VU Magazine 1979 - pagina 173

MU magaüne 39 bijbehorende mondiale denken acht ik besef van historische identiteit een waardevast goed, - met alle gezonde relativiteit die de term „historisch" impliceert. Vergis ik mij, of zijn binnen de Wereldraad zelfde laatste jaren, tegenover mogelijk .,kleurverlies" als gevolg van grootschaligheid en organisatorische nivellering, dergelijke geluiden te horen geweest? J. van der Hoeven

Samen in ootmoed op de knieën Naar aanleiding van het artikel ,,Moet de V.U. internationale conferentie in 1981 mee organiseren" van prof. dr. J. Verkuyl in V.U. magazine 3, het volgende: Ik lees daarin o.m.: ,,A1 deze instellingen hebben vernieuwing nodig. Al deze instellingen zijn zwak en soms machteloos. Het is goed als in een wederzijdse gemeenschap de armoede en onmacht van de ene instelling die van de andere raakt en als wij in de locale en nationale situatie en in onze vriendschap met elkaar meer kanalen mogen worden van de Heilige Geest temidden van hen die wij willen dienen." Als de V.U. het vorenstaande onderschrijft, dan is het m.i. onmogelijk de universiteit van Potchefstroom (P.U.) van deelneming uit te sluiten. Want als men werkelijk van mening is dat de ,,instellingen" (dus ook de P.U.) .,vernieuwing" nodig hebben, zoals men beweert, dan zal men daarvoor gezamenlijk als broeders en zusters ,,in den Heer" (of zoals prof. Verkuyl het liever noemt als confessional family") moeten bidden. Samen op de knieën vragen aan God om door zijn Heilige Geest de weg te willen wijzen die de instellingen in deze moeilijke tijd hebben te willen gaan. En dan niet bidden dat de ander tot ,,mijn" standpunt of overtuiging bekeerd wordt, want dat is het gebed van de Farizeeër: ,,Ik dank U dat ik niet zo ben als die ander", maar samen vragen om Gods weg en de leiding van de Heilige Geest en daarna naar elkaar luisteren en samen trachten Gods wil te doen, geleid door Zijn Heilige Geest. En in de houding van ,,ieder achtte de ander

uitnemender dan zichzelve". Want God hoort het bidden van Zijn kinderen en verhoort als ze in ootmoed tot Hem komen. En Zijn arm is niet verkort en de kracht van de Heilige Geest is niet minder geworden. Maar eerst samen op de knieën. Maar ach, ik vrees dat dat voor hooggeleerde heren zo heel erg moeilijk is. Ze weten het zelf veel te goed. En verder vrees ik dat als ,,het netwerk van relatiepatronen de sfeer van de confessional family" verlaat en zich meer oecumenisch oriënteert" dat in de praktijk betekent dat niet God door Zijn Heilige Geest wegwijzer is maar dat Marx een grote rol gaat spelen. En ik geloof.. . dat dr. Martin Luther King het volkomen eens met mijn boven weergegeven mening zou zijn. Als V.U. en P.U. samen in ootmoed op de knieën gaan, dan komt wellicht heel burlesk Amsterdam met spandoeken en loze kreten, maar moet dat bepalend zijn? Ik zal het standpunt van de P.U. niet verdedigen want V.U. magazine zal bij een discussie zeker hoor en wederhoor toepassen en komen we in een van de volgende nummers nog wel te horen wat de P.U. in dezen te zeggen heeft. Waar het mij nu om gaat is: samen op de knieën voor God en in ootmoed en schuldbekentenis en dan als de tollenaar en niet als de Farizeeër en niet aan God eigen mening bekend maken en dan ,,amen" zeggen, maar Hem vragen de weg te wijzen en bidden om de leiding van de Heilige Geest en ook naar Hem te willen luisteren. Dan mogen we vernieuwing, ja wonderen verwachten. Als de Heilige Geest het gaat winnen dan alleen komt er ware vernieuwing. Bij de ,,instellingen en in de wereld van nu waarin het al donkerder schijnt te worden. Heerde

A. Walsweer

(Naschrift redactie: In maart '76 bezocht een VU-delegatie de Universiteit van Potchefstroom voor een dialoog. Dit gebeurde nadat de PU in 1975 de VU geweerd had op de eerste Internationale Conferentie voor Instellingen voor Chr. Hoger Onderwijs die op initiatief van de PU werd gehouden. Uitvoerig verslag van de dialoog is gedaan in het september-

nummer 1976 van VU-magazine. Ook het PU-commentaar is bij die gelegenheid uitvoerig vermeld).

Rectificatie In het artikel van prof. Verkuyl in het maartnummer zijn enkele regels op een verkeerde plaats terechtgekomen. De eerste twee alinea's op pagina 6 beginnend met,,Niemand kan ontkennen... " en eindigend met „tussen deze instellingen" behoren niet daar te staan, maar op pagina 5, tweede kolom. Ze behoren gelezen te worden tussen de alinea, die eindigt met „samenlevingen, regionaal en mondiaal" en de alinea, die begint met ,,In zulk contact".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen