GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 435

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 435

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

]^ magazine 37 delen voor ziekten. Met name aan dit vragencomplex heeft dr. Van 't Riet aandacht in z'n proefschrift gegeven.

Weer in de mode

Patiëntendemonstratie in 1930 van Prof. Bier

geworden en ook zijn tussenbeide komen ten gunste van de homoeopathie schijnt vergeten. Bij herdenkingen van zijn geboorte- of sterfdag werd de ..interventie" voor de homoeopathie niet aangeroerd of hoogstens aangehaald als een staaltje van onbevreesd uitkomen voor eigen mening. Ook in de geschiedenis der geneeskunde is de ,,interventie-Bier" praktisch onopgemerkt voorbijgegaan''. Een en ander rechtvaardigde een boek over dit onderwerp. Dr. Van "t Riet reisde ettelijke malen naar WestDuitsland om gegevens te halen, o.a. uit de familie-archieven bij de nakomelingen van de beroemde Berlijnse chirurg, in de D.D.R. had dr. Van 't Riet nog een gesprek met de hoogbejaarde secretaresse van de medicus.

Specifiek Naar de mening van Bier lag het zwaartepunt van de discussie niet zozeer bij de homoeopathie-als -zodanig als wel bij de vraag of deze methode de mogelijkheid biedt ziekten gericht (specifiek) te behandelen: de hamvraag der geneeskunde van alle tijden. Eigelijk zou men moeten zeggen dat de vraag luidt: hoe patiënten specifiek te behandelen. Ziekten zijn ficties, bestaan niet in werkelijkheid - wél concrete patiënten. En deze zijn niet alle-

ziekte. een variant, die weer een eigen behandeling vereist. Bier is volgens dr. Van 't Riet dit kardinale vraagstuk niet uit de weg gegaan. Hij schreef er verschillende malen over en is tenslotte lang niet zover gegaan als Hahnemann. Deze zocht specifieke midmaal hetzelfde, maar zij vertonen ieder voor zich een eigen variant van de De grondlegger van de Homoeopathie, Hahnemann, die eerder de medische stand van zijn dagen ergerde door zich tegen het aderlaten te keren.

Het gevolg van de discussie, die Bier losmaakte was dat de homoeopathie plotseling weer in de mode kwam. Er werd een leerstoel opgericht, ziekenhuizen gesticht, tijdschriften uitgegeven. Zelfs werden plannen gemaakt voor een grootscheeps controle-onderzoek. Maar al was de homoeopathie dan meer respectabel geworden, algemeen aanvaard is zij niet. Na de tweede wereldoorlog is integendeel de behandeling van ziekten een uitgesproken onspecifieke koers gaan aanhouden. De oude onspecifieke prikkeltherapie, die aan het eind van de jaren dertig in de vergetelheid was geraakt, kwam na de oorlog op wonderbaarlijke manier weer tot leven als de nu weer in aanzien staande behandeling met bijnierschorshormonen (welke als reactie op prikkels van allerlei aard door de bijnier gevormd bleken te worden). Deze hormonen gelden als onspecifieke middelen bij uitstek: zij kunnen bij-de meest uiteenlopende ziekten toegepast worden. Als zodanig lijken zij een volstrekte tegenstelling te vormen met de middelen van Hahnemann, die uitdrukkelijk een zeer specifieke behandeling nastreefde. En toch. zegt dr. Van 't Riet. was de stammoeder van de bijnierschorshormoonbehandeling. de prikkeltherapie, voor Bier de springplank naar die homoeopathie. Waaruit te leren valt. dat totaal verschillende geneeswijzen bij nader toezien toch meer familiegelijkenis kunnen vertonen dan op het eerste gezicht leek.

Drie procent Hoe staat het met de homoeopathie in ons land? Er zijn op "t ogenblik een 100 artsen in gespecialiseerd, die aangesloten zijn bij de Vereniging van Homoeopathische geneesheren" en 70 homoeopathische dierenartsen. Verder zijn er 20 homoeopathische apotheken en vier homoeopathische tandartsen. Ongeveer 700 artsen tonen belangstelling voor de homoeopathie door af en toe te verschijnen op de vergaderingen van de Vereniging. Tussen de één a drie procent van de Nederlandse artsen heeft dus meer of mindere betrokkenheid. In het buitenland zijn deze percentages ongeveer hetzelfde. (BvK)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 435

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's