GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 226

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 226

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

^^ai

1^ magazine 4

de burger kan uitoefenen op basis van de informatie die hem ter beschikking wordt gesteld. Anderzijds gaat het ook om het kunnen deelhebben en deelnemen aan maatschappelijke en culturele verworvenheden en ontwikkelingen". Er zijn weinig woorden nodig om uit te leggen hoe het onderzoek van Van Cuilenburg en Noomen paste in het thema van de vakgroep, of in de uitspraak van de minister. Hun onderzoek ging tenslotte over de vraag: hoe zit het met de politieke meningsvorming via de kranten? Of, wat meer toegespitst: watgebeurt er met de politieke artikelen in een krant, als wordt gelet op het ,,hoe" (vorm) en het ,,wat" (inhoud) van die artikelen?

Vorm Hoe stel je vast op welke manier een krant vorm geeft aan ,,de politiek"? In het onderzoek werd gewerkt met het begrip ,,stelligheid". Daarmee werd bedoeld: doet een krant zo maar, links en rechts beweringen, of worden die beweringen voorzien van feitelijke toelichtingen, aanvullende informaties. Hoe meer er werd beweerd, hoe groter de stelligheid; hoe meer de beweringen werden ,,gedragen" door motiveringen en informatie, hoe minder de stelligheid. De politieke artikelen in de elf onderzochte kranten werden op hun stelligheid beproefd. Omdat inhoudsanalyse over tal van onderwerpen een belangrijke rol speelde in het onderzoek volgt hier een voorbeeld van hoe dat in z'n werk ging (voor het gemak zijn de zinnen genummerd):

Omkoperij? 1. Het gerucht dat buitenlandse vliegtuigfabrieken pogingen in het werk zouden hebben gesteld om Nederlandse parlementariërs om te kopen, heeft wel een lange weg moeten afleggen. 2. Vanuitons land bereikte het „Le Monde" om op het Binnenhof (terug) te komen en daar tot een alarmstenuning aanleiding te geven. 3. Het idee is nu gelanceerd een justitieel onderzoek te doen instellen; een onderzoek.

dat natuurlijk niets zal opleveren, zolang niet vastgesteld kan worden welk Kamerlid in eerste aanleg het gerucht verspreid heeft en waarom. 4. Het is n.l. moeilijk aan te nemen dat de vertegenwoordigers van de betreffende vliegtuigfabrieken zelf wereldkundig zouden maken dat ze omkooppogingen in het werk zouden hebben gesteld en dat ze daarin dan gefaald zouden hebben. 5. Zo'n justitieel onderzoek kan dus gevoeglijk achterwege blijven. 6. Voldoende lijkt het ons, dat bij het afleggen van de zuiveringseed(belofte) door Kamerleden voortaan ook de verplichting wordt opgenomen om alles wat naar twijfel«:htige benadering door wie dan ook zweemt, onmiddellijk aan het Kamerpresidium te rapporteren. 7. Voor het overige: zand erover. 8. Er zijn belangrijker zaken waarover parlementariërs zich zouden kunnen opwinden. Aan zin 1 kan worden toegevoegd: ,,naar onze mening" en is dus een bewering. Het beweringskarakter wordt versterkt door de woorden ,,wer' en ,,moeten".

2. De lange weg die het gerucht uit zin 1 heeft moeten afleggen wordt hierin geïllustreerd en geldt als motivering voor de bewering in zin 1. Het zinsdeel ,,en heeft daar tot een alarmstemming aanleiding gegeven" is tevens opgevat als een bewering, omdat hier een situatie wordt geïnterpreteerd waarover ook anders kan worden geoordeeld. 3. Het beweringskarakter van deze zin zit in de woorden ,,dat natuurlijk niets zal opleveren, zolang". Een onderzoek zou best iets kunnen opleveren, bijvoorbeeld wie het gerucht heeft verspreid en waarom. 4. Deze zin heeft zowel een bewerings- als motiveringskarakter. De woorden ,,het is moeilijk aan te nemen dat" drukken een vermoeden, of een veronderstelling uit. Ditzelfde vermoeden geldt als motivering voor de bewering in de voorgaande en volgende zin, namelijk dat een onderzoek niets zal opleveren. 5. Naar de mening van de schrijver kan een onderzoek achterwege blijven, hierover kan anders worden gedacht (bewering); 6. Het beweringskarakter blijkt wanneer de woorden ,,Voldoende lijkt het ons" vervangt door ,,het is voldoende naar onze menii^".

>

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 226

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's