GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 303

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 303

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 ^ magazine 37

Luie mensen

Hoewel geen gevallen bekend zijn van mensen die ziek werden of overleden aan luiheid (overmatige vlijt zou de gezondheidszorg meer zorgen moeten baren), wilde VU-Magazine het toch eens met prof. Van Aalderen hebben over het eerste onderwerp. Want al is de luiheid dan geen kwaal, dokters hebben er alles mee te maken. Hen is in de maatschappij in niet geringe mate de taak toebedeeld om de luiaards in onze samenleving op te sporen en weer aan het werk te krijgen. ,,Het blauwe brieQe". Wat is dat luiheid? . , k Heb het idee dat als mensen over anderen zeggen dat zij lui zijn, dat dit meer zegt over de mensen die dat uitspreken dan over de mensen over wie ze 't hebben," dacht prof. Van Aalderen. ,,Waarom noemt men iemand lui? Je ziet mensen een gedrag vertonen, waarvan je vindt dat dat niet kan, maar dat op de een of andere manier ontzettend aanspreekt. En dat versterkt nog eens datje het afkeurt." Men zou zelf ook lui willen zijn, maar men durft niet? ,,Dat punt speelt bij dokters, denk ik een erg sterke rol, want als er een ding is wat bij dokters hoog in aanzien staat, dan is het het arbeidsethos. De dokter heeft het altijd druk. Sterker nog: hij moét het druk hebben. Een dokter die niet dag en nacht in touw is. voldoet niet aan het beeld dat je van een dokter hebt." De volgende dialoog tussen twee artsen stichtte eens lichte verwarring. ,,Ha, Piet, hoe is het ermee?" ,,Goed, dank je." ,,Druk in de praktijk?" ,,Nee." Dat laatste kan niet. Uit oogpunt van volksgezondheid zou het antwoord verblijdend moeten worden geacht, maar ook al is het niet druk (niet aanhoudend wordt ons volk door epidemie geteisterd), de arts behoort een bevestigend antwoord te geven, bij voorkeur zuchtend uitgesproken. Een ontkennend antwoord, hoewel juist, roept grote argwaan op. Prof. Van Aalderen: ,,Dan schrikt

men. Wat is er aan de hand? Lopen de patiënten bij je weg? Laatje de zaak afsloffen? Het is een heel merkwaardig soord arbeidsethos. Dokters zijn ook nooit ziek. Niet ziek in de zin dat ze er eens even twee of drie dagen het bijltje bij neerleggen. Dat is een heel merkwaardig verschijnsel. Als dokters ziek zijn, dan hebben ze vaak heel ernstige ziekten. Dat komt dacht ik, omdat je het als dokter niet kunt permitteren een paar dagen te stoppen. Voor ik huisarts was, had ik best nog wel eens griep, waarbij je een paar dagen in de bed bleef, maar in de 12V2 jaar dat ik huisarts was, heb ik nooit griep gehad. Dat hoort bij je dokterzijn: je blijft doorlopen. Net als veel huisvrouwen. Je hoort ook nooit veel praten over luie dokters of luie huisvrouwen (wél slonzige huisvrouwen). Ook luie bejaarden bestaan niet." Het verschijnsel maakt dat prof. Van Aalderen er wat meer achter zoekt wanneer iemand de hulp van de arts inroept om verlost te worden van zijn arbeidsplicht. Kan dat worden afgedaan met de verklaring ,,lui"? , ,Niemand werkt voor z'n plezier niet. Werken is een uitermate bevredigende situatie. Alleen, er moet wel aan een aantal voorwaarden voldaan zijn, waarbinnen dat werk iets zinvols wordt. En als dat er niet is, dan treedt dat mechanisme op, datje op 'n bepaald moment zegt: ik wil liever niet werken, ik voel me te moe om te werken, ik voel me te beroerd om te werken, ik kan niet werken." Prof. Van Aalderen heeft twijfels of artsen de maatschappelijke achtergronden wel altijd doorhebben van de mensen in hun spreekkamer. ,,Een patient van me, een ondergronds mijnwerker, vertelde me eens dat hij bij de bedrijfsarts was geweest met klachten over verkoudheid en hoofdpijn. Hij wilde een paar dagen stoppen. Het antwoord van de dokter was: ,,als we daar allemaal voor thuis moeten blijven. Dacht je dat ik thuisbleef als ik hoofdpijn had?" Hij reali-

seerde zich totaal niet wat het verschil was tussen zijn soort werken en het met verkoudheid en hoofdpijn onderin die smeerboel in de mijn werken. Volgens dit soort maatstaven worden mensen dan ,,lui" genoemd. Maar ik denk dat ieder mens graag werkt. Het is een van zijn ontplooiingsmogelijkheden, het geeft zin aan het bestaan. Je ,,hoort erbij". Als werkloze of gepensionneerde raak je opeens aan de rand van de maatschappij. Van daaruit denk ik dat er iets meer aan de hand is, wanneer mensen niet willen werken. Ze willen niet werken, omdat . . . Misschien zien ze de zin er niet van in, misschien zijn de verhoudingen onmogelijk. Bij niet willen werken, komt altijd een verhaal, terwijl het woord ,,lui" altijd gehanteerd wordt als een soort karaktereigenschap. Nou, als karaktereigenschap ken ik dat eigenlijk niet. Dat is m'n verhaal." (BvK)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 303

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's