GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 144

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 144

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wl magazine 10 Winst-werk Uit de discussie met de vakbeweging in de Stichting van de Arbeid, die in de afgelopen zomer is gevoerd en uit datgene dat ik heb gehoord over het verloop van de CAO-onderhandelingen, zoals die zich toespitst in de discussie over de APO's (arbeidsplaatsen-overeenkomsten), maak ik op, dat men er ook aan die kant oog voor heeft gekregen, hoe moeilijk het is, om een kreet „winstwerk" reële inhoud te geven, zij het dat de nuances aan de kant van de vakbeweging, duidelijk van bond tot bond verschillen. We zijn in de loop van de discussies het begrip werkgelegenheid of arbeidsplaatsen - garanties gelukkig min of meer kwijt geraakt. Dit ondanks de storm die over mijn hoofd kwam, toen ik twee en een halfjaar geleden op de jaarvergadering van ons verbond, mijn eerlijke mening ten beste gaf en ronduit durfde te zeggen, dat zulke garanties niet te geven zijn. Ik heb bij die gelegenheid gezegd: het is onmogelijk om in die zin garanties te geven, dat de winst in werk kan worden omgezet, het directe verband dat daarmee wordt gesuggereerd is er niet. Wel indirect. Ik heb gezegd: ik kan wel een andere garantie geven. Als u zoveel structuren inbouwt, dat een ondernemer niet op tijd de juiste beslissingen kan nemen, ook al maakt hij daarbij wel eens fouten, dan zal er alleen nog maar minder werk komen.

ondernemingsniveau. Het lijkt mij onvermijdelijk, dat de rol van de ondernemingsraad in die verhouding relatief belangrijker gaat worden in de toekomst. Daar zit immers de specifieke bedrijfsdeskundigheid, die de werknemers nodig hebben om zinvol met een ondernemingsleiding te overleggen en, als het nodig is, te onderhandelen. Dat lijkt mij ook de vorm waarin zich emanciperende werknemers zich het best zelf — en dat doen zij — kunnen uitspreken. Dat moet haast wel gevolgen hebben voor de relatie OR-vakbeweging. Ik wil de vakbeweging bepaald niet het recht ontzeggen de OR tot steun te zijn, als ze dat nodig vindt; ik wil bepaald ook geen tweedracht tussen beide zaaien of zelfs de band tussen beide doorknippen, maar ik zou wel wensen dat de gehele vakbeweging zich bewust zou zijn van het feit, dat het emancipatieproces van de werknemers ook in dit opzicht gevolgen moet hebben. Men kan geen kinderen opvoeden en ze klein houden. Dat botst.

Vakbeweging-OR Inhoudelijk heb ik gezegd, is dit de kern van het probleem. Daarnaast wil ik aandacht besteden aan de verhouding tussen de vakbeweging en de ondernemingsraad. Want als we met de vakbeweging discussiëren over de problematiek van de medezeggenschap in de relatie tot werkgelegenheid en winst van de onderneming, dan wordt ons door de vakbeweging nogal eens voorgehouden; ,,Jullie als werkgevers denken: laten die ondernemers dat maar doen. Die hebben dan overleg met hun ondernemingsraden, maar het gaat er ons nu juist om dat in de samenleving de totaliteit van al die op zichzelf niet onjuiste beslissingen toch tot allerlei onjuiste maatschappelijke effecten leiden". Dan proefje daar achter dat de vakbeweging die effecten wil corrigeren. Dan zitten we tegelijkertijd midden in de problematiek: hoe moet een ondernemer inspelen op de overleg- en informatielijnen, medezeggenschapslijnen naar de ondernemingsraad en het contact met de vakbeweging? Die verhouding is een belangrijk punt bij de hele medezeggenschap op

Werkloosheid Waar staan we nu in de discussie? Het is duidelijk dat de verhouding winst-werk in het arbeidsvoorwaardenbeleid van '78 een belangrijke rol speelt. De vakbeweging, door hoge — naar mijn gevoel té hoge — verwachtingen geïnspireerd, ziet in de APO een belangrijk instrument in de strijd tegen de werkloosheid. De ondernemersorganisaties zien winst-werk als een van de onderdelen van het loon- en arbeidsvoorwaarden-

pakket, gericht op het zichtbaar maken van de werkgelegenheidsaspecten van het ondernemingshandelen. Zeker in een tijd waarin de werkloosheid voor velen een schrikbeeld is, zullen naar mijn mening de werkgelegenheidsvragen in de verschillende overlegsituaties aan de orde dienen te komen. Met wederzijdse erkenning van de eigen verantwoordelijkheden en in het wederzijds bewustzijn dat het gaat om een zeer complexe problematiek, zal moeten worden gezocht naar bevredigende bespreekbaarheidsformules; een bespreekbaarheid van de problematiek van de werkgelegenheid in de relatie van het reilen en zeilen van de onderneming op basis van adequate informatie, die is toegesneden op aard en omvang van de problematiek waar het om gaat en aangepast aan de per bedrijf of per bedrijfstak verschillende omstandigheden.

Investeringen Ik wil niet nalaten op dit punt een waarschuwende opmerking te maken. Vorig jaar heeft het VNO een algemene ledenvergadering gewijd aan het onderwerp: ,, IVie beslist er over investeringen". Een van de centrale problemen die daar aan de orde kwamen, was de efficiency in de besluitvorming bij het doen van investeringen. We moeten daarbij een duidelijk verschil maken tussen het besluitvormingsproces ten aanzien van de investeringen en de investeringsbeslissingen als zodanig, waarop een groot aantal interne en externe factoren hun invloed uitoefenen. Hoe het grijze tussengebied tussen voorbereiding en beslissing wordt betreden is van wezenlijke betekenis voor de rol van de ondernemer. Het te lang uitstellen van een eindbesHssing, betekent vaak levensgevaarlijke besluiteloosheid, zeker als u bedenkt, dat wanneer ik spreek over investeren, ik ook moet spreken over des-investeren. Immers, het is in elk proces van besluitvoorbereiding een grote verleiding om nare beslissingen, als er moeilijkheden zijn, te ontgaan door uitstel. Dan gaat het dus niet over besluiten over al dan niet investeren, maar over het uitblijven van een besluit. Het staat voor mij, zeker in de particuliere ondernemingsgewijze productie, als een paal boven water, dat het op ondeugdelijke gronden uitstellen van een besluit een slechte beslissing is. En dan ten slotte is het de uiteindelijke bevoegdheid van de ondernemer om al of niet te investeren of te des-investeren. Beslissingen waarvoor hij de verantwoordelijkheid draagt binnen de onderneming tegenover de werknemers, tegenover de aandeelhouders en, naar buiten toe, tegenover de samenleving.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 144

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's