GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 208

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 208

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

ii^ magazine 30 zwak golvend. In de richting van Holwerd helde dit landschap, een plateau-gebied, geleidelijk af naar het dal van de oer-Boorne: in Noord-oostelijke richting was het landschap doorsneden door enkele beekdalen. Er moeten toen. volgens archeologen, ook al mensen in dit deel van Friesland geleefd hebben, die een rondtrekkend bestaan leidden, levend van de jacht. Dat werd later anders. Er is sindsdien heel wat gebeurd met dit gebied: aannemelijk is dat het voor de oorspronkelijke bewoners zelfs een periode niet meer bewoonbaar was.

Veen In de loop van het Holoceen werd het klimaat geleidelijkaan warmer en vochtiger. Ook de zeespiegel steeg geleidelijkaan en zo begon op het dekzandlandschap veen te groeien (het basisveen). De lage delen van dit veenmoeras werden vanaf omstreeks 4200 VC via de in het noordoosten aanwezige dalen door de zee overstroomd, waardoor klei en wadzanden werden afgezet. Er waren ook perioden waarin de invloed van de zee minder sterk was (regressieperioden) en dan vooral kreeg veenvorming een kans. Omstreeks 2000 VC begon er een regressie-periode waarin de veengroei zich geleidelijkaan over het reeds gevormde kleigebièd uitbreidde. Omstreeks 1500 VC. zo kon dr. Griede vaststellen, moet zich in vrijwel geheel Noordoost-Friesland een uitgestrekt veenmoeras (het oppervlakteveen) hebben bevonden. Vanaf 1300 VC

werd. dit veenmoeras vanuit het westen (het voormalige Middelzeegebied) overslibd. terwijl de veen groei in het centrum en het oosten van het gebied doorging. De invloed van de zee maakte een eind aan deze veengroei vanaf ± 5(K)jaar VC. Tijdens de verschillende perioden waarin de zee het land overspoelde werd over het oppervlaktèveen een laag klei en wadzand afgezet in dikte variërend van een tiental (of meer) meters in de aanvoergeulen tót enkele decimeters landinwaarts. Het onderzoek helderde ook het ontstaan op van hoger gelegen zavelige gebieden, die niet evenwijdig aan de kust lopen, zoals o.a. de rug Holwerd - Waaxens - Fondgum en de rug Metslawier - Ee - Engwierum. Daar hebben vroeger brede geulen gelegen die met zavelig sediment zijn opgevuld. Dit zavelige sedjment is minder ingeklonken dan de kleien verder van de geulen verwijderd. Zodoende.

Dijken Sinds ongeveer het jaar 1000 heeft de zee geen invloed meer kunnen uitoefenen op de bodem-ontwikkeling van Noord-Friesland want omstreeks die tijd werden er zeewerende dijken opgeworpen. Zonder die dijken was het proces, zoals hierboven omschreven, waarschijnlijk gewoon doorgegaan. Wat is er gebeurd met het veen onder de klei? Houden de Noordfriezen als appeltje voor de dorst (komende energieschaarste) nog een flinke voorraad turf onder de bodem verborgen ?

Geöted waar veen is gegraven

Gebieden waar het veen door afgraving is verwijderd

Dekzandgebied

Helaas. Dr. Griede moet hen teleurstellen. Zonder rekening te houden met mogelijke behoeften van het nageslacht hebben vroegere Friezen dit veen opgestooki, Het IS weg

En hoewel dr. Griede het wetenschappelijk bewijs er niet van kan leveren, heeft hij een ernstig vermoeden dat het niet eens primair gebeurd is om kleumende voorvaders te verwarmen. De brand ging erin. zo stelt hij. ter winning van zoui Zout" Inderdaad vond dr. Griede sterke aanwijzingen dat in Noord-Friesland zoals vroeger veel langs de Noordzeekusten gebeurde, zout uit veen is gewonnen. Zout was vroeger veel belangrijker dan nu. want het was het enige conserveringsmiddel voor voedsel . Oorlogen zijn zelfs om het kostbare zout gevoerd. Romeinse soldaten kregen (een deel van) hun loon in zout uitbetaald (soldij).

Zoutwinning Verschillende technieken zijn toegepast om zout uit veen te winnen. Een veelgebruikte was de zogenaamde ..zelnering". Men groef veen dat bedekt was dooruit zee aangevoerde klei en verbrandde dit na droging. De zouthoudende as werd opgelost in zeewater en dit mengsel dampte men in tot het zout in gekristalliseerde vorm overbleef. Tot in de middeleeuwen ( l i e tot 14e eeuw) is deze techniek langs de Europese kust toegepast Een andere manier was om met zeewater gevulde bakjes of schaaltjes van klei in een met veen gestookte oven te plaatsen. Als het zeewater verdampt was. werd het bijgevuld net zolang toi zich in het schaaltje een zoutbriket had gevormd. Het schaaltje werd daarna om het zoutbriket weggeslagen, zodal een verhandelbaar produkt overbleef. Dr. Griede toont op z"n kamer VL magazine een kartonnen doos vol scherven van ruw aardewerk. Afval van een zout-industrie die al tijdens de Romeinse tijd in Friesland bestond" Het is zeer aannemelijk Het veen is in ieder geval verdwenen Een kaartje in de dissertatie geeft aan dat het om enorme uitgestrektheden ging. in totaal ± 30 km'. Het proefschrift bevat zelfs rekensommen over hoeveel zout er naar schatting in hei Noordfriese gebied moet zijn gewonnen. Geheel eens zijn de geleerden het daarover niet: de een komt op 225.000 ton en een andere op 369.000 ton. Aanwijzingen dat er zout is gewonnen zijn verder asplaatsen die her en der

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 208

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's