GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 289

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 289

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

UÜ magame 23 'n Paar weken daarna kwam die terug, de open haard zag er weer prima uit, schitterend, mooi gemetseld. En we stonden er nog wat voor, even na te praten. Professor Vlijm rookte nog een sigaretje en die gooit op een gegeven moment het peukje zo in de haard en.. .BWWAMM! daar donderden al die stenen tegelijk naar beneden, zeg. En die aannemer keek helemaal verbluft, maar prof. Vlijm kreeg een onbedaarlijke lachbui. Nou, toen begon de aannemer ook maar mee te lachen. " Later is 't door een studente goed vastgemetseld.

De stuifdijk Kees Verhoef

„Een groot strijdpunt tussen biologen, oecologen en Rijkswaterstaat is de door de laatste aangelegde stuifdijk," vertelt Jelte Rozema. „Dat was in 1959, naar het voorbeeld van Terschelling. Vóór die tijd liep het oostelijk deel van Schiermonnikoog bij hoge vloeden 's winters onder water. Zelfs kwam het een keer voor dat de polders hier onder water liepen. De boeren vonden dat hinderlijk, vanwege de dreiging die uit de situatie sprak. De bevolking was nogal verontrust en dat was koren op de molen van Rijkswaterstaat. Op het oostelijk deel van het eiland bevindt zich een jonge duinenrij, de Kobbeduinen geheten. Aanvankelijk probeerde men de duinvalleien daar op te vullen met kleine stuifdijkjes, een half-natuurlijke oplossing om een zeewering te maken. Kort daarna, in '59, is men begonnen een grote stuifdijk aan te leggen, naar het voorbeeld van Terschelling, waar het een werkverschaffingsprojekt uit de jaren '30 was geweest. Het strijdpunt is nu of die stuifdijk wel of niet een nadelige invloed heeft. Die stuifdijk is ongeveer 3,5 kilometer en daarna is het meer gat dan dijk geworden. Kijk, de kwestie is niet zo makkelijk. Voor de oecologen levert het gebied achter de stuifdijk een interessant onderzoeksterrein op. Achter de dijk is een strandvlakte ontstaan, die enerzijds wordt begrensd door een natuurlijke duinenrij, de Kobbeduinen en anderzijds door die stuifdijk. En dat geheel is een veel stabieler milieu dan het strand daarvóór. In die afgelopen twintig jaar is een geheel eigensoortige begroeiing, een leefgemeenschap ontstaan. Maar toch zijn er biologen die de stuifdijk afwijzen. Ook al krijg je er zeldzame planten, je moet de dynamiek zichzelf laten. Daar ben ik het wel mee eens. Aan de westkant van het eiland is een gebied geweest met hetzelfde karakter, omdat daar een bank voor de kust lag waar door zandophoging en regenval verzoeting optrad, die een vegetatie mogelijk maakte. Maar een jaar of vijf geleden is dat strand weggeslagen. Dan kun je zeggen: dat is geweldig jammer, maar dat is eigen aan het eiland hier, het hoort bij de dynamiek van het natuurgebeuren." Koos Boomsma, Kees Verhoef en ik maken een kille, winderige wandeling over het strand. Daar ligt de stuifdijk. We klimmen er o p . . .ineens een heel ander land-

schap. Een kabaal van vogelgekwetter, een afwisselende begroeiing. Eens was het hier strand. Hier en daar staan merktekens. Kees Verhoef: ,,Die zijn van Rijkswaterstaat, voor de luchtkartering." Koos Boomsma: „Dit jaar zijn ze weer aangebracht, om de tien jaar wordt de kuststrook vanuit de lucht bekeken. Straks gaan die paaltjes dus weer weg. De gegevens worden verwerkt in de topografische kaarten."

auto, de fiets De VU beschikt over een busje op het eiland. Dat betekent nog niet dat onze biologen zomaar blij kunnen rijden. Ze zouden het ook niet willen. Kees Verhoef: „We vinden zelf, dat je hier min mogelijk met de auto moet komen. We gebruiken hem alleen voor materiaaltransport. Boodschappen doen we op de fiets." Boze tongen beweren dat het busje van stal wordt gehaald, zodra de fiets een lekke band heeft- heel vaak dus. Maar dat moet laster zijn. Wim Jansen: „Na een kort gesprek op het gemeentehuis kregen wij een doorlopende vergunning om hier met de auto te komen. Maar.. .dat betekent dat we vantevoren moeten melden wanneer we met de auto het eiland op willen. We moeten een formuliertje invullen en zo gauw we dat gedaan hebben kunnen we met de auto het eiland op. Dat geldt ook voor ritjes op het eiland zelf. Je moet vantevoren opschrijven wanneer je gaat rijden en waarheen. En daar word je dan ook aan gehouden. Wijk je daarvan af, dan gaan ze zeuren. En volkomen terecht." Dus voor elk ritje moet je toestemming hebben? „Ja - en het formulier moet drie dagen voor de rit binnen zijn." Omdat Schiermonnikoog een eiland van fietsers en niet van automobilisten moet - en wil - zijn, heeft de VU een aanzienlijke hoeveelheid fietsen ter beschikking van de biologen gesteld. Het onderhoud daarvan is een tijdlang een probleem geweest. Men heeft de heer Lakeman echter bereid gevonden om van tijd tot tijd het onderhoud

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 289

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's