GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 229

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 229

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

m magazine 7 Ideaalpatroon bestaat niet

Winkels in een centrum of apart? Met grote vanzelfsprekendheid zijn na de oorlog de winkels in de nieuwbouwwijken samengebracht in winkelcentra. Die winkelcentra en vooral de winkels daarin, hebben bovendien de neiging alsmaar groter te worden. Kon een supermarkt vroeger nog toe met zo'n 150 vierkante meter, op het ogenblik moet dat toch al gauw vier, vijf, of zelfs achthonderd vierkante meter zijn. Begrijpelijk is die ontwikkeling wel. De ondernemer moet tegenover zijn stijgende loon- en huisvestingskosten een groeiende omzet stellen en de klant kreeg een auto; zijn behoefte om zijn boodschappen in de straat te doen nam af en bovendien kon hij in het winkelcentrum prijzen en spullen gemakkelijker met elkaar vergelijken. Concentratie was (en is) dus normaal. En niet alleen in de commerciële sector: scholen zijn scholengemeenschappen geworden; de dokter, de apotheker, de therapeut, de wijkverpleegster hebben steeds vaker één adres: het gezondheidscentrum. De laatste tijd echter zijn er tekenen die er op wijzen dat naast de tendens tot concentratie een andere voorzichtig de kop opsteekt: een tendens tot spreiding.

Onderzoek Er bestaat in ons land weinig kennis over de vraag wat men nu eigenlijk liever heeft: alle voorzieningen op een kluitje (concentratie) ofjuist verspreid over een hele wijk (spreiding). In een onderzoek dat in '73 begon is een groep planologen van de VU, in opdracht van de Rijks Planologische Dienst en van het Ministerie van Economische Zaken, het gaan vragen aan verschillende groepen betrokkenen. Het waren 48 ondernemers (winkeliers, hoofden van scholen, bibliothecarissen) 34 deskundigen (zoals bijvoorbeeld project-ontwikkelaars, stedebouwkundigen, organisaties voor detailhandel, vertegenwoordigers uit het voortgezet onderwijs en de gezondheidszorg) en 84 consumenten. Het onderzoek werd voor wat de on-

Drs. E. F. Nozeman

dernemers en consumenten betrof, uitgevoerd in twee nieuwe Haarlemse wijken, de een met een geconcentreerd patroon, de ander met een meer gespreid patroon van voorzieningen. De deskundigen werden door het hele land ondervraagd. Met een van de onderzoekers, drs. E. F . Nozeman, had VU-magazineeen gesprek. Deze legde er de nadruk op, dat het om een verkennend onderzoek ging. De uitkomsten zijn niet geldig voor het hele land. Wel ontstond een inventaris van opvattingen, motieven, argumenten die met elkaar een aanduiding vormen van wat er leeft en dat kan weer helpen bij de discussie over de vraag: spreiden of concentreren? Waarom gaf de overheid opdracht tot dit soort onderzoek? Bestonden er twijfels over het concentreren van winkels in winkelcentra, van gezondheidszorg

in centra, van scholen in scholengemeenschappen? Ja. Er was een aantal signalen die de vraag deed opkomen: is het nog wel zo vanzelfsprekend dat we overal concentreren? In oudere wijken bijvoorbeeld verschijnen steeds meer kleine, boutique-achtige vestingen tussen de woonbebouwing in. Die kunnen zich daar kennelijk uitstekend handhaven. Hetzelfde geldt voor winkels met een heel bijzonder assortiment. Het zijn trouwens niet alleen de kleintjes, soms gaan grote vestingen (met name in de meubel- en doe-het-zelf-branche) buiten winkelcentra, ergens apart zitten. In de niet-commerciële sector is hier en daar iets soortgelijks waarneembaar. Er worden door sommigen vraagtekens gezet bij de concentratietendensen zoals die in de gezondheidszorg zijn opgetreden. In de literatuur kwamen we tegen, dat zich in gezondheidscentra en groepspraktijken grote problemen voordoen, vooral in de contacten tussen de medewerkers van zulke concentraties onderling. Het komt er op neer, dat we - ook binnen het vak - aan het twijfelen zijn gegaan. Spreekt het concentreren van allerlei voorzieningen eigenlijk wel zo vanzelf? Nu bestaan er in ons land nauwelijks gegevens over de vraag welk soort patroon - geconcentreerd of juist gespreid - het meest gewenst wordt geacht door betrokkenen, zoals ondernemers, consumenten en deskundigen. Vandaar dat we het hen zijn gaan vragen. Behoren strevingen om te komen tot een meer gedecentraliseerde samenleving, of de roep om meer kleinschaUgheid, zoals die wel wordt gehoord vanuit miüeugroepen, ook tot de signalen die tol het onderzoek hebben geleid? Voor zover ik me herinner, zijn er meer dan één overwegingen geweest. De klachten over de eentonigheid en massaliteit van de woonwijken uit de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 229

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's