GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 124

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 124

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

\Si magazine 34

Prof. dr. L. U. de Sitter:

Lopende band loont allang niet meer Dat aan het systeem van arbeidsverdeling (dat is de manier van produceren waarbij het maken van een product wordt verdeeld in een hele reeks kleine taakjes; de bekendste vorm van arbeidsverdeling is ongetwijfeld de lopende band) dat aan dat systeem tekortkomingen kleven op het menselijk vlak, was reeds lang bekend. Hoe zit het echter met het economisch aspect? Volgens de Eindhovense hoogleraar in de bedrijfskunde, prof. dr. L. U. de Sitter, die vorige maand aan de VU het woord voerde in het kader van een Studium Generale, is het systeem ook in economisch opzicht allang door z'n top heen. In het betoog van prof. de Sitter kwamen de volgende elementen voor: hoe meer taken er worden gecreëerd bij het maken van een product en hoe simpeler die taken zijn, hoe meer het productieproces verstard, of anders gezegd, hoe minder wendbaar het wordt. De producent van electrische koffiemolens, die zijn productie zodanig heeft georganiseerd, dat elk van zijn werknemers niet meer doet dan een voorgeschreven draadje vast solderen aan een ander voorgeschreven draadje, kan minder makkelijk overstappen op een ander type koffiemolen, of zelfs op een strijkijzer, dan de producent die van zijn werknemers zoveel inzicht verlangt, dat ze elk in staat zijn een hele koffiemolen te maken.

Storingen Daar komt bij, dat een productie-proces waarin arbeidsverdeling ver is doorgevoerd zeer gevoelig is voor storingen, die zich over de hele productie-keten kunnen uitstrekken en die moeilijk zijn op te vangen. Om nog even bij die koffiemolen te blijven: het zal je maar overkomen, dat in het begin een paar draadjes verkeerd aan elkaar zijn gezet. Het hele raderwerk staat stil! Het productieproces dat op deze manier is georganiseerd moet dus nauwkeurig in de gaten worden gehouden. De zgn. managementsfuncties nemen toe in tal en last en ook die functies moeten weer op elkaar worden afgestemd. En dat kan bij het

Prof. dr. L. L. de Sitter (foto AVC-VL, P. Wolters)

voortschrijden van aantallen en specialiseringen danig lastig worden. Het werk zelf is te simpel; de organisatie van dat werk is te ingewikkeld, daar komt het zo ongeveer wel op neer. Prof. de Sitter zei dat zo een manier van produceren op gespannen voet staat met zaken als creativiteit en ontwikkeling. ,,Voeg je daarbij dan ook nog de stress, de conflicten, het streven naai" kostbare speelruimte die partners in een dergelijk systeem ten koste van elkaar proberen te verwerven, de ruime voorraden, de lange levertijden dan heeft men in enkele zinnen een beeld èn het kernprobleem van de moderne productie-organisatie. Ze is duur, ze is weinig effecient. weinig effectief, erg rigide (star), wei-

nig flexibel, onvoldoende accuraat (u zult allemaal wel eens gemerkt hebben wanneeru iets heeftgekocht, datu het terug moet brengen, omdat het niet deugt) en ze heeft gebrek aan creatief ontwikkelingsvermogen"".

Macht of traditie? De vraag ligt voor de hand, hoe we aan dit systeem gekomen zijn en hoe we ei weer zouden kunnen af komen. Die vraag werd dan ook gesteld door iemand in de zaal. Prof. de Sitter zal er ook mee. ,,Ik heb heel lang aangenomen'", zei hij, ,,dat dit proces van arbeidsverdeling het economisch resultaat van de onderneming bevorderde; de winst vergrootte ten behoeve van de aandeelhouders. Nu zijn er maar spaarzame experimenten gedaan, maar daar waar serieuze fundamentele wijzigingen in de arbeidsverdeling worden aangebracht, ontstaan zulke sterke effecten, ook op het gebied van de productiviteit, dat je je afvraagt: is deze organisatievorm al niet heel lang over een economisch optimum (toppunt) heen? Hoe is het mogelijk dat dit niet eerder is ontdekt? Hoe komt het dat men zich in het ,,scientific management"" niet de vraag heeft gesteld: welke mate van complexiteit is voor mij voordelig en wanneer gaat mijn curve omlaag? Een collega van me die zich interesseert voor industriële geschiedenis, heeft eens de biografie doorgespit van de oude Ford. .,M\ Life and Works''. Ford richtte na 1910 zijn eerste lopende band in en daarover geeft hij in dat boek cijfers. Mijn collega kwam tot de ontdekking, dat zelfs bij Ford de marginale opbrengst allang door z"n top heen was. Uit de eigen gegevens van Ford blijkt, dat hetgeen hij bepleitte, niet klopte. Het is een moeilijke vraag. Je kunt natuurlijk redeneren: de kapitalist heeft twee motieven: winst maken en macht handhaven. Kennelijk is het zo. dat deze arbeidsverdeling, ofschoon ze veel geld kost, hem in elk geval in staat stelt het hele arbeidsproces te blijven beheersen. Dat is één uitleg. Ik wil die wel aanvaarden, omdat ik het vaak proef. Maar vaak ook niet. Je krijgt dan eerder de indruk, dat het een traditie is. een cultuurgoed, het is een gewoonte geworden die nooit kritisch is onderzocht. Onbewust De mensen die fabrieken ontwerpen hebben niet de bewuste opzet om een fabriek zodanig in te richten, dat de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 124

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's