VU Magazine 1978 - pagina 373
]tt\ magazine 19
Vü magazine 18 uitgedrui<t, dat gereformeerde wapendragers beducht behoeven te zijn voor kerkelijke tuchtmaatregelen. En zo heeft ook mr. Biesheuvel het niet begrepen. Prof. Blok maakt in een artikel in Trouw duidelijk dat hij zelfs tegen een dergelijke synodeuitspraak zou zijn. „Het zou ongepast en kortzichtig zijn het leger als zondebok te beschouwen". Er is - in de visie van prof. B l o k - e e n even grote verantwoordelijkheid voor het bezit van de door de synode als demonisch veroordeelde w a pens bij regering, staten-generaal en burger-kiezers. (In feite zag ook de gereformeerde synode van 1936 de verantwoordelijkheid daar liggen: men plaatste geen dienstweigeraars onder de kerkelijke tucht, maar verderstrekkend, burgers die lid waren van een (christelijke) pacifistische partij). Kennelijk geschrokken van de brief van de o u d premier verlieten de leden van het Moderamen het kerkrechtelijk zuivere pad. Wat de synode bedoeld en niet bedoeld had, kon uiteraard alleen de synode duidelijk maken niet het Moderamen. Een aansporing aan mr. Biesheuvel o m zich samen met prof. Blok te bezinnen op de vraag welke conclusies nu getrokken moeten worden uit het synodale getuigenis werd niet gegeven. Mr. Biesheuvel kreeg de volgende brief terug van de scriba M. H. L. Weststrate: „Het antwoord op de door u in uw brief van 17 juli gestelde vragen die in onze moderamenvergadering van 27 juli besproken werden, kan kortweg neen luiden. De synode heeft de door prof. Blok uit het besluit van 4 april 1978 getrokken conclusies niet getrokken, ze komen dus geheel voor rekening van prof. Blok. Juist omdat er verschil van opvatting bestond inzake de vraag, hoever een synode-uitspraak praktisch/pastoraal hierover mag gaan heeft de synode overwogen dat het wel mogelijk en wenselijk was een uitspraak te doen over het demonisch karakter van massavernietigingswapens en van de bewapeningswedloop, maar dat die uitspraak niet dwingend een bepaalde handelwijze zou voorschrijven. Wel heeft de synode uitgesproken dat van alle christenen mag worden verwacht, dat zij in woord en daad hun overtuiging uitdragen, dat de huiveringwekkende bewapeningswedloop niet tot vrede dient. Daarom besloot de synode o.m. de kerken op te roepen zeer duidelijk te getuigen van de geestelijke weerbaarheid, waaruit de gelovige mens vanuit het Evangelie mag en kan leven: en deputaten op te dragen alles te doen, w a t een voortgaande bezinning over het vraagstuk van oorlog en vrede in de kerken kan bevorderen. De synode is er zich van bewust geweest dat men persoonlijk uit deze uitspraak consequenties kan trekken die, zowel op geestelijk ais merterieel gebied, de nodige offers vragen. Daarom heeft zij de kerken opgeroepen te zoeken naar een op die gevallen gerichte pastorale en diakonaie aanpak. Het meest dtrekte in de synodale uitspraak is geweest het afwijzen van de neutronenbom, door in te stemmen met de brief van de Raad van Kerken aan de Raad van ministers. Ter nadere informatie zend ik u als bijlagen de rapporten van deputaten, van de commissie die
over het deputatenrapport adviseerde en het officiële synodebesluit." De heer Biesheuvel toont zich redelijk tevreden met dit antwoord zij het dat hij kritiek blijft behouden. Hij schrijft het Moderamen t e r u g : „Met voldoening stel ik vast dat het moderamen de conclusies die prof. Blok aan de recente uitspraken van de synode verbindt, vierkant afwijst. Deze duidelijke stellingname van het moderamen acht ik mede van groot belang met het oog op de komende vredesweek, wanneer het I.K. V. met de nodige publiciteit en propaganda in en buiten onze kerken de éénzijdige (kern)-ontwapening zal bepleiten als de enig juiste weg voor Christenen. Het zou mij nl. niet verbazen als het I.K.V. zich daarbij ook zal beroepen op de besluiten van onze synode van 4 april 1978. Uit uw antwoord blijkt echter duidelijk dat een dergelijk beroep geheel ten onrechte zou geschieden. Ik zou het op prijs stellen, als u de gereformeerde leden van het I.K. V. daarop tijdig - d.w.z. vóór de verschijning van de vredeskrant - zoudt wijzen. Overigens moet het mij van het hart dat ik met prof. Herman Ridderbos de besluiten van de synode éénzijdig en onvolledig acht. Daarom zou ik het moderamen en de deputaten willen vragen, bij de verdere bestudering van het oorlogsvraagstuk met name aandacht te schenken aan de principiële kritiek die prof. Ridderbos in het Gereformeerd Weekblad van 9 juni 1978 op de uitspraken van de synode heeft geleverd. Voorts is het mijns inziens dringend geboden dat onze kerken zich ook diepgaand beraden over de relatie kerk-overheid. Naar mijn gevoelen heeft de synode n.l. met haar afwijzing van het neutronenwapen de grenzen van haar bevoegdheid overschreden en is zij op de stoel van de overheid gaan zitten." De kous is dus voor mr. Biesheuvel nog bepaald niet af. Een weg terug voor de Gereformeerde Kerken naar een positie waarin ze de bezinning op politieke vragen overlieten aan politieke partijen, lijkt er evenwel niet meer te liggen. De voorwaarden daarvoor ontbreken. Omstreden blijft de moderamen-uitleg echter w e l , want prof. Blok weigert te accepteren dat zijn conclusie van de synode-uitspraak er naast is. In Trouw van vrijdag 8 september reageerde h i j : ,,lk geef de scriba van de synode graag toe dat dit mijn persoonlijke conclusie is, maar het is voor wie gewoon Nederlands leest en verstaat wel de meest voor de hand liggende conclusie." Dit voor wat betreftzijn stelling dat na de synode-uitspraak de gereformeerde dienstweigeraar in zijn niet kunnen aanvaarden van de moderne vernietigingswapens „ee/? normale vertegenwoordiger" is van zijn kerk. En voor wat het I.K.V. standpunt betreft inzake de kernwapens schreef prof. Blok: „Of zou ik soms moeten aannemen dat de synode wil zeggen: 'de kernwapens zijn als massavernietigingswapens demonisch, uit den boze, in strijd met Gods heil, maar ze mogen voorlopig best in Nederland blijven?' Ik zou me schamen zo iets van de synode te veronderstellen. Daarom heb ik gezegd dat de synode nu formeel achter de leuze van het I.K.V. staat."
Eerste drie eeuwen was kerk pacifistisch Kerkhistorisch hebben christen-dienstweigeraars niet gestraft te worden voor misdrijven Is niet ijzersterke papieren. De geleerden zijn het er over onschuld, maar de massaliteit van het aantal eens dat de christenen de eerste drie eeuwen uit slachtoffers dat men in zijn wreedheid heeft gegeloofsovertuiging niet deelnamen aan oorlogen. maakt. " De kerkhistoricus prof. dr. J . van den Berg schreef In de oudste kerkorde (omstreeks 200) komt de in de bundel „Christendom en o o r l o g " (1966): volgende bepaling voor: „Het is duidelijk, dat vóór 313 de geestelijke lei- „Een catechumeen of een gedoopte die soldaat ders van de kerk eenparig waren in hun afwijzing wil worden, moet worden afgewezen; want zij van de deelname aan de oorlog, de meesten bo- hebben God veracht" vendien ook in hun afwijzing van het deelnemen Een boeiend hoofdstuk over,,Christen en militaire aan de militaire dienst als zodanig." dienst", schrijft dr. G. D. Aalders in zijn recente Omstreeks 178 schreef de heidense filosoof Cel- boekje „ V a n Huisgemeente tot Wereldkerk" (Kok, sus „£/af a/s iedereen handelde als de Christenen, Kampen). het rijk in handen zou vallen van woeste barba- „Unaniem wijzen de oudste apologeten uit het ren. " De Romeinse filosoof, staatsman en literator midden van de tweede eeuw alle geweld af. Oorergerde zich bont en blauw aan het pacifisme van log is voor hen inhaerent aan de niet-christelijke de christenen. Een handjevol gewetenbezwaar- godsdienstige opvattingen van Grieken en Roden was geen probleem, maar de christenen w a - meinen. " ren toen reeds dermate in aantal toegenomen dat Een vroege antifascist toont zich Lactantius, die de veiligheid van de Staat zijns inziens in gevaar tussen 305 en 310 een boek over de christelijke k w a m . Als ze niet meededen aan 'stands defen- leer publiceert: sie. . . „l^en stelt, zegt hij, oorlogzuchtige generaals op Hij dreigten hoont de christelijke Romeinen, maar één lijn met de goden. Geen andere weg leidt tot w i l toch liever een c o m p r o m i s dan openlijke ver- de onsterfelijkheid dan legers te commanderen, volging. Waarom de gemeenschappelijke cultuur steden en dorpen te verwoesten, vrije volkeren af niet samen tegen de barbaren verdedigen? Het te slachten, of ze tot slaven te maken. Hoe meer Rijk is in gevaar, mensen deze generaals gedood, verslagen, uit„De ondergang van het Westen dreigt. Alleen een geschud en gedood hebben, des te groter is hun sterke staat kan redding brengen. Dat moeten de roem en ingekapseld in hun ijdele schijn-glorie, christenen toch ook inzien en daarom met de an- betitelen ze hun misdaden als verdiensten". deren de gelederen sluiten. Als één man achter de De christen doet de ander geen kwaad. Maar wat keizer staan I Wat zou me dat nu, een enkele maal is het resultaat, vraagt Lactantius. „Het gevolg is even te moeten zeggen: 'Kurios Caesar!' (Caesar dat de rechtvaardige door allen veracht wordt en is Heer!). Is dat nu zo bezwaarlijk? Is het zo moei- omdat men meent dat hij zichzelf niet kan verdelijk een 'Kerkgang op 's Keizers geboortedag te digen, gaat hij door voor futloos en inactief. Wie maken 7' Celsus begrijpt er niets van en het ergert echter wraak neemt op zijn vijand, die is pas een hem. Bij de goden, als zij niet willen horen, dan flinke, energieke kerel; hem houdt men in ere, moeten zij maar voelen." (dr. N. J . Hommes in voor hem hebben allen ontzag." „Cultuurgeschiedenis van het Christendom"). Voor velen zal het boekje van dr. Aalders nogal Niet uit de verf komt in deze schets waar het pre- w a t onthullingen bevatten. Vaststaat zonder enicies o m ging. De christenen zijn tegen geweld, ge twijfel dat de christenen de eerste eeuwen pategen militaire dienst en ook tegen de doodstraf. cifisten waren. Sinds jaar en dag roepen christen-pacifisten (Kerk In de eerste eeuwen werd over het onderwerp en Vrede) een hele stoet kerkvaders tot getuige. militaire dienst overigens vrijwel niet geschreven, Tertullianus (Cartago ± 200}: meldt prof. dr. Irvin B. Horst (theologische facul„Een soldaat die christen wordt, behoort uit het teit Universiteit van Amsterdam) in het cahier leger te treden." „ B i j b e l , Kerk, G e w e l d " (een I.K.V.-uitgave uit Origenes (eerste helft derde eeuw): 1971). „ Wij nemen het zwaard niet meer op tegen een „Blijkbaar is het onderwerp militaire dienst niet volk en wij leren niet meer de krijgsdienst, daar wij voor het einde van de tweede eeuw aan de orde zonen des vredes zijn geworden door Jezus, die gekomen en was het voor die tijd geen geschilonze aanvoerder is." punt. Als dat wel het geval is geweest dan is er Cyprianus (Carthago midden derde eeuw): geen bewijsmateriaal voor uit de bronnen die be„De wereld druipt van het bloed, dat over en weer waard zijn gebleven. Het was zonder meer niet in vergoten wordt. Wanneer een individu een moord overeenstemming met de aard van het Christelijk begaat, is dat een misdaad. Doet de staat het, dan geloof en het volgen van Jezus om deel te nemen noemt men het een goede zaak. Het criterium om aan de veldtochten van de Romeinse keizers of
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978
VU-Magazine | 484 Pagina's