GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 344

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 344

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

InU magaTJme 34 werkelijk ontwaakt toen Maurits zijn veldheerschap niet meer alleen in de belegeringskunst maar ook op het slagveld ging bewijzen? Turnhout 1597 en Nieuwpoort 1600 zijn in eik geval aanzienlijk beter bedeeld dan objectief belangrijker krijgsfeiten als de verovering van Nijmegen of Coevorden. Het lijkt wel alsof de twee veldslagen een blijvende verandering te weeg gebracht hebben, want sinds die tijd zijn de grote militaire gebeurtenissen steeds goed vertegenwoordigd in de berichtgeving, zoals bijvoorbeeld blijkt bij de belegeringen van Sluis (1604), Bergen op Zoom (1622), Breda (1625) en 's-Hertogenbosch (1629). De hoogtepunten van de oorlog ter zee zijn sinds de armada van 1588 altijd royaal bedacht, vooral Duins 1639, en in iets mindere mate de zilvervloot (1628) en de slag op het Slaak (1631). Opmerkelijk veel belangstelling is er voor de buitenlandse politiek. De strijd om de kroon in Frankrijk, de troonsbestijging van Jacobus I in Engeland, en later het buskruitverraad zijn respectievelijk in 1589-1590, 1603 en 1606 de meest besproken gebeurtenissen. De godsdiensttwisten overschaduwen daarna tijdelijk al het overige, maar toch blijkt bijvoorbeeld in 1615 duidelijk aandacht aanwezig voor de burgeroorlog in Frankrijk en de Gulikse erfopvolging. In de jaren twintig is de oorlog in Duitsland dikwijls beter in de publiciteit vertegenwoordigd dan de eigen strijd tegen Spanje. Vanaf 1638 geldt hetzelfde voor ontstaan en verloop van de Engelse burgeroorlog. Men kan zich natuurlijk afvragen m hoeverre deze zaken voor ons thema van belang zijn. We hebben het immers over volkskultuur: grijpen wij met het pamflet nu te hoog. of bestond er ook in de volksklasse een reële vraag naar pamfletten? Een eerste houvast zouden ons de prijzen kunnen bieden, maar daarover is niet zoveel bekend. Een opgave uit januari 1610 van een aantal toen in omloop zijnde uitgaven laat zien dat de verkoopsprijs sterk varieerde, van 12 penningen drie kwart stuiver-tot 18 stuivers. Dat zeer dure nummer van 18 stuivers is op die lijst echter wel een uitzondering. Het best vertegenwoordigd zijn bedragen van tussen de drie en vijf stuivers - een prijs dus die noch sterk tot kopen stimuleerde, noch als regelrecht prohibitief beschouwd kon worden.

Geruchten Een ding zullen wij in elk geval niet uit het oog mogen verliezen: het pamflet is voor ons een nieuwsbron, waaruit wij de actualiteiten van het verleden vandaag nog kunnen leren kennen. Maar voor de tijdgenoot vormden de pamfletten en gedrukte nieuwstijdingen pas de tweede informatiereeks, wel exacter en vollediger dan de eerste, maar toch in tijdsorde voorafgegaan door het mondeling verspreide gerucht. Hoe snel de drukpers ook kon werken, met name in oorlogstijd was ze nog niet in staat de ontwikkelingen werkelijk op de voet te volgen. Voor de laatste berichten moest men niet in de boekhandel zijn, maar op de markt en in de haven. Hoofts brieven leren ons dat de drost van Muiden de nieuwtjes niet versmaadde die de veerschippers uit Amsterdam meebrachten. Vreemdelingen kon het gebeuren dat ze op straat omstuwd werden door belangstellende vragers. De Zwitserse en Paltsische afgevaardigden naar de Dordtse synode hadden op de heenreis in 1618 Gorinchem als laatste pleisterplaats gekozen, maar zochten spoedig het schip weer op, omdat heel de bevolking van het stadje om hen heen dromde. Niet elk gerucht gaf de onvervalste waarheid door. Fama ruit crescens. Op honderd manieren kon de boodschap vervormd zijn of zelfs in haar tegendeel verkeerd. Aan de goede trouw van de berichtgever behoefde men dan toch niet altijd te twijfelen.

Maar in oorlogstijd vloeien nieuws en propaganda gemakkelijk ineen. De prior Wouter Jacobsz. leerde het al in de beginjaren van de opstand. We vernamen dat Oudewater, Delft en Dordrecht weer in Spaanse handen zouden zijn, schrijft hij op de eerste bladzijde van zijn dagboek in augustus 1572, ,,maer eylacie, hoe breet ende hoe gemeen dese maren gespreyt werden, het worde onderdehant alt ijl wuytsteeck ende f abele". De berichtgeving over de oorlog is vol met leugens, constateert deze Spaansgezinde geestelijke bij herhaling, en hij weet ook waarom: de geuzen maken zich bewust aan nieuwsvervalsing schuldig. Hebben de Spanjaarden een succes bevochten, dan zijn er altijd direct mensen te vinden, die de goede tijding tegenspreken en bagatelliseren. Telkens probeerden zij de katholieken te beroven van hun troost, terwijl ze hun eigen macht bijster hoog opgeven en zich beroemen op de sterkte van hun bondgenoten. De wetenschap dat geuzen toch altijd logen kon de vromen dan toch ook weer eens een hart onder de riem steken. Kregen ze kwade tijding, dan bemoedigden ze elkaar door die te stempelen tot lasterpraat van hun vijanden, ,,die daertoe altijts arbeyden om met veel wonders wuyt te stellen den goeden catholicken tot vervaernisse ende benautheyt haerder harten te driven". Wouter Jacobsz. lijkt een stelselmatige campagne te hebben aangenomen, die de oorlogsvoering van de geuzen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 344

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's