GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 296

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 296

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inl magame 30

Voor deze feestvierders was de herbergier zelf pandhouder, en volgens Van de Venne lokten de kasteleins op die manier de klanten ook naar zich toe: Ben dy maets met legen handen, Soo bedingh ick van u panden. In zulke gevallen gaat het inderdaad niet om werkelijke armoede, al mag men zich wel afvragen of we hier met de remonstrerende belastingspecialist liever van hoogmoed en gulzigheid moeten spreken dan van een begrijpelijk verlangen de eentonigheid en gedwongen eenvoud van alle dag een enkele keer te doorbreken.

Uitzuigers De publieke opinie in elk geval koos zelden partij voor degenen die panden namen. Lombardiers beschouwde ze als gewetenloze uitzuigers, die de armen het brood uit de mond roofden. ,, Woeckeraers die op eenendartich ten honderden tellen", zegt Roemer Visscher smalend. Aan overdrijving maakt hij zich niet schuldig, het toegestane percentage lag zelfs nog iets hoger. De lombardier mocht van iedere geleende gulden per week een duit vragen. Na 52 weken zou de rente dan zijn opgelopen tot 6'/2 stuiver, ofwel 32'/2%. Het schijnt een exorbitant bedrag, maar in onze tijd heeft een deskundige als Melles becijferd dat de lombardiers op kleine panden met deze rente geen winst konden maken en zeker niet meer toen de rente teruggebracht werd van 5/8 naar 5/12% per week. Hun slechte reputatie dankten ze wel aan het accepteren van kleine panden, hun winst echter niet, tenzij ze zich niet aan de tarieven hebben gehouden. Het laatste is inderdaad niet onwaarschijnlijk. Te Enkhuizen werd in 1624 een pandhuishouder gevonden, die zich precies aan de voorschriften hield - zelfs een iets lagere rente berekende- en de armen liet profiteren van de

overschotten van verkochte panden. In doorsnee bedroeg het profijt 300 tot 400. in een gunstig jaar zelfs 700 tot 800 gulden. Mij dunkt, wanneer Brandt dit in zijn beschrijving van Enkhuizen het aantekenen waard heeft gevonden, dan mogen wij wel in de eerste plïiats vermoeden dat in de ogen van het publiek de eerlijke lombardier een witte raaf was. In de tweede plaats wordt het waarschijnlijk dat zeer veel panden beleend werden, en in de regel onder de waarde. De panden immers werden verkocht na jaar en dag en moesten dan 80 tot 100% van de geleende sommen opbrengen, eer extra winst gematJct kon worden. Gebeurde dat dan toch jaar op jaar, dan moet of wel de omzet buitengewoon groot zijn geweest, of het uitgekeerde bedrag aan de verpander relatief veel te laag. Het laat zich licht denken waartoe deze praktijken konden leiden bij een minder deugdzaam zakenman dan deze Enkhuizenaar. Hoog aangeschreven stond de lombardier dan ook beslist niet. Dat de hervormde kerk niets met hem te maken wilde hebben is overbekend. Zijn

reputatie is stellig ook nadelig beïnvloed door de niet geoctroyeerde pandhuishouders en woekeraars, Daer 't goedtjen is belommert, Hier by een juffi-ouw Lors, of by een gier'ghe vreck. Te Gorinchem werd in 1603 zo iemand gearresteerd, een zekere Govert Pietersz., wegens ,,schnckelijck ende noyt gehoort ghrouwelijck woecker". Hij had niet zoals de erkende lombardiers ruim dertig, maar drie. vier en zelfs vijfhonderd procent bedongen, waardoor veel huislieden binnen het jaar ,,met wijff endc kinderen op den dijcknyt haer goederen geset" waren. De geoctroyeerden, van wie er in elke stad ten hoogste een mocht bestaan, zullen zich met dergelijke kunstgrepen wel minder hebben ingelaten, doch de reeks van frauduleuze bankroeten, die in 1606 onder de lombardiers zijn gevallen, in Dordrecht, Leiden, Rotterdam en Den Haag is zeker de hele kaste aangerekend. Het aantal banken was maar klein - vijftien, volgens een opgave van 1590, achttien in 1603, en

W. v.d. Valckert, Huisbezoek van een aalmoezenier vergezeld door de hoofdprovoost (Amsterdams Historisch Museum).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 296

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's