GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 323

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 323

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magame 13

Duitse Kirchentag een anti-vertrossingsmodel? door drs. M. E. Brinkman In Uuitslancl organiseert de nvangelische Rirche eens m de twee jaar een Kirchentag. Na de Tweede Wereldoorlog zag de Duitse kerk zich voor de vraag gesteld wat de kerk het zozeer uiteengeslagen na-oorlogse Duitsland (nog) te zeggen had. De Kirchentage moesten voor een deel ertoe bijdragen op die vraag antwoord te geven. Vanaf het allereerste begin konden deze ,,kerkdagen" zich in een grote belangstelling verheugen. Al gauw kregen ze ook iets van een verbroederingselement tussen de deelnemers uit Oost en West en droegen ze hun steentje bij aan de bij veel Duitsers nog steeds sterk levende herinnering aan het ,,grossdeutsche" rijk. In dat kader kreeg de Kirchentag iets van een ,,gesamtdeutsche" nostalgische verbroedering. Daaraan kwam een abrupt einde door de oprichting van de muur enige maanden na de Kirchentag van 1961 in Berlijn. De laatste jaren ziet de leiding van de Kirchentagen —• geconfronteerd met een sterk dalend aantal bezoekers — zich opnieuw voor de vraag gesteld wat de kerk het inmiddels zeer welvarend en weer machtig geworden West-Duitsland (nog) te zeggen heeft. Vertrossing Naar aanleiding van een aantal impressies van de op 8-12 juni, 1977, gehouden Kirchentag in West-Berlijn zouden we in het navolgende de vraag willen stellen wat zo'n Kirchentag ons in de Nederlandse situatie te zeggen heeft. Met name zouden we dan willen vragen of de door dr. G. Dekker in het V.U.-Magazine van febr. '77 gesignaleerde vertrossingstendens zich ook in de Duitse kerk manifesteert of dat, juist integendeel, de Duitse Kirchentag ons een model kan aanreiken om de vertrossing tegen te gaan. In het genoemde artikel en ook in zijn nadien verschenen „Gekerkerd geloof' (Baarn, 1977) definieert dr. Dekker het begrip vertrossing als volgt: ,,dat geheel van (al of niet toegenomen) behoeften van de mensen aan afgrenzing van hun wereld en aan probleemloosheid, alsmede van de aktiviteiten die aan het bevredigen van deze behoeften vorm geven" (Gekerkerd geloof, pg. 12),

Drs. M. E. Brinkman

Kirchensteuer Allereerst zullen we echter de situatie, waarin de Duitse kerk zich bevindt, onder ogen moeten zien. Immers, die verschilt nogal van de onze. In Duitsland betaalt elke belastingplichtige, die officieel geregistreerd staat als lid van een kerk, een door de overheid naar rato van zijn inkomen.vastgestelde kerkbelasting. Op deze wijze betaalt bijna elke Duitser zijn kerkelijke bijdrage, omdat haast elke Duitser gedoopt is en dientengevolge als kerkhd geregistreerd staat. Enkel door zich heel nadrukkelijk uit te laten schrijven ontkomt men aan z'n kerklidmaatschap en zo ook aan z'n kerkelijke bijdrage. Met de via deze belasting binnengekomen gelden kan de kerk zichzelf niet alleen zeer goed bedruipen, maar is ze ook in staat talrijke maatschappelijke aktiviteiten te ontplooien zoals het stichten van scholen.

ziekenhuizen, bejaardencentra, psychiatrische inrichtingen, kindertehuizen, etc. Een groot deel van het maatschappelijk werk en van de gezondheidszorg is in Duitsland dan ook in handen van de kerk. Positie Afgezien van de vraag of de kerk de Duitse samenleving nog iets te zeggen heeft, kan in elk geval worden vastgesteld, dat de kerk in de Duitse samenleving nog veel te zeggen heeft. Weliswaar is haar positie volop in discussie, maar vooralsnog ziet het er niet naar uit dat deze positie aangetast wordt. Een efficiencybureau heeft onlangs in opdracht van de staat uitgerekend, dat de huidige situatie voor de staat zeer aantrekkelijk is. De vele vrijwilliger.'< onder de kerkelijke werkers en de veel voorkomende combinaties van het predikantschap én het direkteurschap van de een of andere instelling maken hei voor de Duitse overheid zeer aantrekkelijk op de oude voet verder te gaan. Voorde kerk heeft deze situatie ook onmiskenbaar aantrekkelijke kanten. Ze hoeft niet veel tijd te „verdoen" aan eindeloze inzamelingsakties en heeft tevens een grote stem in het maatschappelijk gebeuren. Overigens kan men zich natuurlijk afvragen of zo'n machtspositie de kerk van Christus wel siert, temeer, wanneer men bedenkt, dat de kerk zich zo in vele gevallen aan de maatschappij presenteert in de vorm van kerkelijke ,,regenten". En ongetwijfeld zal zo'n kerk, die door een door de overheid geinde kerkelijke bijdrage „slapende rijk wordt" bij velen ook ernstige vraagtekens oproepen. Demonstratief Tegen deze achtergrond wordt ook duidelijk, dat als de Duitse kerk zich op een Kirchentag met al haar hebben en houden presenteert, er al heel gauw een sfeertje ontstaat van: Kijk es, wat de kerk allemaal wel niet doet. Maar dit wat uitdagende, demonstratieve karakter van een dergelijke „tentoonstelling" keert zich ook ogenblikkelijk tegen zichzelf Vele aktiegroepen op het ge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 323

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's