VU Magazine 1977 - pagina 432

)ffl magazine 34

Eerste uitkomsten en psychologisch onderzoek

Wie heeft kans op hart-infarct? Heeft de ene persoonlijkheid meer kans op een hart-infarct dan de derdelen was in feite steeds dezelfde: kan er een lijn worden geconstateerd andere? zo luidde een jaartje geleden (december' 76) de kop boven in de reacties van de drie groepen een verhaal in VU-magazine. Beschreven werd hoe drs. L. J. P. proefpersonen? Pas wanneer er een van Doornen (fysiologische psychologie) op zoek was naar de consequent patroon was te ontwaren kenmerken van de ,,coronaire risico-persoonlijkheid", aangeno- in de persoonlijkheidskenmerken, de men, dat zo een persoonlijkheid bestaat. Een aantal uitkomsten manier van reageren op stress, of in het vermogen of onvermogen om af te van dat onderzoek zijn onlangs bekend geworden: hij blijkt inder- dempen, kon van een effect worden daad te bestaan. gesproken. Immers: wanneer hoog- en Trouwe lezers herinneren zich wellicht nog waarover het onderzoek ging. De medische wetenschap is reeds in staat geweest een lijstje met risico-factoren te leveren. Er is een verband tussen het roken van sigaretten, een te hoge bloeddruk, een te hoog cholesterolgehalte van het bloed enerzijds en de kans op een hartinfarct anderzijds. Al zijn die verbanden niet zo ,,hard" als wel eens wordt gesuggereerd - er drs. L. J. P. van Doornen kan bijvoorbeeld niet zonder meer van oorzaak en gevolg worden gesproken- Onderzoek het is iets. De vraag was, of zo'n rijtje Om aan zulke bezwaren zoveel mogerisico-factoren ook zou zijn op te stel- lijk het hoofd te bieden, ging drs. van len voor wat de persoonlijkheidsken- Doornen als volgt te werk: hij nodigde merken betreft. Pogingen om daar 78 VU-personeelsleden uit om aan zijn achter te komen waren al eerder in het (door de Hartstichting betaalde) onwerk gesteld. Zo stelden Amerikaanse derzoek deel te nemen. Hij splitste onderzoekers het zogenaamde ,,A- deze groep in personen voor wie, mepatroon" samen. De typische ,,A- disch gezien, een hoog risico op een persoon" die een grotere kans zou infarct gold en in personen voor wie hebben op een infarct dan anderen, een laag risico gold. Hij hanteerde zou bijvoorbeeld in voortdurende tijd- daarbij het wel of niet roken; normale nood verkeren, overdreven actief zijn, of abnormale bloeddruk; hoog of laag een sterke neiging tot wedijveren ver- cholesterol-gehalte in het bloed als critonen en nog zo het een en ander aan teria. Deze twee groepen werden vereigenschappen hebben. geleken met een groep infarctpatiënten uit het VU-ziekenhuis. De De zwakte van veel onderzoek naar drie groepen beantwoordden vier vrapersoonlijkheidskenmerken van ,,co- genlijsten. Bovendien werden ze exronaire risico figuren" zat hem in het perimenteel in stress gebracht, waarfeit, dat vaak vergelijkingen werden bij dan lichaamsfuncties cils ademhagemaakt tussen mensen die al patiënt ling, bloeddruk, hartslag etc. werden waren en gezonde mensen. Op die ma- geregistreerd en tenslotte werd, evennier kon niet worden nagegaan of de eens experimenteel, nagegaan, in patiënten de kenmerken die bij hen hoeverre men in staat was zijn reacties waren geconstateerd ook al hadden, op een prikkel (een harde pieptoon) af vóórdat ze door een infarct werden ge- te dempen. De bedoeling van elk van de drie ontroffen.

laag-risico personen samen geheel anders reageren dan de patiënten, dan heb je alleen geconstateerd, dat de patiënten kennelijk ,,anders" zijn dan niet-patiënten en dat was al bekend voor het onderzoek begon. Wanneer daarentegen van de laag-risico-groep, via de hoog-risico-groep naar de patiënten groep een üjn te bespeuren viel, mocht worden verondersteld dat er een kenmerk was gemeten, dat aan het infarct was vooraf gegaan.

Verrassend Uit de eerste uitkomsten van het onderzoek blijkt nu, dat een aantal eigenschappen, die de patiënten onderscheiden van de lïiag-risico-personen, ook gelden voor de hoog-risicopersonen. Met andere woorden: patiënten en personen voor wie op medische gronden een hoog risico geldt, hebben persoonlijkheidskenmerken gemeen. De belangrijkste zijn: emotionaliteit, depressiviteit, activiteitsdrang, ongeduld en een tekort aan positieve faalangst (een begrip met een wat onduidelijke naam. Het betekent ongeveer, dat men onder druk en bij hoge activiteit in staat is, grote prestaties te leveren). Van dat rijtje eigenschappen waren ,,depressiviteit" en ,,emotionaliteit" stellig de meest verrassende. Men zou verwachten, dat juist deze kenmerken een gevolg zouden zijn van een hartinfarct. Nu blijkt echter dat klachtenvrije mensen met een medisch hoog infarct-risico depressief en emotioneel zijn. Iets dergelijks werd in eerder onderzoek wel gevonden, maar, zegt drs. van Doornen, ,,zulke gegevens wantrouwde ik een beetje, omdat ze voort-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen