VU Magazine 1978 - pagina 204

1 ^ magazine 26

ten van het overleg tussen bewoners en gemeente zoals dat in de loop van het vernieuwingsproces w o r d t gevoerd Zowel de opdracht o m overleg te voeren als de resultaten van dat overleg krijgen daarmee een politieke status. De eenheid van het vernieuwingsproces w o r d t daarmee verzekerd, want de kern-doelstellingen worden vastgelegd; de bewoners krijgen politieke garanties dat de afspraken die ze hebben gemaakt, zullen worden nagekomen en de gemeenteraad beperkt zich niet tot het uitspreken van een oordeel als de vernieuwing ten einde is gebracht, maar speelttijdens het proces al een roi,

Projectgroepen Bij stadsvernieuwing is een groot aantal gemeentelijke instellingen betrokken. De vraag is hoe een aanpak, die kan worden getypeerd met „permanent overleg", kan worden georganiseerd op een manier die nog wat intact laat van de in dat overleg genomen beslissingen. In het advies w o r d t voorgesteld per wijk projectgroepen te formeren waarin ambtenaren uit verschillende onderdelen van het apparaat met elkaar samenwerken onder een onafhankelijke projectleider. Onafhankelijk wil zeggen, dat hij los staat van de ambtelijke instanties die bij het overleg met de bewoners betrokken zijn; liefstzou hij rechtstreeks o n d e r d e wethouder voor stadsvernieuwing moeten vallen. Verder zou er een ambtenaar uit de sociale sector in de kern van een project-groep moeten zitten en één uit de stedebouwkundige sector. De project-groep kan een beroep doen op deskundigheid die in het ambtelijk apparaat aanwezig is. De projectleider moet er voor zorgen dat die deskundigen op tijd worden ingeschakeld en ook op tijd weer uit de project-groep verdwijnen. De bewoners maken zelf uit of ze, al dan niet bijgestaan door deskundigen, deel willen uitmaken van de project-groep. In ieder geval moet de gemeente hen daartoe wel uitnodigen. Door deel te nemen kunnen de bewoners het besluitvormingsproces op de voet volgen en er invloed op uitoefenen. Om gesprekspartner te kunnen zijn moeten bewoners van de gemeente middelen kunnen krijgen o m eigen deskundigen aan te trekken.

De projectgroep moet sterk zijn. Hij pleegt niet alleen overleg met bewoners, maar n e e m t - mét hen - ook besluiten. Deze besluiten moeten een hoge status hebben in het geheel van de gemeentelijke organisatie. Het moet niet zo zijn, dat allerlei ambtelijke groepen zich nog eens over de besluiten van de projectgroep buigen (bijvoorbeeld met het argument dat er moet worden gecoördineerd). De projectgroep moet worden ingesteld door en moet rapporteren aan het college van b. en w. De ambtenaren in de projectgroep zitten daar niet a titre personel, maar als vertegenwoordigers van hun diensten of afdelingen. Er moet bij hun benoeming op worden gelet dat een dienst of afdeling die ambtenaar afvaardigt die feitelijk de meeste invloed heeft op de bijdrage die uit die dienst w o r d t geleverd. Deze moet - via een delegatie-regeling - een zekere vrijheid van handelen hebben bij zijn werk in de projectgroep en zai regelmatig terugkerend contact met zijn dienst of afdeling moeten houden. Van de bewoners in de projectgroep kan niet worden gevraagd dat ze spreken namens een achterban. Wanneerze besluiten in de projectgroep mee te gaan doen, moeten al vroeg afspraken worden gemaakt over hun positie in de groep en hun verhouding tot de wijkbevolking. Bestaat er nog geen bewonersorganisatie en kunnen de bewoners in de project-groep niet worden beschouwd als vertegenwoordigers, dan zal de project-groep geregeld in overleg moeten treden met de bewoners. In ieder geval m o e t d a t gebeuren voordat e r u i t de project-groep zaken ter beslissing naar b. en w. worden gestuurd

Mogeiykheden en kansen De gedeelten van het advies die handelen over de plaats die de projectgroepen (die in de wijken werken) moeten innemen in het totaal van het gemeentelijke stadsvernieuwingsbeleid, blijven hier buiten beschouwing. Tot slot een citaat dat kan aangeven waarom het de onderzoekers was begonnen: „Een goed ambtelijk apparaat is onmisbaar en zeker een organisatie speciaal voor de aanpak van de taak stadsvernieuwing. Dat japparaat mag echter niet werken In een isolement waarin het zijn gang kan gaan. Het moet daarentegen onder voortdurende controle staan van de burgers voor wie het werkt. Daarvoor is in de eerste plaats nodig, dat politieke organen greep hebben op de organisatie. Even onmisbaar echter zijn organisatievormen en werkwijzen die de openheid en toegankelijkheid voor burgers vergroten. Een meer toegankelijke ambtelijke organisatie biedt weliswaar niet de garantie dat belanghebbenden meer invloed zullen hebben op ambtelijke besluitvorming - daar zijn ook andere dingen voor nodig. Het biedt echter wel meer mogelijkheden en kansen om invloed uit te oefenen aan hen die dat willen", (cjij (Stadsvernieuwing en getneentelijke organisatie, door F. Fleurke, P. L. Polhuis en J. de Ridder, uitgave: Staatsuitgeverij, verkrijgbaar bij de boekhandel voor ƒ 5,-)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen