch niet voorstellen dat de gemiddelde arts daarbij volstrekt niet gehinderd wordt door het feit dat de aard van z'n beslissing van invloed is op z'n inkomen. Voor specialisten geldt dat overigens in sterkere mate dan voor huisartsen. Prof. Van Aalderen:,,Een particuliere patiënt heeft een kind met mazelen, een betrekkelijk onschuldige ziekte, maar er kunnen complicaties optreden. Nu kun je uitleggen op welke verschijnselen gelet moet worden en pas terugkomen wanneer er inderdaad complicaties optreden. Dat kan. En het is een volkomen verantwoorde beslissing. Maar je kunt ook zelf nog een paar controle-visites afleggen en die in rekening brengen. En zo is het met veel dingen. Ik vind het eigenlijk een zeer ongewenste situatie dat deze dingen gaan meespelen bij je beslissingen. Het moet eigenlijk niet zo zijn dat de aard van je beslissingen je inkomen beïnvloedt. Ik ben er erg voor geporteerd dat dat onafhankelijk van elkaar gemaakt wordt, want het is een verstorende factor in het geheel". VU-magazine: de financiële relaties tussen arts en patiënt lijken op die van de koopman, die een product levert aan de klant . . .

de artsen-inkomens. ,,Er wordt veel afgegeven op de hoge inkomens van de artsen, maar men vergeet dat in het begin een arts niet zoveel verdient door de vele schulden die hij heeft moeten maken. Z'n inkomen is de eerste tien jaar onevenredig laag; daarna onevenredig hoog. Er zou een betere spreiding moeten komen." Puur speculatief blijven beschouwingen over de vraag of een lager artseninkomen van invloed zou kunnen zijn op de natuurlijke selectie voor het vak. Dat de beroepsgroep van artsen niet representatiefis voor het Nederlandse volk wat betreft politiek-maatschappelijke inzichten bleek jaren geleden al uit een onderzoekje. Een onevenredig hoog percentage dokters gaf de voorkeur aan de VVD (Nederlandse volk 10 procent; huisartsen 49 procent). Hing dat samen met de ondernemersrol, die de Nederlandse arts wordt opgedrongen? Geheel zonder grond is het vermoeden niet, dat een andere maatschappelijke positie van de arts de natuurlijke selectie beïnvloedt. Prof. Van Aalderen: ,,In Rusland heeft de dokter geen hoge status; hij wordt niet abnormaal hoog betaald. Je zou kunnen zeggen: hij heeft een gemiddeld inkomen. Of het daarmee samenhangt is niet bewezen, maar het Prof. Van Aalderen: ze lijken er niet valt wel op, dat er in Rusland relatief alleen op; ze zijn het! Dat is voor mij véél vrouwelijke artsen zijn." althans . . .Ik heb altijd het gevoel dat het met elkaar in strijd is. Je ontkomt er niet aan dat het doktersberoep een hulpverlenersberoep is, maar wie een praktijk begint, wordt tegelijk ondernemer, of hij het nu leuk vindt of niet. Met name aan het eind van de beroepsopleiding hier, komt voor velen het probleem opdoemen. Dan komt aan de orde hoe ongelukkig dat geld is. Ik dacht dat de meerderheid van de artsen die hier afstudeert graag van het huidige systeem af zou willen en er best iets voor over zou hebben als het anders was, maar de maatschappelijke situatie biedt ze geen keuze". Overigens heeft prof. Van Aalderen, gegeven deze situatie wel begrip voor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 393

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's