GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 457

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 457

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

m magazine 15 nieuwe faculteit op te richten. Hij betoogt dan dat daarbij op praktische gronden de natuurkundige faculteit de voorrang moet hebben. Vervolgens tracht hij een ruwe berekening te maken van de minimale jaarlijkse kosten, waarbij hij voor de eerste jaren komt tot een bedrag van ca. ƒ 40.000,-. Daarna stelt hij de prealabele vraag of het ook voor deze faculteit geoorloofd is, zoals de Vrije Universiteit verlangt, bij onderzoek en onderwijs van bepaalde algemene beginselen uit te gaan. Hij toont dan aan. dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord, zowel op grond van hetgeen de geschiedenis der wetenschap ons zelf leert, als op grond van de onmiskenbare behoefte van de menselijke geest zich zelf vragen te stellen over de oorsprong en het wezen der dingen. Omdat de Vrije Universiteit zich op de grondslag der gereformeerde beginselen stelt, gaat hij dan over tot het bespreken van de vraag welke van deze beginselen bij het onderwijs in de natuurkundige faculteit z.i. op de voorgrond treden. Aangezien dit één van de zeer weinige gevallen is, waarin binnen de Vrije Universiteit gepoogd is de gereformeerde beginselen voor een bepaald vakgebied te formuleren, wil ik hier Woltjer zelf aan het woord laten. Hij zegt er dan het volgende van: ,,In de eerste plaats noem ik dan het grote en alles beheersende beginsel dat uitgesproken staat in het eerste vers van de Bijbel: ,,In den beginne schiep God de hemel en de aarde", dat wil zeggen.

niet alleen dat alle dingen de grond van hun bestaan hebben in God, zoals ook de pantheïst kan verklaren, maar dat zij door de Wil van een persoonlijke God éénmaal in het aanzijn geroepen zijn. Een tweede beginsel houdt in dat alle dingen door Gods Wil zo geschapen zijn dat ze een geordend geheel vormen, waarin het ene deel op het andere is aangelegd, dat zij een bepaalde aard en eigenschappen, immanente krachten en eigenschappen bezitten. Als derde beginsel noem ik dit, dat de Schepper de dingen naar hun wezen en eigenschappen, met hun krachten en werkingen onderhoudt en regeert naar Zijn eeuwige voorzienigheid en door Zijn oneindige kracht. Een vierde beginsel is, dat de mens het vermogen ontvangen heeft om de dingen naar hun aard en wezen, binnen zekere grenzen, te kennen en te beheersen en de innerlijke drang en de plicht om dat vermogen te gebruiken naar Gods wil". Na uit deze beginselen nog enige gevolgtrekkingen te hebben afgeleid, gaat hij in op de te vei"wachten tegenwerping dat deze beginselen behoren tot het gebied der natuuifilosofie en der theologie, doch niet tot dat der natuurwetenschap zoals deze aan de openbare universiteiten onderwezen wordt. Dat is wel zo, maar wie onderwijs geeft in enig deel der natuurwetenschap, zal zich toch in elk geval rekenschap moeten geven van hetgeen hij onder natuur en onder wetenschap verstaat en wie dat doet komt reeds

Gebouw Wis- en Natuurkundige Faculteit aan de Lairessestraat in Amsterdam in de jaren dertig

terstond op het gebied der filosofie, met haar talloze stelsels en beschouwingen, waarin zulke algemene beginselen een rol spelen. De spreker acht het dan ook gewenst dat studenten niet alleen op de filosofische colleges, maar ook bij het onderwijs in de bijzondere vakken aangaande de diepere beginselen worden voorgelicht. Een duidelijke uitspraak omtrent hetgeen men van de gereformeerde beginselen niet moet verwachten doet Woltjer in het begin van zijn referaat, gehouden op de Wetejischappelijke Samenkomst der Vrije Universiteit van juli 1914. Dit referaat handelt over ,,//c/ wezen der materie", een vraagstuk waarmede de auteur, naar hij zelf zegt, reeds bij zijn proefschrift in aanraking was gekomen. Voor wat betreft de bijdrage, die de resultaten van het empirisch onderzoek tot de benadering van dit vraagstuk kan geven, baseert hij zich voornamelijk op het in 1913 verschenen werk, waarin onderde titel ,,Les idees modernes sur la constitution de la matiere" een elftal verhandelingen, geschreven door elf van de toen meest vooraanstaande natuurkundigen zijn gebundeld. Daarnaast ontleent hij ook enkele gegevens aan Lorentz' ,,Theory of electrons''. Na te hebben toegelicht om welk soort onderzoek en resultaten het hier gaat zegt hij: ,.wel te mogen aannemen, dat wij het alleen daarover eens zijn dat hij dit eerste deel van het wetenschappelijk onderzoek de gereformeerde beginselen niet rechtstreeks gemoeid zijn. Hier wijst de natuur ons zelfde weg''. En even verder voegt hij daar nog aan toe: ,,men zal mij ook toestemmen, dat wanneer wij spreken van onderwijs en onderzoek op de grondslag der gereformeerde beginselen, wij daarbij niet denken aan hetgeen de natuur zelf ons leert, althans zolang er geen sprake is van dwalingen betreffende het natuurlijk gebruik onzer gaven en betreffende de natuur zelf. Men kan ook gevaar lopen te gereformeerd en te bijbels te willen zijn en daardoor ongereformeerd en onbijbels te worden". Ik meen, dat deze duidelijke uitspraak ook. bedoeld of onbedoeld, een waarschuwing inhoudt tegen misvattingen, die door het gebruik van de term ,,christelijke wetenschap" kunnen ontstaan. Uit Bavinck's brochure, die deze titel draagt, zullen zulke misvattingen niet licht voortvloeien. Kuypers constructie van de ,,tweeërlei

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 457

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's