GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 360

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 360

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

nl magazine 6

Rol radio en t.v. DRS. BUDDINGH: De bedoeling van de cursus is het - meest uit Amerika afkomstige - begrippenapparaat van de onderwijskunde wat te verduidelijken. Onderwijskunde is geen gemakkelijk vak; de tien katernen zijn dan ook nogal pittig. De functie van de radio en t.v. in het geheel zal zijn vlees en bloed te geven aan die begrippen. Bij radio doen we dat door middel van interviews, reportages, documentaire vormen, rollenspelen, waarbij situaties in de klas worden nagedaan of die op scholen kunnen worden opgenomen en waarbij leerlingen, leraren en ouders betrokken worden. De radio-programma's volgen de thema's die in de katernen voorkomen. In de programma's wordt gewerkt met een zgn. ,,resonansgroep" uit luisteraars. Reacties uit die groep zullen in nieuwe programma's worden verwerkt. Tenslotte blijven we dan de actualiteiten in de gaten houden en we zullen die (voor zover ze de cursus raken) zeker ook in het programma halen. Het kan bijvoorbeeld best zijn dat we zullen inspringen op het schoolwerkplan dat deze winter in discussie zal komen. Hoofdlijn is: twintig uitzendingen die vrij nauw gekoppeld zijn aan de tien katernen. De televisie zal duidelijk mikken op een groter publiek en zal daarom de katernen niet op de voet kunnen volgen. Er zullen een aantal situaties die zich tussen leerlingen en leraren kunnen voordoen worden uitgediept. De radio is heel duidelijk gericht op de cursisten, al zal ook de toevallige luisteraar kunnen volgen waar het over gaat. Bij televisie is dat niet anders. Wel kijkt een veel groter publiek daarnaar en het is dan ook zaak het programma voor niet-cursisten zo toegankelijk te maken. De televisie zal een aantal onderwerpen die in de katernen aan de orde komen er uit lichten en daarover mensen aan de praat laten. Dat gesprek zal dan worden geïllustreerd met praktijksituaties.

Aankondigingen van de cursus op de NCRV-buis (foto's Mare van Dorp. AVC-VU)

Achterstand VU DR. V.D. AKKER: Vergeleken bij andere universiteiten heeft de VU een duidelijke achterstand op het gebied van postacademisch onderwijs. Buiten dit project wordt er verder bij mijn weten alleen iets aan gedaan bij geneeskunde, theologie en rechten. De moeilijkheden zitten hem in de financiën, die al ter sprake kwamen en in het feit dat niet duidelijk is, wie er met wie moeten gaan samenwerken. Moeten bijvoorbeeld, ik noem maar wat, bestuurskunde en bedrijfswetenschappen samen post-academisch cursussen gaan verzorgen of moet ieder dat apart doen? Verder bestaan er al tal van beroepsorganisaties die postacademisch onderwijs verzorgen. Dat wordt nu een taak van de uni-

versiteiten, maar die organisaties hebben vaak veel meer ervaring dan de universiteiten. Het zal me niet verbazen als daarover problemen ontstaan. Een ander probleem: het is nog helemaal niet duidelijk welke vorm van onderwijs het meest geschikt en het meest praktisch is. Moeten er hoorcolleges worden gegeven? Moet er in werkgroepen worden gewerkt? Moeten er opdrachten worden gegeven en uitgewerkt? Naar mijn indruk weet men van dit soort zaken in andere landen meer dan hier. In Frankrijk met name, heeft men een duidelijke financiële basis gegeven aan het post-academisch onderwijs. Daar houdt men een bepaald percentage op lonen en salarissen in en bestemt dat voor ,,formation continue". Uit die pot worden allerlei cursussen betaald; werknemers kunnen om de zoveel tijd met educatief verlof gaan. Ik denk dat de ervaringen die hiermee in Frankrijk zijn opgedaan wel eens verhelderend zouden kunnen zijn voor de situatie in Nederland. Ook in Engeland zijn efficiënte vormen bekend. Wanneer daar bijvoorbeeld een vakblad vindt dat er behoefte is aan een cursus dan kan het zich tot de universiteit richten en samen zetten ze dan een cursus op. Dat kan ook gebeuren in samenwerking tussen universiteit en industrie. Over het algemeen zijn universiteiten nogal huiverig voor een dergelijke samenwerking. Ik meen dat die huiver niet helemaal meer past in deze tijd. Ik zou me heel goed kunnen voorstellen dat een werkgever met een universiteit een contract afsluit voor een post-academische cursus ter bijscholing van zijn werknemers. Om een voorbeeld te geven: nog niet zo lang geleden kreeg ik iemand van het ministerie van financiën op bezoek en die vroeg gewoon wat de VU te bieden had aan post-academische cursussen voor de academici op het ministerie. Dat was een reële vraag. Nu weet je op centraal niveau in een universiteit niet veel van wat zich op de faculteiten afspeelt en ik heb hem dan ook naar de faculteiten verwezen. Ik ben bang dat ze daar nog niet veel te bieden hadden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 360

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's