VU Magazine 1979 - pagina 373

MU magazine 19 dat nieuwe inkomensbeleid, is er grond voor het vermoeden dat het verlangen naar dit algemene inkomensbeleid bij de onderzochte bonden van onderwijzend personeel niet zo diep zit. Het rapport merkt op: „het verwijzen naar een niet ingevuld nieuw inkomensbeleid consolideert de bestaande inkomensverdeling en doet een afkeer vermoeden van een inkomensbeleid dat werkelijk de huidige verhoudingen zou wijzigen."

Progressief Het personeel van de VU beschouwt zichzelf overwegend als progressief zo blijkt uit het onderzoek van Marianne Frantsen (evenals trouwens de rest van de natie, naar andere onderzoeken aan het licht brachten). Het volgende staatje kon worden gemaakt van het VU-personeel Salarisgroep Laag Midden Hoog konservatief geen van beiden progressief

12.5% 32.2% 11.1% 19.6% 8.9% 19. % 67.8% 67.9% 69.8%

De lage groep in bovengenoemd staatje verdient minder dan f30.000 bruto per jaar, de middengroep tussen / 30.000 en ƒ 45.000 en de hoge groep vangt meer dan ƒ 45.000. hnteressant is ook de politieke voorkeur van de onderzochten. Het CDA is het sterkst op de VU met 35,9% aanhang (waarvan 12,1 AR). Verdere voorkeuren waren PvdA 19,7%, PPR 13,3%, VVD 9,8%, PSP 4,6%, DS'70 4%, D'66 2,9% en CPN 0,6%. Van de VU-bevolking bleek 63.4% lid van een kerk (waarvan 35,4 gereformeerd, 13,1 Ned. Hervormd en 9,1 rooms-katholiek). Niet bij een vakbond was aangesloten 65,9%. Meer dan de helft van de resterende 34,1% der ondervraagden bleek georganiseerd in de NCBO.

Het VU-personeel bleek vrijwel geheel voor het minimuminkomen te zijn (93.1%) en overwegend vooreen maximum inkomen (68%). Globaal werd in de drie salarisgroepen gelijk gedacht over de gewenstheid van een maximum inkomen, maar ook troffen de onderzoekers geen grote verschillen van opvatting in de drie salarisgroepen hoeveel een Nederlander maximaal zou mogen verdienen. De volgende antwoorden kwamen binnen van degenen die voor een maximum-loon waren; Alle inkomens moeten gelijk zijn: 1.13% 2x minimum jaarloon (28.000 schoon - 44.000 bruto) 4.54% 3x minimum jaarloon (42.000 schoon - 75.000 bruto) 9.65% 4x minimum jaarloon (56.000 schoon - 110.000 bruto) 16.47% 5x minimum jaarloon (70.000 schoon - 160.000 bruto) 19.31% 6x minimum jaarloon (84.000 schoon - 210.000 bruto) 7.95% 7x minimum jaarloon (98.000 schoon - 260.000 bruto) 2:08% lOx minimum jaarloon (140.000 schoon - 410.000 bruto) 3.97% Wie deze cijfers beziet, hoort zo over bruto inkomens van boven de 135.000 een aanzwellend gemureer opklinken, dat boven de 160.000 overgaat in een steeds luidere afkeuring door de publieke opinie. Wie meer dan twee ton bruto acceptabel acht als maximum heeft zich duidelijk vervreemd (Vervolg op pag. 22j

Maximum ini<omen Als de VU-bevolking wil nivelleren, hoe wil men dit dan doen? De drie belangrijkste methoden die worden aangegeven zijn - instelling maximum inkomen 61.2% - loonsverhoging in centen i.p.v. procenten53.7% - bevriezing hogere inkomens 40.3% Daarna volgen als mogelijkheden het alleen verstrekken van kinderbijslag aan lagere inkomens (31.3%) en loonsverhoging voor alleen lagere inkomens (26.1%) en het minst wordt als middel aangegeven fiscaal ingrijpen. Opvallend is dat juist de hoogstbetaalde VU-medewerkers het meest de instelling van een maximum-inkomen aanstreepten (68.9%)! Onder de hoge en middengroep werd ook vaker een loonsverhoging in centen i.p.v. in procenten als mogelijkheid genoemó„terwijljuist de hoge groep, die uit mensen met hogere inkomens bestaat, door deze maatregelen getroffen zal worden".

Aanleiding tot het in 1976 uitgevoerde onderzoek onder het VU-personeel was 'n artikel in VU-magazine van april '73

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen