GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 297

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 297

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

magawie31

bovendien waren ze soms in dezelfde hand. Sion Lus had in 1590 banken in Dordrecht, Leiden, Amsterdam en Schiedam, Margareta de Mufti in Gorinchem en Schoonhoven, Jacques Villere, die in 1590 bankier was in Den Haag, komt in 1603 ook voor als tafelhouder te Dordrecht. Zijn zoon was toen juist op de galeien geplaatst, sprekend bewijs dat dit beroep misschien wel een hoog inkomen, maar geen sociaal prestige verschafte: zonen van solide kooplui werden zó niet gestraft. De relatieve omzetten van de diverse banken van lening laten zich enigszins afleiden uit de omslag die de provincie in 1602 en 1603 van alle erkende tafelhouders heeft geheven, als verplichte bijdrage voor de gemene zaak.

Dordrecht Haarlem Delft Leiden Amsterdam Gouda Rotterdam Gorinchem Schiedam Woerden Oudewater Den Briel Den Haag Naarden Alkmaar Edam/Monnikendam Schoonhoven Hoorn

1602

1603

1800 1300 1600 1800 4000 800 1000 500 300 200 150 300 1600 150 1000 300 200 1000

1800 1600 1600 2200 4500 800 1200 600 300 200 150 400 1600 150 1000 500 200 1200

18.000

20.000

Het heeft niet veel nut deze getallen te vergelijken met de bevolkingscijfers, om daaruit de relatieve vraag naar de diensten van de lommerd af te leiden. In de eerste plaats omdat niet alle banken in dezelfde mate en verhouding tevens als centrum voor een streek fungeerden, en in de tweede plaats

A. van Ostade, De Scharenslyper. (Rqkspretitenkabinet).

omdat de rijkdom van de bankhouder misschien door heel andere factoren bepaald werd dan de aantrekkingskracht van zijn bedrijf op de armen. Wel laat zich misschien afleiden in welke steden grote zaken te doen vielen. Opvallend is voorts ook dat Enkhuizen in de lijst ontbreekt, destijds een stad die in inwonertal bij Rotterdam en Dordrecht niet achterstond. Kan het samenhangen met de welbekende strenge orthodoxie van de Enkhuizer regenten? Het is ons al gebleken dat er later wel een bank is gekomen, die zich van de andere gunstig onderscheidde. Dat de Staten van Holland meenden zulke extra heffingen van de lombardiers te mogen vragen wijst er wel op dat zij deze zakenlieden eerder hebben geduld dan aangemoedigd. Meestal drukte op hen de verplichting, bovendien nog jaarlijks een som gelds aan de armen af te staan. In enkele steden zijn later de particuliere bedrijven door stadsbanken vervangen. Amsterdam levert het bekendste voorbeeld op. Rotterdam volgde in 1635. Armenzorg Ook deze stadsbanken echter waren niet als werkelijke "armenzorg te beschouwen. Die geschiedde uitsluitend door middel van de diakenen en de Heilige Geestmeester. Op de organisatie en werkwijze van de armenzorg zullen wij hier niet uitvoerig ingaan. Maar geheel ontbreken mogen deze aspecten niet. Ze zijn ook bijzonder geschikt om de eigenaardige kerkelijke structuren van de republiek bloot te leggen. De Republiek, en met name het vrije gewest Holland waren geboren uit de

opstand tegen Spanje. Maar het was onmogelijk gebleken de strijd tegen Spanje gescheiden te houden van de strijd tegen de katholieke kerk. De afzwering van Philips II en het verbod van de mis waren onlosmakelijk met elkaar verbonden geraakt. Als antiSpaanse mogenheid moest de Republiek tevens een protestantse staat zijn. Zij maakte zich dus los van de grote Europese katholieke kerkfamilie. Ze koos voor de reformatie, doch ze deed dat op een geheel eigen manier. Terwijl de andere protestantse landen de nieuwe kerk in alle opzichten de plaats van de oude lieten overnemen, bleef de Republiek halverwege staan. De nieuwe kerk werd beschermd, begunstigd, bevoorrecht, maar ze werd geen staatskerk. Ze was niet meer de geestelijke gemeenschap van heel het volk. Ze nam wel een gepriviligieerde plaats in, maar elke onderdaan van de Republiek had vrije keus zich al of niet bij die kerk te voegen. Ondergronds bleef er een katholieke kerk bestaan, terwijl protestantse kerkgenootschappen zoals het doopsgezinde en nog zuiniger het lutherse zelfs officieel erkend en getolereerd werden. Dat had konsekwenties voor de charitas. In de oude verbondenheid van kerkelijke en burgerlijke gemeenschap was er één orgaan van armenzorg geweest. Nu kreeg elk kerkgenootschap zijn eigen armen, en zijn eigen diaconie. Maar er was meer. Elke parochie had in de middeleeuwen haar eigen voorzieningen gehad. Uit schenkingen, erfenissen en door de overheid beschikbaar gestelde gelden waren stichtingen ontstaan, die in de regel de naam droegen van de Heilige Geest en onder het bestuur stonden van de dusgeheten Heilige Geestmeesters. Bij deze stichtingen had van ouds de gehele armenzorg berust, voor alle behoeftigen in de parochie. De reformatie schiep een nieuw orgaan voor armenzorg in de vorm van de diaconie. Maar de oude instellingen bleven tegelijk voortbestaan en hielden in de regel

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 297

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's