GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 448

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 448

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mü magazine 6 slechts gedoopten als getrouwd wil beschouwen. De zin van de kerkelijke huwelijksbevestiging, moet m.i. worden gezocht in het feit, dat men zich als paar aanmeldt bij de gemeente. Het lijkt me dan ook vrij zinloos om in de kerk te trouwen en er dan verder niets meer aan te doen. DE RUITER: Dus het idee van: de kerk zegent het huwelijk en dat is goed voor het paar is in zo'n visie niet op z'n plaats? RINZEMA: Men kan de zegen krijgen, zoals ook iedere zondag. DE RUITER: Ik heb me wel eens afgevraagd of de kerk niet een bijdrage zou kunnen leveren wanneer mensen uit elkaar gaan. Bijvoorbeeld door daarvan kennis te geven. RINZEMA: Een dergelijke suggestie is enige tijd geleden in Gezond Gezin aan de orde geweest. Men voelde toen niet voor institutionalisering van zulke zaken. Ik heb toen geschreven dat ik het met name rond de avondmaalsgemeenschap vind spelen. Er zou dan gezegd kunnen worden, dat broeder Jansen en zuster Pietersen uit elkaar zijn, maar dat ze elkaar als broeder en zuster accepteren en daarom beiden aan het avondmaal zijn. DE RUITER: De vraag of dit soort zaken moet worden gebonden aan de avondmaalsgang zal voor velen in de gemeente wel eens een probleem kunnen worden omdat, naar mijn indruk, het avondmaal wat anders is gaan functioneren. RINZEMA: Dat is de norm naar de feiten toebuigen. DE RUITER: Nee, ik wil ermee zeggen, dat wanneer de kerk er zich toe beperkt dit soort situaties op te pakken wanneer er avondmaal wordt gehouden, ze zich in feite terug trekt. RINZEMA: Je zou moeten komen tot vormgeving van christelijke verzoening van twee mensen, die het niet meer met elkaar kunnen uithouden. Overigens - m ^ r dat is een zijlijn - is een normale kerkdienst voor mij een avondmaalsdienst en vind ik het een wantoestand, dat we dat bij ons niet hebben. S a m e n wonen Vu-magazine brengt de vraag op tafel of toegenomen mondigheid en emancipatie, met name van de vrouw, met zich mee brengt dat men vaker dan vroeger kiest voor samenwonen in plaats van te trouwen. RINZEMA: Ik wil eerst vaststellen, dat mondigheid niet hetzelfde is als individualisme. Het lijkt me beter om van ,,volwassenheid" te spreken. Dat

betekent: jezelf zijn en de zorg willen dragen voor anderen en dus niet: een vorm van zelfon^looüng waar een ander voor moet wijken. Ik heb al gezegd, dat het wezen van het huwelijk voor mij ligt in de liefdesband tussen twee partners en als twee mensen zouden willen gaan samenwonen, zou ik hen dan ook vragen wat hen daarbij voor ogen staat. Er zullen zeer verschillende motieven zijn tot samenwonen. In sommige gevallen zul je moeten vragen (je moet niet zo gauw iets zéggen, vind ik): ,,Kunnen jullie dat eigenlijk wel maken?" Bijvoorbeeld wanneer er opvattingen zouden bestaan die zouden getuigen van grote zorgeloosheid of onverschilligheid, iets wat naar mijn taxatie niet veel voorkomt. In andere gevallen zou ik vragen:,,Dus jullie zijn eigenlijk getrouwd?" In m'n dissertatie heb ik destijds geschreven, dat het denkbaar is, dat mensen een huwelijk aangaan zonder dat dit institutioneel wordt bevestigd. Als voorbeelden heb ik toen genoemd het huwelijk van een jodin met een zogenaamde ariër in de jaren '40-'45 en de verbintenis tussen een zwarte en een blanke in Zuid-Afrika. Ik zou dus geneigd zijn, mensen die zich als gehuwden gedragen, als gehuwden te beschouwen. DE RUITER: Ook ik vind, dat je je, wanneer twee mensen een relatie aangaan, moet afvragen: wat willen die mensen eigenlijk? Aan een relatie, die we samenvatten met ,,huwelijk" zijn vele aspecten te onderscheiden. Een compleet huwelijk, inclusief gezinsvorming heeft een vijftal ,,kernfuncties", zoals de gezinssociologen dat noemen. Men denkt hierbij aan de sexualiteit, de voortplanting, de opvoeding van de kinderen, het gemeenschappelijk huishouden en de emotionele geborgenheid. Nu zijn er veel mensen, die dat alles niet in hun relatie wtUen of kunnen onderbrengen. Ze vinden in het huwelijk te veel. Dit speelt bijvoorbeeld voor mensen die elk een eigen inkomen hebben en niet de behoefte voelen om in hun huwelijk financieel samen te doen. Maar als je een huwelijk aangaat, heeft dat onvermijdelijk voor de duur van het huwelijk en nog ver daarna, zeer ingrijpende gevolgen op financieel gebied. Ook gaat de betekenis van het huwelijk het familierecht ver te buiten: het heeft ook te maken met pensioen, met belastingen, met successie-rechten enzovoort. De situatie waarvoor we staan en waardoor het huwelijk hier en daar - zeker in de theorie - wat minder populair dreigt te worden, is dat het

huwelijk voor sommigen te veel biedt en dat anderzijds aan het huwelijk zaken zijn verbonden die anderen wel zouden willen maar niet kunnen krijgen, omdat ze niet getrouwd zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan twee samenwonende zusters, of aan twee vrienden. Er bestaan situaties waarin mensen zeggen: om die en die redenen past de huwelijksvorm ons wel; om andere redenen niet. Het huwelijk overvraagt naar z'n juridische kant, de mensen een bee^e, naar sommiger oordeel en dat zit vooral in de financiële sfeer. In de morele sfeer, dat wil zeggen de sfeer die te maken heeft met de kwaliteit van de relatie, heeft de wet natuurlijk niets te eisen of voor te schrijven. RINZEMA: Daarmee ben ik het eens. Een overheid kan niet dwingend normen opleggen. Als er mensen zijn die zeggen: we vinden het huwelijk een te knellend juk, dan is het de taak van de overheid om ruimte te scheppen. DE RUITER: Door alles heen loopt ook de vraag van de maatschappelijke positie van de vrouw. Die is hier ongelooflijk belangrijk. Ik heb de indruk dat de betere informatie die vrouwen hier over kunnen krijgen en zaken als het tweede-kans-onderwijs, maar anderzijds ook het vroeger laten liggen van een beroep, hetgeen dan later wordt betreurd, een heel spanningsveld betekenen in bestaande huwelijken. Dat kan mee oorzaak zijn van het mislukken ervan. RINZEMA: Dat kom je in de pastorale praktijk ook wel tegen: de vrouw emancipeert zich en de man kan dat niet aan. Je zou eigenlijk trainingscursussen moeten hebben voor zulke situaties. Ik heb eens een verhaal gelezen van een Amerikaan, die stelde: als mensen met elkaar praten is er onbewust altijd een contract-relatie aanwezig. Bepaalde dingen verwachten we niet, andere wel. Als twee mensen met elkaar optrekken, nemen ze als vanzelfsprekend aan, dat ze hetzelfde contract voor ogen hebben. Een simpel voorbeeld: een meisje komt uit een gezin waarin de vader een zeer actieve rol speelde; een jongen komt uit een gezin waarin de vader nooit iets behoefde te doen thuis. Zo'n meisje neemt als vanzelfsprekend aan, dat de man zal assisteren in het huishouden, de jongen neemt als vanzelfsprekend aan dat dit zijn taak niet is. Beiden vinden hun instelling normaal. Eigenlijk zouden ze op een papiertje moeten zetten, wat ze van elkaar verwachten en dat naast elkaar leggen. Zo kun je

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 448

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's