GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 162

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 162

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magame 28

Drs. p . Licht

Drs. A. L. Ellermeijer

zonder het nemen van extra maatregelen op een zinvolle wijze aan een ongesplitste groep leerlingen havo-vwo les te geven in de klassen 2 en 3. Aan de ene kant wil men de leerlingen dus niet verdelen in een groep leerlingen 2e en 3e klas havo én een andere groep 2e en 3e leerjaar vwo. Maar anderzijds acht men het niet zinvol deze leerlingen „zonder meer" gezamenlijk les te geven in een 3-jarige brugperiode havo-vwo. Veel onderwijsgevenden nu — en zij niet alleen — zien een mogelijke oplossing van dit dilemma in interne differentiatie, ook wel — differentiatie-binnenklasseverband (DBK) genoemd. Het blijkt echter niet mogelijk om ,,zo maar" binnen één klas of binnen één groep gedifferentieerd onderwijs te geven. Het is nodig geschikt lesmateriaal te hebben. Je moet zulk onderwijs vaak op een bepaalde manier geven. Bij voorbeeld langs de weg van groepsonderwijs. Ook is het onder andere noodzakelijk om over geschikte toetsen te beschikken om te weten te komen of het onderwijs goed verloopt. Kortweg gezegd: je hebt een bepaald curriculum nodig. De ervaring tot nu toe heeft geleerd, dat DBK gedoemd is te mislukken, als zo'n curriculum niet apart wordt ontwikkeld. In sommige gevallen hebben leraren wel getracht dat zelf te doen, naast het gewone werk op school. En in een bepaalde situatie komt men dan ook wel tot zekere positieve resultaten. Wil men echter op een grotere schaal DBK-onderwijs geven, dan is het nodig, dat via een andere lijn dan door het toevallig aanwezig enthousiasme van een enkele leraar serieus getracht wordt of DBK inderdaad een onderwijskundig antwoord is op de heterogeniteit van klassen. Pas dan wordt de verlengde brugperiode een haalbaar alternatief. Zo'n antwoord kan men echter pas geven, nadat eerst een curriculum is ontwikkeld. Het kan nu duidelijk zijn wat het project-DBK-na, in grote lijn aangegeven, bedoelt te zijn. In het project wil men een curriculum (,,een uitgewerkt leerplan") DBK-na ontwikkelen. Ver-

Dr. j.M.Reat

volgens wil men trachten een antwoord te vinden op de vraag of DBK, in dit geval voor het vak natuurkunde, een positieve bijdrage levert aan de problematiek van de determinatie van leerlingen aan het einde van het brugjaar mavohavo-vwo.

In 5 a 7 lessen wordt de ,,basisstof' behandeld. Daarna maken de leerhngen de F-toets. Dat is een zgn. formalieve toets. Uit het resultaat van die toets blijkt of een leerling de stof beheerst, dan wel of hij de basisstof geheel of gedeeltelijk moet herhalen. Als hij de stof niet hoeft te herhalen, kan hij zich bezighouden met „extra stof'. De F-toets doet alleen dienst om het onderwijsproces te sturen: wie kan extra stof doen. wie herhaalt een deel van de basisstof en welk deel dan. Deze toets telt niet mee voor het rapportcijfer. Aan het einde van de differentiële periode leggen alle leerlingen eenzelfde S-toets af. Deze surïimatieve toets, die alleen over de basisstof gaat, geeft het leerresultaat van de leerling over de betreffende leerstof-eenheid. Het is de bedoeling, dat het rapportcijfer wordt bepaald door de S-toetsen. Na de S-toets beginnen alle leerlingen tegelijk aan de volgende leerstof-eenheid, ook wel blok genoemd. Elk blok bestaat op deze manier uit ongeveer 10 lessen. Het gekozen model maakt een natuurlijke overgang mogelijk van het meer klassikale onderwijs naar meer gedifferentieerd onderwijs. Het geeft langzame leerlingen de gelegenheid via de herhaalprocedure toch het vereiste niveau te halen, terwijl snelle leerlingen hun kennis van natuurkunde kunnen verdiepen en verrijken met de extra stof. In het cursusjaar 16-11 werd voor het eerst gewerkt met een volledig curricu-

De ontwikkelingsfase Bij afwezigheid van geschikt lesmateriaal voor DBK-onderwijs was het noodzakelijk dit eerst te ontwikkelen. Lesmateriaal, de wijze van presentatie, het gebruik van toetsen, de aanbevelingen van de lerarenhandleiding vormen samen het curriculum. Met dat curriculum is het mogelijk een onderzoek te doen naarde DBK-werkwijze. In het voorjaar van 1975 werd door de toen bij het onderzoek betrokken scholen (10) in onderling overleg gekozen voor een bepaald DBK-model. Aan de hand daarvan zou het curriculum worden geconstrueerd. Dit geeft ook een facet aan van de wijze, waarop binnen het project gewerkt wordt. Het is niet zo, dat alleen onderzoekers van achter een schrijftafel bepalen welk model de voorkeur geniet. Zulke beslissingen worden genomen in overleg met de deelnemende leraren (scholen). Het gehanteerde model ziet er aldus uit:

extra stof differentiële basisstof

F-toets

S-toets

tussenvormen periode herhaalstof \

5a7 lessen

-les

\ 2 a3 lessen

<

/

y

lies

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 162

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's