GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 234

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 234

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magame 12

onderdeel dat overigens door de sociale wetenschappen nogal verwaarloosd is. Misschien omdat wetenschappers zich bezig houden met,,feiten"" en vrouwen in de politiek nauwelijks een feitelijkheid is?

Politiek: mannenzaak? Eeuwenlang is het Nederlandse schip van staat bestuurd door wijze heren: gouverneurs (en géén gouvernantes!), burgervaders, commissarissen der Koning{in), ministers, kortom staatsmannen. En ook in deze tijd zijn de politici in de regel naast deskundigen ook nog mannen. ,,Vadertje Staat" schijnt het niet te kunnen stellen zonder een ,,vadertje Drees", een ,,ome Joop", een ,,heeroom Dries" en ,,neef je Hans". Politiek lijkt dus een mannenzaak te zijn, althans een zaak door mannen bedreven. versluierd door sigarenrook en beklonken met een vaderlandse borrel. De cijfers bevestigen dit beeld in grote lijnen. Het percentage vrouwelijke gemeenteraadsleden steeg sinds 1945 met ruim 600%, ofwel van 1,67% in 1946 tot 9.89% in 1974. Ook in de provinciale staten zijn de vrouwen in opmars. Was in 1946 slechts 3,55% van het totaal aantal leden der provinciale staten van het vrouwelijk geslacht, sinds de verkiezingen in maart 1978 bezetten vrouwen 15,46% van de zetels der provinciale staten. Het percentage vrouwelijke Tweede Kamerleden is in diezelfde periode gestegen van 4% tot 14%. Dat betekent dat in mei 1977 21 vrouwen tot lid van de Tweede Kamer zijn gekozen. In verband met het aanvaarden van andere funkties zijn van die 21 vrouwelijke kamerleden er intussen vijf verdwenen. Slechts 2 zijn er vervangen door een andere vrouw, zodat het aantal vrouwelijke kamerleden gedaald is tot 18, ofwel 12%. De cijfers m.b.t. de Eerste Kamer vertonen ongeveer hetzelfde beeld; in

1946 4% vrouwelijke leden, in 1977 ruim 9%. Het totaal aantal vrouwelijke politici in deze vier politieke lichamen bedraagt 1310, ofwel 10,2%. Door de bank genomen is dus één op de 10 politici van de vrouwelijke kunne. Niet iets om over naar huis te schrijven. Vooral als we bedenken dat we in ons landje nogal veel politieke partijen hebben en de grotere het vandaag de dag niet meer kunnen maken, geen enkele vrouw op een verkiesbare plaats op hun kandidatenlijst te zetten.

Buitenland Is deze ondervertegenwoordiging van vrouwen in bijvoorbeeld het parlement een typisch Nederlandse zaak, of zijn het in het buitenland ook voornamelijk mannen die vorm geven aan de toekomst van hun samenleving? Uit tabel 1 blijkt dat Nederland nog niet zo'n gek figuur slaat. Weliswaar kennen m.n. de Scandinavische landen een hoger percentage vrouwelijke parlementsleden dan Nederland, maar anderszijds is het Nederlandse cijfer stukken beter dan de cijfers voor de m.n. zuidelijker landen. De ondervertegenwoordiging van vrouwen in de Nederlandse politiek is dus niet een zuiver Nederlandse zaak. Natuurlijk zullen er bepaalde nationale faktoren

Tabel 1 Percentage vrouwelijke parlementsleden in enige Europese landen Finland Zweden 22,9 Oostenrijk 19 Denemarken 16,2 Noorwegen 15,5 Nederland 12 Italië 7,5 W.-Duitsland Zwitserland België 6,6 Engeland 4,3 Frankrijk Spanje

meespelen, vooral ter verklaring van verschillen in cijfers (zo ligt het percentage vrouwelijke politici in van oudsher rooms-katholieke landen beduidend lager dan in de voornamelijk protestantse, en met name de lutherse landen), maar met alleen nationale faktoren kunnen we onmogelijk een internationaal verschijnsel als ondervertegenwoordiging van vrouwen in de politiek verklaren. Als de heren (en enige dames) politici hun vertegenwoordigende taak naar behoren verrichten, dan is politiek natuurlijk niet een mannenzaak, in de betekenis alleen in het belang van mannen. Want afgezien van het feit dat het parlement overbevolkt is door mannen, is het parlement ook overbevolkt door blanken, door academici. Kortom, we moeten maar hopen dat de politici ons naar behoren vertegenwoordigen, een afspiegeling van de Nederlandse bevolking vertonen ze alleen maar indien we letten op de politieke voorkeur van stemgerechtigden. Maar hoe komt het nu dat politiek in ieder geval een zaak dóór mannen is?

Werkverdeling tussen sexen In een samenleving als de onze zijn een heleboel dingen keurig geregeld. Treinen rijden op tijd, files op de autowegen zijn voorspelbaar en na het late journaal vertoont de drinkwaterconsumptie een piek. Of, zoals Nescio het eens schreef, ,,God vervalt in herhalingen, Koekebakkertje. 't Is altijd morgen, middag, avond, nacht en lente, zomer, herfst en winter. En hij geeft geen rekenschap, hij vraagt mij niet. En ik kan 't 'm niet verbeteren." En zo lijkt de bestaande werkverdeling tussen mannen en vrouwen terug te grijpen op eeuwenoude tradities die de tand des tijds ongeschonden hebben ondergaan. Hoe ziet die werkverdeling er voor Nederland uit? Heel in het kort gezegd: de vrouw is huisvrouw, zonder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 234

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's